Binnenlandoorlog in israël
Hoe studenten uit reformatorische kring in debat worstelen met oorlog in Israël

Hun reformatorische thuisfront is doorgaans pro-Israël. Op de universiteit horen ze echter vaak pro-Palestijnse geluiden. Christelijke twintigers worstelen met debat over de oorlog in Gaza. „Ik voel steeds minder de neiging een kant te kiezen.”

Bij een demonstratie in Tel Aviv riepen Israëli’s hun regering dinsdag op een overeenkomst met Hamas te bereiken, zodat gegijzelde landgenoten vrijkomen. beeld EPA, Abir Sultan
Bij een demonstratie in Tel Aviv riepen Israëli’s hun regering dinsdag op een overeenkomst met Hamas te bereiken, zodat gegijzelde landgenoten vrijkomen. beeld EPA, Abir Sultan

Jilles Wassink (20) windt er geen doekjes om. „In mij vindt een botsing plaats tussen twee werelden.” Wassink, woonachtig in Leiden, is opgegroeid in de gereformeerde gemeente van Doetinchem. Aan de Universiteit Leiden studeert hij inmiddels drie jaar internationale betrekkingen, en daarnaast sinds twee jaar Midden-Oostenstudies.

Wassink heeft twijfels over de wijze waarop menigeen in reformatorische kring de oorlog in Israël beziet. „Veel mensen uit mijn christelijke omgeving plaatsten kort na de terreuraanval van Hamas een Israëlische vlag of een Bijbeltekst op hun sociale media. Ik ben geen theoloog, maar ik denk dat je Bijbelteksten niet zomaar één-twee-drie mag gebruiken om geweld en verdrijving te rechtvaardigen. Dan heb ik het over Joodse kolonisten die nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever stichten en zich daarbij beroepen op Bijbelse beloften. Ook denk ik dan aan de huidige strijd van Israël tegen Hamas.”

Jilles Wassink. beeld RD

De oorlog tussen Israël en Hamas is „niet zozeer een religieus, maar des te meer een politiek conflict”, vindt Wassink. „Ik besef dat Hamasstrijders hun strijd met een religieuze dimensie voeren. Toch denk ik dat de grondslag van het conflict ligt in de vraag: Wie heeft er recht op dit stuk land? Voor de Joden was de stichting van de staat Israël in 1948 een zaak van leven dood, want ze werden in Europa zwaar vervolgd. Intussen sloegen Palestijnen op de vlucht of werden ze door de Joden uit hun huizen verdreven. Het vraagstuk van ”recht hebben op land” is enorm complex. Hoe kun je nagaan wie het eerst en het langst heeft gewoond in Palestina?”

Aan de andere kant heeft Wassink moeite met de manier waarop pro-Palestijnse medestudenten op de Leidse universiteit zich uitlaten over de oorlog in Israël. „Zij menen dat Israël bezig is met een genocide op het Palestijnse volk. Dat zijn heel grote woorden, waar je voorzichtig mee moet zijn. Zolang Israël zegt uit te zijn op uitroeiing van Hamas, kun je niet vaststellen dat Israël in werkelijkheid als doel heeft het Palestijnse volk te vernietigen.”

Hoe meer de student leest over het Midden-Oosten, „hoe genuanceerder” hij over het conflict tussen Israël en de Palestijnen zegt te gaan denken. „Er klinkt veel polariserende taal, er wordt aan beide kanten veel druk uitgeoefend om partij te kiezen. Op sociale media stellen mensen die zich achter de Palestijnen scharen bijvoorbeeld: „Als je je niet uitspreekt tegen Israël, ben je medeplichtig aan de etnische zuivering door Israël.” In kerken hoor je soms: „Als christenen moeten we schouder aan schouder staan met Israël.” Ik voel echter steeds minder de neiging een kant in het conflict te kiezen.”

