„Een wonderlijke reis”, zo typeert dichter Ria Borkent (73) uit Apeldoorn de afgelopen 35 jaar. Ze werkte mee aan diverse kerkliedbundels, schreef teksten voor oratoria en vertaalde de ”Matthäus Passion” van Bach. Een bloemlezing uit 35 jaar dichterschap is nu terug te vinden in een nieuwe bundel.
Eigenlijk was Borkent al gestopt met schrijven, vertelt ze aan het eind van het gesprek in haar sfeervolle appartement in Apeldoorn. Maar er lagen nog nieuwe psalmen voor kinderen klaar. En toen haar dochter haar vroeg waar mensen die kunnen vinden, schudde dat haar wakker. „Het antwoord was: in mijn computer.” Twee jaar later ligt er ”Een vogel is er thuis”, een bundel liederen, waarin naast de kinderpsalmen een selectie van haar werk én een aantal nieuwe liederen zijn opgenomen.
Het zijn de verzamelde liederen van de nederlands gereformeerde dichter, die in haar jonge jaren lesgaf op de basisschool van de Gereformeerde Gemeente in Teuge. Zaterdag 14 oktober wordt de bundel gepresenteerd tijdens een concert in Apeldoorn.
In het voorwoord van ”Een vogel is er thuis” schrijft u: „Met vertrouwen en dankbaarheid leg ik ”Een vogel is er thuis” in handen van de kerk. Welke kerk? Dat is aan de gebruikers.” Zou u niet liefst hebben dat elke kerk uw liederen gebruikt?
„Ja, maar niet als enige bundel. Ik zou willen dat hij aanvullend zou zijn. Preekt de predikant bijvoorbeeld over Deborah en Jaël en wil hij daar een lied bij, dan is dat in mijn bundel te vinden. Ik vind het jammer dat veel kerken op één bundel gericht blijven, terwijl de gemeente juist breed is. Dat geldt alle kerken, ook kerken die veel opwekking zingen. Dan mis je weer de liederen die de band met de traditie hebben. Voor psalmen vind ik de taal van nu belangrijk. En dat ze gezongen blijven worden, dat jongeren meekrijgen wat de inhoud ervan is. Bijvoorbeeld dat Psalm 15 gaat over integriteit.”
Worden uw liederen en psalmen genoeg gebruikt in de kerk?
„Dat weet ik niet. Soms hoor ik van mensen terug over mijn werk, bijvoorbeeld over het nummer ”Ik eer U om het kleinste leven” dat ik schreef over bodembeestjes. Het Liedboek en het Gereformeerd Kerkboek heeft werk van me opgenomen. Ik word meestal gevraagd door predikanten en componisten. Deze zomer nog door een jonge dominee die een nieuw lied wilde om als ochtendgebed te gebruiken. Ik heb vervolgens een drietal ochtendgebeden gemaakt voor doordeweeks en in de dienst.”
Hoe kijkt u terug op 35 jaar dichterschap?
„Als een wonderlijke reis. Ik heb aan allerlei projecten mee mogen doen. Het begon met het vertalen van Bachkoralen voor de radio, drie jaar lang, elke week. Toen had ik vier kinderen om me heen. Daarna kwam componist Dirk Zwart met zijn paasoratorium en later een kerstoratorium. Ook schreef ik de tekst voor een hemelvaartoratorium, gecomponeerd door Adriaan Koops als afstudeerwerk. Nog weer later schreef ik een vertaling van de ”Matthäus Passion”. Psalmen voor Nu was een andere opdracht. Muzikaal heel anders, maar wel mooi. We probeerden ermee aan te sluiten bij de luisterervaring van jongeren.”
Wat doet het zo veel bezig zijn met die Bijbelse teksten met uw geloofsleven?
„Het verrijkt mijn geloofsleven enorm. Maar misschien is het omgekeerd: het geloofsleven, het ritme van naar de kerk gaan, Bijbellezen en bidden legt een bodem onder mijn werk en daardoor vloeit het ook uit mijn pen. Dat ritme heb ik altijd aangehouden, daardoor komt het via mijn werk naar buiten.”
Voor deze verzamelbundel koos u de titel: ”Een vogel is er thuis”. Waarom die?
