Tweehonderd mensen van allerlei kerken en organisaties waren donderdag naar Voorthuizen gekomen om samen te bidden voor vrede in Israël. „Gebed is het sterkste wapen.”
Zes organisaties, die alle met Israël te maken hebben, hadden een oproep tot gezamenlijk gebed gedaan: Near East Ministry (NEM), Christenen voor Israël (CvI), Centrum voor Israëlstudies (CIS), International Christian Embassy Jeruzalem (ICEJ), Comité Gemeentehulp Israël en Israël en de Bijbel.
Er zijn ongeveer tweehonderd stoelen klaargezet in de zaal van NEM in Voorthuizen. Die stroomt even voor vieren donderdagmiddag vol. NEM-directeur David Verboom deelt kort het doel van de gebedsbijeenkomst mee, met de oproep om elkaar te respecteren: „We zijn hier bijeen vanuit verschillende tradities. Laat er ruimte voor zijn dat mensen op verschillende manieren bidden.”
Op het bord verschijnen gebedspunten van een aantal organisaties. De aanwezigen vormen groepjes van twee, drie, vier, vijf, zes mensen. Ze bidden hardop in de groep, staand of zittend, maar wel zo dat anderen er geen last van hebben. Er komen telkens nieuwe gebedspunten.
Neerslachtig
Desgevraagd zegt Verboom dat je neerslachtig kunt worden van de haat en nijd en de toenemende polarisatie in de wereld over Israël. „Het enige wat je kunt doen, is op de knieën gaan om te bidden tot God. Dit is het belangrijkste wat we kunnen doen. Gebed is het sterkste wapen.”
Hij merkt op dat er niet gebeden wordt voor een bepaalde groepering. „In de Bijbel staan beloften voor Israël én Ismaël. God heeft hen lief. Wij doen niet mee aan polarisatie.”
Zijn woorden laten onverlet dat de gebedspunten van de ene organisatie meer uitgesproken zijn dan die van een andere. Zo vraagt Christenen voor Israël niet alleen om gebed voor mensen die gewond zijn, voor nabestaanden van vermoorde mensen, maar ook voor het Israëlische leger, de Israëlische overheid en de medische zorg in Israël. De organisatie vraagt ook om te bidden of de overblijvende terroristen worden geneutraliseerd, voor Joden wereldwijd en dat christenen wakker worden na het demonische geweld.
Het Centrum voor Israëlstudies vraagt om gebed voor de uitgezonden familie, voor de organisaties waarmee wordt samengewerkt, die in Israël bruggen willen bouwen, en voor organisaties die op de Westelijke Jordaanoever werken. Het CIS vraagt ook gebed voor christelijke Palestijnen. De organisatie geeft aan dat ze in de Gazastrook niet of nauwelijks meer te vinden zijn, maar wel op de Westoever. Ze vraagt ook om wijsheid voor christenen zodat ze op een vredelievende manier spreken.
Jesaja
Ds. Lourens Geuze, teamleider Midden-Oosten van de NEM, heeft even tijd. Hij merkt op dat andere organisaties goed zijn in het organiseren van noodhulp of iets anders en dat de NEM, naar anderen zeggen, „goed is in bidden”.
De inspiratie bij de NEM komt onder andere uit Jesaja 19:23-25, dat onder andere spreekt over een gebaande weg van Egypte tot Assyrië en dat de Egyptenaren samen met de Assyriërs de Heere zullen dienen. Ds. Geuze: „Die profetie is nog niet vervuld, maar eens zal het gebeuren. Daaraan mogen wij meewerken. Door het gebed kunnen we hieraan bijdragen.”
Het is het verlangen van zijn organisatie, aldus de teamleider, dat deze gebedsbijeenkomst een vervolg krijgt. „Hopelijk kunnen we de komende tijd elke week of elke twee weken zo’n bijeenkomst organiseren. Daarover zijn we in gesprek, eveneens met diverse organisaties die werken in het Midden-Oosten en die deze middag niet deelnamen.”
Ds. Geuze vindt het belangrijk om voor iedereen te bidden, voor Jood en Arabier. „Ieder mens is een beelddrager van God. Onze organisatie heeft altijd gewerkt onder Joden en Arabieren en blijft dat doen. Er staan in de Bijbel niet alleen beloftes open voor Israël maar ook voor Ismaël. Laten we samen Gods zegen vragen en bidden om vrede.”