De wereldwijde landbouw wordt getroffen door steeds meer plagen, maar er valt wat aan te doen
Veevoer uitdelen aan boeren in droge gebieden kost wat. Maar volgens de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties zorgt het voor een veelvoud aan positieve effecten.
De afgelopen dertig jaar is naar schatting voor 3,8 biljoen dollar aan gewassen en veeteelt verloren gegaan door rampen, blijkt uit nieuw onderzoek van de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO). Omgerekend gaat het om ruim 3600 miljard euro. Het is voor het eerst dat de schade voor de landbouw (gewassen en vee) in kaart is gebracht.
Onder rampen vallen in dit geval overstromingen, extreem weer, sprinkhanenplagen of vulkaanuitbarstingen. In het rapport The Impact of Disasters on Agriculture and Food Security wordt een ramp gedefinieerd als „een ernstige verstoring van het functioneren van een gemeenschap of samenleving”. In de voorbije drie decennia zorgden rampen voor een gemiddeld verlies van 123 miljard dollar per jaar.
De schade is uitgesplitst naar producten. Zo ging er gemiddeld 69 miljoen ton per jaar aan graan verloren. Dat komt overeen met de gehele graanproductie van Frankrijk in 2021. Groenten, fruit en suikergewassen kenden elk een gemiddeld verlies van 40 miljoen ton per jaar. En vlees, zuivelproducten en eieren kwamen op een gemiddeld geschat verlies van 16 miljoen ton per jaar. Dat is te vergelijken met de productie ervan in Mexico en India in 2021.
De meeste schade ontstaat in Azië. In dollars uitgedrukt is de schade daar even groot als in de Amerika’s, Europa en Afrika opgeteld. Wereldwijd is het aantal rampen toegenomen van zo’n honderd per jaar in de jaren zeventig, tot ongeveer vierhonderd per jaar in de afgelopen twintig jaar. Niet alleen komen ze vaker voor, ook zijn ze intenser en complexer, zegt de FAO. Het effect zal naar verwachting toenemen door klimaatverandering.
Creatieve oplossingen
De wereld moet daarom in weerbaarheid investeren, zegt Qu Dongyu, directeur-generaal van de FAO. „We moeten creatieve, innovatieve en schaalbare oplossingen oppakken, die de schade door rampen kunnen voorkomen en verminderen.”
Risicomangement kan volgens de FAO veel ellende voorkomen. Als er om te beginnen meer informatie beschikbaar is, kunnen er betere besluiten worden genomen. Zoals het voortijdig binnenhalen van een oogst als er een storm aankomt. Sinds 2016 heeft de FAO ruim vijftig acties ondernomen in regio’s zoals Latijns-Amerika, Afrika en Azië, en gemeten hoeveel de hulp bijdraagt aan vermeden schade.
Extra melk
Zo is in Colombia, Kenia, Mongolië en Sudan veevoer verstrekt vóór een droogte- of een koudegolf. Dat had grote positieve gevolgen voor de gezondheid en de productiviteit van het vee, zegt de FAO, en dus ook voor de mensen. Tijdens de Mongoolse koudegolf, dzud genaamd, leverden melkkoeien die extra voeding kregen zes keer meer melk dan andere melkkoeien. In Sudan kon elk huishouden bijna een liter melk extra drinken dankzij het extra voer, en dat is voor de ontwikkeling van kinderen heel belangrijk.
In de Filippijnen is een type rijst geplant dat stressbestendiger is dan lokale varianten, en dat voor hogere opbrengsten zorgde in droge en natte tijden. Bij de ontwikkeling van zulke weerbare gewassen is het overigens wel belangrijk dat boeren niet afhankelijk worden van internationale zadenbedrijven.
Met vrijwilligers op het land en drones in de lucht werd in 2020-2021 de sprinkhanenplaag in de Hoorn van Afrika in de gaten gehouden. Dankzij het gericht sproeien van pesticiden werd de plaag ingeperkt.
De menselijke en financiële inspanningen (90 miljoen dollar) voorkwamen het verlies van 4,5 miljoen ton aan gewassen, zegt de FAO. Het vee dat hierdoor gevoed kon worden produceerde 900 miljoen liter melk en het geredde voedsel was voldoende voor 42 miljoen mensen.
In Madagascar werden zaden en irrigatiemiddelen uitgedeeld voorafgaand aan een droge periode. In Vietnam kregen kwetsbare mensen een waterdicht vat voordat de cycloon Noru in 2022 toesloeg. Meer dan de helft van de ontvangers gebruikte het vat om voedsel te bewaren, met een gemiddelde waarde van 9 dollar per huishouden.
Ingrijpen vraagt om forse bedragen. Maar de maatregelen die schade helpen voorkomen, kunnen een veelvoud aan winst opleveren. Elke dollar die in Ethiopië of Mongolië gestoken wordt in het voorkomen van verliezen, levert het zevenvoudige op aan baten, stelt de FAO.