In gesprekken met anderen over het thema wil Wassink behoedzaam opereren. „Ik ken op de universiteit studenten van wie familieleden in de Palestijnse gebieden wonen. Die studenten lopen rond met veel zorgen en wellicht trauma’s. Ik ben groot voorstander van het intellectuele debat, maar ben daar rond dit gevoelige onderwerp voorzichtig mee. Ik probeer geen mensen aan te vallen, in de trant van: Jij hebt het fout! Als er ruimte voor is, daag ik beide kanten uit hun standpunten te verdedigen. Ik probeer hen dan een ander perspectief voor te spiegelen, zonder over te slaan in emotionele verwijten.”

Smal pad

Ook Ruben van der Rhee (21) uit Veenendaal merkt dat discussies over Israël in de universitaire wereld gevoelig liggen. Hij studeert aan de Universiteit Utrecht geschiedenis (met focus op internationale betrekkingen) en politicologie aan de Universiteit van Amsterdam (UvA). „Je moet tijdens gesprekken over de oorlog in Israël een ontzettend smal pad betreden. Zelf ben ik gematigder dan de meeste studenten. Pro-Palestijnse studenten houden er vaak radicale opvattingen op na, zeker op de UvA. Eenzijdig keuren ze alleen maar het beleid van Israël af. Ze zullen Hamas niet snel scherp bekritiseren, maar veroordelen vooral Israëls optreden in de Gazastrook. Intussen is de conservatieve minderheid op de universiteit ook vaak nogal uitgesproken. Een discussie kan dus al snel in vijandigheden verzanden.”

19865067.JPG
Ruben van der Rhee. beeld RD

Vanwege de gevoeligheid vermijden docenten en studenten op de UvA een gesprek over de oorlog in Israël nogal eens, signaleert Van der Rhee, verbonden aan de christelijke gereformeerde Pniëlkerk in Veenendaal. „Ik proef een sfeer van: Laten we het er niet te veel over hebben, want dan kan het mogelijk ongezellig worden.”

Onversneden antisemitisme bespeurt Van der Rhee vooralsnog niet binnen de UvA. „Neem de leus ”From the river to the sea, Palestine will be free”. Die leus vind ik veel te ver gaan, want de slogan kwetst Joden. Het is wat mij betreft een directe uiting van antisemitisme. Ik heb overigens geen van mijn medestudenten die leus in het universiteitsgebouw horen roepen. Een Nederlandse student met wie ik bevriend ben –hij heeft meer sympathie voor de Palestijnen en heeft volgens mij op de Partij voor de Dieren gestemd– zei dat hij inziet dat zo’n leus voor Joden een negatieve betekenis heeft. Zou ik mensen zo’n slogan op de universiteit wel horen scanderen, dan zou ik mij er tegen uitspreken.”

Nederzettingen

Van der Rhee merkt onder meer binnen de studentenvereniging CSFR dat christelijke studenten het lastig vinden zich een mening te vormen over de oorlog in Israël. „We beoefenen als het ware een balanceeract. Aan de ene kant leeft er onder ons veel sympathie voor Israël. Ik veroordeel de terreuraanslagen van Hamas op 7 oktober in de scherpst mogelijke bewoordingen. Die aanslagen zijn in strijd met alles wat God wil. Maar intussen zien ik ook dat het aantal burgerdoden in Gaza steeds verder oploopt. Ik vraag me dan af: wat is het perspectief in dit hele verhaal? Wat is Israëls doel? Wil het land Gaza inlijven? Waar moeten de Palestijnen naartoe?”

Genuanceerde kritiek op Israël moet ook onder christenen mogelijk zijn, benadrukt de student uit Veenendaal. „Ik vind absoluut dat de staat Israël het recht heeft zich te verdedigen. Dat betekent echter niet dat ik dat land in alles steun. Zo denk ik dat het nederzettingenbeleid van Israël op de Westelijke Jordaanoever vrede in de weg staat.”

De Bijbel zet het volk Israël apart, maar daarmee is niet alles gezegd, vindt Van der Rhee. „Je kunt het Joodse volk niet één op één koppelen aan de huidige, wereldlijke staat Israël. Ook binnen de Joodse gemeenschap denken mensen daar genuanceerd over. Veelzeggend vind ik dat onlangs Joodse studenten en hoogleraren zich in een stuk in NRC keerden tegen sommige praktijken van de staat Israël, zoals het nederzettingenbeleid.”

