Een christelijk-sociaal verhaal; daarmee wil ChristenUnie-lijsttrekker Mirjam Bikker deze campagne op pad. „We moeten veel meer benadrukken dat de ander kostbaar is.”
Een kabinetsval hing nog niet in de lucht toen Mirjam Bikker Gert-Jan Segers opvolgde als fractievoorzitter van de ChristenUnie. Het was medio januari en het rommelde al wel, maar de verwachting was dat VVD, D66, CDA en CU elkaar zouden vasthouden. In elk geval tot ze de ambities uit het coalitieakkoord voor een belangrijk deel hadden waargemaakt.
Het liep anders. Begin juli strandde Rutte IV alsnog en zo werd Bikker al binnen het jaar het boegbeeld van de campagne van haar partij voor de Tweede Kamerverkiezingen.
De kiezer lijkt vastberaden twee van uw coalitiepartners, D66 en CDA, af te straffen voor hun deelname aan Rutte IV. In hoeverre neigt uw achterban ernaar straks hetzelfde te doen?
Bikker: „We hebben geknokt en gestreden voor wat we met onze vijf zetels waard waren. Als de vraag is of we onder Rutte IV af en toe hebben ingestemd met compromissen die absoluut ons ideaal niet waren, is het antwoord: ja. Wel hebben we daar steeds verantwoording over afgelegd aan de leden, en laten zien hoe die coalitieafspraken ons ideaal dichterbij brachten. Ondanks alles hebben we onze eigenheid bewaard. En, zeg ik er in alle bescheidenheid bij, we hebben ook wel wat bereikt hè. Neem het sociaal beleid. Onze minister, Carola Schouten, heeft duidelijk gemaakt hoeveel kinderarmoede er in ons land is. Vervolgens heeft ze het probleem aangepakt, met bijvoorbeeld het verhogen van het kindgebonden budget en de kinderbijslag. Daarin is ze effectief geweest. Als we de rit hadden afgemaakt, hadden we ons doel –halvering– zeker bereikt.”
In hoeverre lukt het u, denkt u, om als lijsttrekker uw verhaal goed af te stemmen op wat er onder uw achterban leeft?
„Meteen na mijn aantreden ben ik aan heel veel tafels aangeschoven. Daarbij viel het me op hoeveel beleidsmaatregelen we hier als politiek vanuit Den Haag uitrollen over het land. In maart had je de verkiezingsoverwinning van BBB. Die zie ik echt als feedback vanuit de samenleving, als protest tegen te veel tekentafelpolitiek. In de gesprekken viel het me verder op hoe we met z’n allen aan het zoeken zijn, aan het jagen en aan het razen. In de christelijke gezinnen net zo hard als waar dan ook. Allemaal snakken we naar rust. Ik geloof echt dat we toe zijn aan een samenleving waarin we weer veel meer benadrukken dat de ander kostbaar is. En dat we zorgzaam moeten zijn.”
Is dat wel zo? Meer dan genoeg kiezers, onder wie ook christenen, denken toch: die kabinetten-Rutte waren zo slecht nog niet?
„Nu lopen er, denk ik, twee dingen door elkaar. Achter deze vraag schuilt eigenlijk de vraag of het verhaal dat ik deze campagne vertel ook het zetelwinnende verhaal is. Oftewel, het verhaal waarmee ik straks op 22 november de grootste wordt. Dat is niet het uitgangspunt waarop ons christelijk-sociaal denken is gebaseerd. Dé vraag die wij in deze campagne stellen, is: hoe gaan we om met wat we hebben ontvangen? Wij denken dat christelijke politiek de antwoorden biedt op vragen zoals: durven we nog te leven van het genoeg? En op de verschillende crises die we nu zien. Of het nu gaat over de polarisatie, de dictatuur van het ik, of over het klimaat.
Langs die gedachtenlijn komen wij uit bij drie speerpunten. Eén: wij willen gaan bouwen aan zorgzame gemeenschappen. Twee: elk leven is van waarde. En drie: respect voor de grondrechten.”
Wat hebben zorgzame gemeenschappen en de grondrechten volgens u dan met elkaar te maken?
„Op veel plekken in Nederland kunnen mensen de organisaties waarvoor ze actief zijn of waarin ze zich thuis voelen, inrichten op basis van hun identiteit. Dan denk ik bijvoorbeeld aan stichting De Pinnenburg in Putten waar ik recent op bezoek was en waar jongeren met een (lichte) beperking en hun begeleiders met en voor elkaar bidden. Of aan christelijke scholen waar onze kinderen tot ontwikkeling en tot bloei mogen komen, waar ze horen van het Evangelie dat als het goed is alle vakken doortrekt. Deels is die pluriformiteit iets wat typisch bij Nederland past en wat veel mensen, ook niet-christenen, best kunnen waarderen. Maar alles bij elkaar is dat nog geen reden om achterover te leunen en nonchalant te zijn. Hier, in de Tweede Kamer zie ik partijen voor wie de vraag of iets werkt en effectief is vele malen belangrijker is dan hoeveel ruimte er nog overblijft voor keuzevrijheid en identiteit. Ik zie partijen die willen dat de overheid niet minder, maar juist nog veel meer in allerlei invloedssferen treedt. Partijen ook die af willen van het identiteitsgebonden onderwijs en die liever vandaag nog dan morgen een zondagsschoolpolitie willen invoeren. Kortom, als we onze gemeenschappen willen blijven inrichten op basis van onze identiteit hebben we geen keus. Het zijn de grondrechten die borgen dat we dat kunnen, dus om die reden moeten we er pal voor staan.”
Over de overheid die allerlei invloedssferen binnentreedt gesproken: stikstofminister Van der Wal wilde zo’n beetje per boerderij dicteren hoe groot de stikstofdepositie nog mocht zijn. Het beleid dat zij voerde, was eigenlijk ongrondwettig?
„Eh, nee. Ongrondwettig was het niet. Wel contraproductief, te veel tekentafel en te weinig keukentafel. Wij hebben te vaak te veel gevraagd van onze grond, van ons water. Daardoor is er nu op veel plekken in ons land natuurherstel nodig; dat zien wij als partij heel goed in. Maar wij zien ook dat er genoeg boeren zijn, die zeggen: Het moet en kan ook anders. Daarom willen wij niets liever dan naast hen gaan staan. En maatregelen nemen, waarmee we ze helpen. De veestapel inkrimpen valt volgens ons voor een groot deel goed te realiseren langs de weg van de geleidelijkheid. En als de boer landschapsdiensten verricht, zoals het knotten van wilgen of het zorgen voor weidevogels, krijgt hij wat de ChristenUnie betreft daarvoor een eerlijke prijs.”
Vergeleken met de SGP en het CDA gaat de eenverdiener er bij de ChristenUnie het meest op vooruit. Met de maatregelen die uw partij voorstelt, boekt die de komende regeerperiode een jaarlijkse koopkrachtverbetering van 3,7 procent. Daar staan alleen wel fors hogere lasten voor het bedrijfsleven tegenover. Slaan jullie daar niet in door?
„Nee, dat hele bedrag van ruim 20 miljard oogt als een lastenverzwaring, maar als je iets dieper in de cijfers duikt, zie je dat het genuanceerder ligt. We halveren de zorgpremie en het andere deel wordt verrekend via het loonstrookje. Daardoor lijkt het alsof dit werkgeverslasten zijn, terwijl dat deel voortaan inkomensafhankelijk wordt geïnd. En die andere helft van de lastenverzwaring; ja, daar liepen we aan tegen de vraag: zoeken we daar dekking voor, of laten we de staatsschuld oplopen? Als dat de keus is, gaan wij voor degelijk schatkistbeleid. En leggen we de rekening waar die hoort. De meest vervuilende bedrijven betalen nu nog weinig en dat verandert. Straks geldt: de vervuiler betaalt.”
Uw collega-Kamerlid Chris Stoffer (SGP) bracht donderdag een bezoek aan wakers bij een abortuskliniek in Rotterdam. Staat iets dergelijks één dezer dagen ook nog op uw planning?
„Nee. Het luistert echt heel nauw hoe je je zorgen over de abortuspraktijk uit. Als wij daar als partij gaan staan, levert dat heel veel ophef op, en verkeerde duiding. Dan kan zomaar het beeld ontstaan dat de ChristenUnie tegenover vrouwen staat die een abortus willen of overwegen. Dat wil ik niet, want onze keuze is juist dat we naast hen willen staan.”
Bedoelt u eigenlijk te zeggen dat u het onverstandig vindt wat Stoffer deed?
„Wie ben ik om de SGP op dit punt te recenseren? Wij delen dezelfde zorgen en huilen dezelfde tranen als SGP’ers als het over abortus gaat. En voor de duidelijkheid: verreweg de meeste wakers die bij die klinieken staan, kiezen volgens mij voor wat ik nu maar even een pastorale insteek noem. Die mensen doen echt heel mooi werk, dat moeten we koesteren. Verder kiest elke partij in deze Week van het Leven zijn eigen insteek en dat moet vooral zo blijven. Ik heb gekozen voor een opiniestuk in Trouw: over het koesteren van al het leven dat ons is toevertrouwd. Daarin werp ik de vraag op waarom partijen die radicaal kiezen voor de bescherming van de natuur niet even radicaal kiezen voor de bescherming van menselijk leven. Bijvoorbeeld als het gaat over het wel of niet toestaan van embryokweek voor wetenschappelijk onderzoek.”
Ruim een kwart van de CU’ers wil niet dat homoseksuelen functies bekleden binnen uw partij, liet Nieuwsuur vorig week uitzoeken door Ipsos. Wat zegt u tegen hen?
„Vooropgesteld, we zijn een unie van christenen van wie een deel behoort tot kerken waarin de standpunten rond homoseksualiteit momenteel opnieuw worden besproken. Het is aan mij om ervoor te zorgen dat het gesprek daarover in onze club veilig kan worden gevoerd. En tegen die leden zeg ik dat ik wil dat ook zij zich veilig voelen om hun standpunt uit te kunnen dragen.”
Maar die leden willen dat niet alleen kunnen zeggen, zij verwachten ook dat de partij daarnaar handelt.
„Dat is aan het bestuur. Ik ben bezig met het doel waarvoor de ChristenUnie is opgericht: tot zegen willen zijn in de samenleving. Dat is voor mij veel belangrijker, ook in deze verkiezingen.”
Nog even terug naar de verkiezingen en de peilingen. Hoort u in uw achterban weleens: „De ChristenUnie is echt mijn club, maar ik denk dat het CDA mijn stem dit keer het hardste nodig heeft?”
„Ik snap het als mensen zeggen: Mijn hart bloedt om de achteruitgang van de christelijke politiek. En ik begrijp best dat het bepalen van de uiteindelijke stemkeus soms een dilemma kan zijn. Tegelijk, christelijke politiek heeft wel een eigen identiteit. En met alle respect, als je kijkt naar de mate waarin ChristenUnie en SGP dicht in de buurt van die identiteit blijven en daar handen en voeten aan geven en je vergelijkt dat met het CDA, dan zie je wel een verschil.”
Aarzelen tussen SGP en ChristenUnie is logischer dan dubben tussen CDA en CU?
„De vraag die ik weifelaars wil meegeven is: moet je het ene geluid verzwakken om het andere nog ietsje overeind te houden? En ik benoem dat juist ChristenUnie en SGP onder de afgelopen kabinetten-Rutte geregeld een weerhoudende macht zijn geweest. Of zelfs geprobeerd hebben wissels om te zetten. Ik hoop dat mensen die nu aarzelen dat straks voluit laten meewegen in hun stem.”
Stel, na de verkiezingen zijn CDA, ChristenUnie en SGP in de Tweede Kamer ongeveer even groot. Wat gaat dat betekenen voor de onderlinge verhoudingen?
„Eerlijk gezegd is dat geen vraag die mij nu erg bezighoudt. Eerst wil ik in deze campagne laten zien wat ons verlangen is voor Nederland, hoe wij politiek willen bedrijven en daarin dienstbaar willen zijn. Wat straks de stand van zaken is en welke gevolgen dat heeft, zien we wel na de verkiezingen. Maar natuurlijk hoop ik te blijven optrekken met partijen die ons nabij zijn, die uit dezelfde bron gedronken hebben als wij.”
Maar het zou toch wat zijn als de ChristenUnie straks groter is dan het CDA?
„Dit land is onrustig en veel kiezers zijn op zoek. Natuurlijk, het is niet om het even welke uitslag je straks maakt, maar als je ziel rust vindt bij de peilingen of bij andere prognoses geeft dat wel te denken. Ik mag mij toevertrouwen aan mijn hemelse Vader. Dat is voor mij de kern, dat geeft mij ontspanning in mijn politieke handelen. En dat is zeker veel belangrijker dan een peilinkje hier, of een peilinkje daar.”