De grote vraag is: wat gaan de Saudi’s doen?
Hamas heeft in één opzicht voorlopig zijn zin gekregen: er wordt nu even geen normalisatieverdrag getekend tussen Israël en Saudi-Arabië. Het koninkrijk worstelt, net als andere Arabische landen, met de gevolgen van de oorlog.
Het zou de hoofdprijs zijn geweest voor Israël. Een normalisering van de betrekkingen met het belangrijkste soennitische land in de regio: Saudi-Arabië. In 2020 gingen de Verenigde Arabische Emiraten en Bahrein voor. Zij sloten toen, onder intensieve bemiddeling van de toenmalige Amerikaanse president Donald Trump, verdragen die voor Israël van enorm belang zijn omdat ze het isolement van het land in de regio verminderen. Israëli’s gaan tegenwoordig massaal op vakantie naar steden als Dubai en Abu Dhabi.
President Joe Biden zette het beleid van zijn voorganger op dit punt voort en probeert al tijden om Saudi-Arabië ook te verleiden tot het tekenen van een normalisatieverdrag. Hoewel Hamas dat niet met zoveel woorden heeft gezegd, is het aannemelijk dat het verstoren van dat proces een hoofddoel is van de gruwelijke aanval die de terreurorganisatie zaterdag begon.
Terughoudendheid
Een woordvoerder van de Saudische regering heeft gezegd dat de onderhandelingen voor dit moment stopgezet worden. Maar zowel de Amerikaanse als de Israëlische regeringen hopen vurig dat van uitstel geen afstel komt. Amerikaanse functionarissen hebben al aangegeven dat ze, ondanks de oorlog met Hamas, onverminderd willen doorgaan met het proces.
Uit de officiële mededelingen van Saudi-Arabië valt weinig op te maken. Het koninkrijk heeft zich ingedekt door een terughoudende reactie te geven op de oorlog. „Het koninkrijk roept op tot een onmiddellijk einde aan de escalatie tussen de twee partijen, tot bescherming van burgers en tot terughoudendheid”, zo luidt de officiële lezing. Verder noemt de Saudische overheid nog het gevaar van de „doorgaande bezetting” van de Palestijnen en onderstreept ze het belang van een tweestatenoplossing.
Eenzelfde voorzichtige opstelling is te zien bij de Verenigde Arabische Emiraten. „De VAE roepen op tot het betrachten van maximale terughoudendheid en een onmiddellijk staakt-het-vuren”, zegt de minister van Buitenlandse Zaken. „De VAE leeft oprecht mee met alle slachtoffers van de recente crisis.”
Vicieuze cirkel
Soortgelijke woorden komen ook van de twee Arabische landen die al langere tijd vrede met Israël hebben: Egypte en Jordanië. Ook daar klinkt de oproep tot maximale terughoudendheid en het belang van het beschermen van de burgerbevolking.
Een verschil is dat deze landen door hun nabijheid direct de gevolgen merken. Daarom waarschuwde de Egyptische president Sisi direct zaterdag al voor een „vicieuze cirkel van geweld” die de veiligheid van de hele regio in gevaar kan brengen. Bovendien liet een Egyptische inlichtingenofficier aan persbureau AP weten dat Egypte Israël herhaaldelijk gewaarschuwd had voor „iets groots” dat eraan zat te komen, maar Israël zou dat hebben genegeerd. Israël heeft overigens ontkend dat Egypte hiervoor gewaarschuwd heeft. Feit is wel dat Egypte vaker informatie doorspeelt aan de Israëlische inlichtingendienst.
Grootmoefti
De meest heftige veroordeling van Israël kwam, weinig verrassend, van Iran en van Hezbollah in Libanon. Maar ook sommige staten in de Arabische Golf die niet uit zijn op een vredesverdrag met Israël, uitten scherpe kritiek op de Joodse staat. Zo stelde Qatar dat „alleen Israël” verantwoordelijk is voor het geweld, en ook Koeweit legde de bal eenzijdig bij Israël. In Oman was het met name de grootmoefti van dat land die felle kritiek uitte op Israël en „het dappere Palestijnse verzet” feliciteerde met zijn acties „tegenover de meedogenloze bezetter.”