Op de Universiteit Leiden is vrijwel dagelijks discussie over de oorlog in Israël, merkt Jonathan Verkuil (20), afkomstig uit een Gereformeerde Bondsgezin uit Rhenen. Hij studeert in Leiden voor het tweede jaar Midden-Oostenstudies en Security Studies. „Met spanning rond die discussies vind ik het wel meevallen. De toon op sociale media is meer polariserend. Daar schelden mensen elkaar uit. Dat is op de universiteit in Leiden niet het geval.”

19865068.JPG
Jonathan Verkuil. beeld RD

Verkuil, in Leiden verbonden aan de Marekerk (PKN), ziet dat het Joodse volk in Bijbels opzicht een „speciale status” heeft. „Je leest in het hele Oude Testament dat God het Joodse volk door de geschiedenis leidt.”

Toch heeft Verkuil er moeite mee dat in zijn optiek nogal wat mensen uit de reformatorische kring „de huidige staat Israël één op één gelijk stellen met Gods verbondsvolk”. De student stond bijvoorbeeld te kijken van een recente SGP-advertentie in het Reformatorisch Dagblad. „De kop boven die advertentie luidt: ”First nation Israël (Eerste land Israël)”. Aan de hand van een belofte voor het Joodse volk uit Genesis 35:12 beweert de SGP dat de huidige staat Israël recht heeft op het land tussen de Jordaan en de Middellandse Zee. Met de beladen term ”First nation” zegt de partij dat Israëlieten daar als eersten woonden. Maar in Genesis 13:7 lees ik dat er bij Abrahams komst al „Kanaänieten en Ferezieten” in dat land waren. Daarom vind ik de voorstelling van zaken door de SGP te ver gaan, al helemaal omdat de partij zo’n advertentie plaatst in verkiezingstijd, over de ruggen van de strijdende partijen.”

Verkuil zegt in reformatorische kring een evenwichtige kijk op Israël te missen. „Voor alle duidelijkheid: ik vind het opkomend antisemitisme heel zorgelijk. En ik sta achter Israëls recht op zelfverdediging, zij het dat daar grenzen aan zitten. Ik begrijp ook absoluut dat Israël nu huiverig is voor een tweestatenoplossing. Joden vrezen dat hun veiligheid in het geding komt zodra Palestijnen een eigen staat krijgen. De Joden willen niet opnieuw in hun bed worden vermoord, zoals op 7 oktober. Maar dit alles neemt niet weg dat er wat mij betreft in reformatorische kring te weinig oog is voor de noden van de Palestijnen. Mensen vergeten in discussies vaak de menselijke maat. De staat Israël onderdrukt Palestijnen al decennia. Die lijden aan uitzichtloosheid in de Gazastrook, op de Westelijke Jordaanoever en in vluchtelingenkampen in Libanon en Jordanië.”

Kwaad bloed

Er is momenteel een strijd tussen „extreme” kampen aan de gang, analyseert Verkuil. „Hamas tegen de Israëlische premier Benjamin Netanyahu en de zijnen. Gematigde Joden willen vrede met gematigde Palestijnen. Lang niet alle Israëli’s staan achter Netanyahu en niet iedere Gazaan steunt Hamas.

Netanyahu heeft afgelopen jaren muren gebouwd om de Gazastrook en de kolonisatie van de Westelijke Jordaanoever uitgebreid, betoogt Verkuil. „Dat zet kwaad bloed onder de Palestijnen. Daardoor krijgen terroristische organisaties als Hamas meer steun. Wat ik vind van de tegenwerping dat Netanyahu zijn bevolking met de hekken beschermde? Ik steun zijn aanpak niet. We zagen op 7 oktober dat muren niet genoeg waren. Mijn hoop is dat Joden en Palestijnen uiteindelijk toenadering zullen zoeken. Duurzame vrede bereik je alleen samen.”

Slot van een tweeluik over onderwijs en de oorlog in Israël.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer