De Joodse gemeenschap in Rotterdam betreurt de reactie van het gemeentebestuur op de terreur van Hamas in Israël. Intussen is er ook bezorgdheid over de positie van Joden elders in de wereld. „Het is een herhaling van zetten. Helaas, helaas, helaas.”
Chris den Hoedt, voorzitter van de Joodse Gemeente Rotterdam, reageerde maandag afwijzend op een uitnodiging van burgemeester Aboutaleb om in gesprek te gaan over de situatie in Israël. „Er was inmiddels een demonstratie in Rotterdam gehouden waarin mensen openlijk steun betuigden aan de lynchpartij. De terreur –je kunt het een pogrom noemen– werd openlijk toegejuicht. Het gemeentebestuur heeft daar niet op gereageerd. Het heeft ook geen solidariteit met de slachtoffers getoond.”
En dat steekt. „Waarom kon een solidariteitsbetuiging eerder wel na gebeurtenissen in Turkije, Marokko, Frankrijk, Spanje? En dat zonder discussie. Maar bij deze terreurdaad betuigt Rotterdam geen steun aan het getroffen volk in Israël.”
Mensen verwonderen zich niet alleen over de grootschaligheid van de aanvallen vanuit de Gazastrook en over het feit dat Israël er niet op voorbereid was, maar ook over „de nietsontziende bruutheid van de aanvallers”, zegt Den Hoedt. „Ze gingen van huis tot huis en iedereen werd afgeslacht; vrouwen, kinderen, ouderen. Het was een onvoorstelbare onmenselijkheid. Dan is het ongepast om alleen een algemeen medeleven met alle slachtoffers uit te spreken zonder dat je afschuw over de terreur laat blijken. De burgemeester wil polarisatie voorkomen, maar de demonstranten is geen strobreed in de weg gelegd.”
„Een demonstratie, aangekondigd of niet, wel of niet toestaan is niet aan de burgemeester, tenzij de openbare orde of de veiligheid in het geding is”, reageerde Aboutalebs woordvoerder in dagblad Trouw op de kritiek. „Het recht op demonstreren is er.”
Na een aanvankelijke weigering besloot de burgemeester de vlag op het Rotterdamse stadhuis maandagmiddag alsnog halfstok te laten hangen. „Mosterd na de maaltijd”, zegt Den Hoedt. „Een doekje voor het bloeden; nietszeggend. Te weinig en te laat.”
Verdriet
Voor de Joodse gemeenschap zijn de gebeurtenissen in Israël diepingrijpend, zegt de bestuursvoorzitter van de Joodse Gemeente. „De aanval gebeurde op sjabbat. Toen wij zaterdag onze eredienst hielden, was er nog weinig bekend, maar de stemming was bedrukt. Bijna iedereen in de Joodse gemeenschap kent direct of indirect wel mensen die slachtoffer zijn geworden. We zijn nog aan het inventariseren of leden van onze gemeente verwanten hebben verloren en hoe het met oud-leden is die in de getroffen streek wonen. De informatie druppelt binnen. Er is ontzettend veel verdriet.”
Bezorgdheid is er ook over de gevolgen voor Joden elders in de wereld. „In Europa, in Nederland, in Rotterdam. We weten niet of er aanvullende veiligheidsmaatregelen nodig zijn. De les die we hebben geleerd, is dat elke keer als er geweld in Israël is, de dreiging voor Joodse gemeenschappen elders toeneemt. De terreur van Hamas is een duidelijk signaal dat elke Jood, waar ook ter wereld, een mogelijk doelwit is.”