„Ik vond dat een mooie regel. Die vogel ben je zelf hè, de mus en zwaluw die bij God thuis mogen komen. Er zijn voor zo’n titel enorm veel mogelijkheden, maar ik vond dit een mooi beeld.”
De regel komt uit ”Wat hou ik van uw huis”, de vertaling van Psalm 84 voor Psalmen voor Nu, waar Borkent tussen 2002 en 2014 aan werkte. Voor dat project werden melodieën in de stijl van lichte muziek geschreven.
Ervaart u geen haper als er popmuziek wordt gebruikt om gewijde teksten op te zetten?
„Nee. Het doel van Psalmen voor Nu was om ze te verbinden aan de lichte muziek. Het gaat erom: is het een goede melodie. Dat kan zowel bij lichte muziek als bij klassieke muziek het geval zijn. De Beatles hebben ook mooie melodieën gemaakt. Een wijs op zich is niet goed of fout – wel goed of slecht. De melodie is wel belangrijk. Wat je ziet in de psalmen: er zit altijd een tegenstem in de tekst. Er worden vaak harde noten gekraakt, overigens ook door de profeten. Daar horen niet altijd welluidende melodieën bij. Het schurende dat in de tekst zit, moet ook in de melodie uitkomen. We zingen in de kerken plaatsvervangend voor de wereld. Je kunt gerust je stem geven aan een droevig lied, voor heel veel mensen die nood lijden. Die klachten mogen in de gemeente een stem krijgen. De kerk is klaagvrouw bij God.”
U groeide op met de berijming van 1773. Welk psalmvers blijft u in die vertaling toch dierbaarder dan in nieuwere vertalingen?
„Psalm 103:2. Die zongen we toen mijn vader werd begraven.” Ze staat op en loopt naar de kast om haar Bijbeltje te pakken, terwijl ze de regels citeert: ”Looft Hem Die u, al wat gij hebt misdreven / Hoe veel het zij, genadig wil vergeven. Uw krankheên kent en liefderijk geneest”. Terug op de bank: „Dat vind ik prachtig. Krankheên: ziekten, mentale problemen, Hij kent dat, Hij weet ervan.”
Ze bladert even door de Bijbel, die ze van haar ouders kreeg bij het doen van belijdenis. „Nadeel is dat de predikanten altijd alleen coupletjes opgeven. Van Psalm 89 het couplet ”Hoe zalig is het volk dat naar Uw klanken hoort”. Bij Psalmen voor Nu ontdekte ik dat er een tegenwerping zit in de rest van die psalm. Dus dan worden de strelende coupletten gezongen, maar de meer striemende achterwege gelaten. Dat vind ik jammer.” Ze citeert: „Gij stoot en werpt, vergramd, thans Uw Gezalfde neer”. Het is even stil. „Ja, ik vind deze taal te archaïsch.”
Kunt u zich voorstellen dat mensen nog wel waarde hechten aan die berijming?
„Jawel, ik hecht er zelf ook aan. Maar er moet toch een keer dat moment zijn dat je voor een jongere generatie omziet naar nieuwe psalmberijmingen. Er zijn jongelui die afhaken voor ze iets van de psalmen begrepen hebben. Het is onze opgave om elke verhindering weg te nemen. Taal moet toegankelijk zijn. Wat de Heere en de Heilige Geest er vervolgens mee doen, is aan Hem. Maar wij moeten dat niet tegenhouden.”
U bent 73. Hoe kijkt u naar de toekomst?
„Ik vind het prima om voorlopig even te stoppen met schrijven. De laatste twee jaar rond deze bundel waren heel druk. Nu met de voorbereidingen voor het presentatieconcert ook. Ik ben toe aan een rustige winter.”
Ter voorbereiding op het gesprek had Borkent een en ander op papier gezet. Ze leest voor wat ze bij deze vraag opschreef en dan klinkt plots de dichter: „De toekomst is aan God. Het koninkrijk van de hemel is dichtbij gekomen. Tijdens mijn gewone werk kijk ik uit naar de eeuwige dag, zoals iemand die een hoge gast verwacht en af en toe tijdens het werk uit het raam kijkt: komt hij al?”
Een vogel is er thuis. Verzamelde liederen, Ria Borkent; uitg. KokBoekencentrum; 400 blz.; € 29,99