Groen & duurzaamheidHoogwater

Gé Beaufort gaat gevaarlijk hoogwater te lijf met Watersnelweg

Keer op keer verhogen waterschappen de dijken langs de grote rivieren. Om extreme waterafvoer het hoofd te bieden. Maar het kan ook anders én veel goedkoper.

4 October 2023 17:40Gewijzigd op 4 October 2023 17:48
Extreem hoogwater is niet denkbeeldig door klimaatverandering. beeld ANP, Sem van der Wal
Extreem hoogwater is niet denkbeeldig door klimaatverandering. beeld ANP, Sem van der Wal

„Het gaat erom dat je overtollig water zo snel mogelijk veilig afvoert naar zee”, steekt Gé Beaufort van wal. „Daar moet je de waterhuishouding op aanpassen.” De waterbouwkundig ingenieur van Rijkswaterstaat is inmiddels 78 en gepensioneerd, en over zijn watersnelweg vertelt hij vol passie aan de keukentafel in zijn woning in De Meern. Vorige week woensdag presenteerde hij zijn plan bij de werkgroep Beschermen van de Deltacommissie in Den Haag.

Nederland kampt regelmatig met gevaarlijk hoogwater in de grote rivieren, vertelt Beaufort. „In 1993 en 1995 had Nederland te maken met een afvoer van zo’n 12.000 kubieke meter per seconde. Vanaf 10.000 kuub per seconde noemen we het gevaarlijk hoogwater.”

De stijging van de waterspiegel maakt de situatie nog complexer. Om de problemen het hoofd te bieden, liggen drie oplossingen op tafel. Eén daarvan is de variant ”beschermen” (zie ”Watersnelweg past bij variant beschermen”). De Deltacommissaris, verantwoordelijk voor de veiligheid van de dijken in Nederland, zal de knoop rond maart 2024 doorhakken. Beaufort: „Mijn Deltaplan Grote Rivieren past naadloos in de variant beschermen van het Kennisprogramma Zeespiegel­stijging.”

De bijna-overstromingen in 1993 en 1995 zijn de aanleiding geweest voor Beaufort om na te denken over een slimme en goedkope manier om hoogwater in de grote rivieren veilig en snel naar zee te laten stromen. „Statistiek bedrijven op gebeurtenissen in het verleden is gevaarlijk. Ik begon daarom van voren af aan na te denken: hoeveel water kan er komen als de klimaatverandering doorzet? Hoeveel smeltwater kunnen we verwachten?” Uit contacten met ex-collega’s leert hij dat de Rijn steeds meer een regenrivier wordt met wisselende waterstanden.

Daarnaast moet Beaufort rekening houden met de zeespiegelstijging bij de riviermonding. „Die gaat mogelijk sneller dan verwacht. Volgens de nieuwste gegevens moet ik rekenen met een plus van 2 meter in 2100 en 5 meter in 2200.”

Politiek

In de praktijk is de veiligheid in het rivierengebied altijd een politieke afweging geweest. „De politiek bepaalde dat het Hoogwaterbeschermingsprogramma moet rekenen met een debiet van 16.000 kubieke meter per seconde in 2050. Maar dat had ook 18.000 kuub kunnen zijn. Als technisch ingenieur heb ik een bloedhekel aan zulke politieke afwegingen.” Beaufort pakt er een ordner bij. „Je moet je besluiten baseren op feiten. Maar de politiek is volstrekt niet geïnteresseerd in feiten; de Haagse beleidshorizon reikt zelden verder dan vier jaar.”

Beauforts plan is logisch en intuïtief, stelt hij. „Ik wil een delta zo inrichten dat het meest extreme hoogwater via de kortst mogelijke route veilig naar de zee afstroomt.” In New Orleans is na overstromingen aan het begin van deze eeuw een kortsluitroute voor hoogwater naar zee gemaakt via de Atchafalayarivier. Dat is een oude, veel kortere loop van de hoofdgeul van de Mississippi naar zee. „Dit vormt de basis van mijn plan voor Nederland.”

Kunstwerk

Nederland is ook een delta. De Rijn splitst bij Pannerden in Nederrijn en Waal. Grofweg een derde van het water stroomt bij hoogwater in de Rijn via de Nederrijn en Lek naar Rotterdam en via de IJssel naar het IJsselmeer. Door de Waal stroomt twee derde van het Rijnwater naar zee.

Alle dijken in het rivierengebied moeten nu aan dezelfde veiligheidseisen voldoen. Maar met het plan van Beaufort moet dat gaan veranderen. De ingenieur wil aan de ‘kranen’ van de rivieren kunnen draaien om het water zo snel mogelijk naar zee te laten stromen. Daarvoor moeten er vier bouwkundige constructies worden gebouwd, in vaktaal kunstwerken genoemd.

19706668.JPG
beeld RD

Er moet een kunstwerk komen bij Pannerden, waar de Rijn splitst in de Waal en de Nederrijn; „zoiets als de stuwen bij Hagestein”. Dat moet bij hoogwater maximaal 4000 kubieke meter per seconde doorlaten naar de Nederrijn en de IJssel. Die hoeveelheid kunnen de dijken nu al aan. De rest stroomt via de Waal.

Bij het Eiland van Dordrecht moeten twee waterkeringen komen, een in de Boven-Merwede en een in de Dordtse Kil. Een vierde kunstwerk sluit het Spui af bij hoogwater.

Het resultaat is een brede watersnelweg van Lobith bij de Duitse grens naar het Haringvliet bij de Noordzee. „Zodra het water in het Haringvliet hoger staat dan op zee, kun je spuien. Je hoeft dus nergens water op te slaan en evenmin grote pompen te installeren.”

Hoogwatergolf

De watersnelweg vereist dat de dijken langs de Waal fors sterker moeten worden. Hoeveel? „Daarvoor hanteren we een aantal kengetallen. Voor elke extra 1000 kuub water per seconde bij Lobith moet de dijk ter plekke 35 centimeter hoger worden. Een hoogwatergolf kan twee weken aanhouden. De dijken mogen dan niet verweken; ze kunnen dan als pap in elkaar zakken. En tijdens droogte mogen ze niet scheuren.”

Langs Goeree-Overflakkee en Voorne-Putten kunnen de dijken meegroeien met de zeespiegelstijging, vervolgt Beaufort. „Ook moet je rekening houden met stormvloed. Bij een zeespiegelstijging van 5 meter en een extra stormvloedpeil op zee van 2 meter kun je spuien bij een waterstand van 7,5 meter in het Haringvliet. Daarop moeten de dijken dan zijn berekend.”

Dijken van louter zand en klei kunnen niet oneindig hoog worden. Normaal gesproken is de dijkvoet zes keer zo breed als de hoogte. „Vanaf zo’n 20 tot 25 meter hoogte moet je deels de techniek van stuwdammen gaan toepassen.”

U bent al 25 jaar met de watersnelweg bezig. Hoe komt het dat uw plan nooit is uitgevoerd?

Nadenkend: „Dat moet ik mezelf aanrekenen. Ik heb onvoldoende aan de weg getimmerd. Mijn plan zou erin resulteren dat 1500 kilometer rivierdijk alleen nog regulier onderhoud nodig heeft, dat slechts 500 kilometer extra moet worden verstevigd. Dat bespaart veel geld en zou sommige mensen mogelijk hun baan kosten. Eigenlijk is mijn plan de jaren door doodgezwegen. Ik heb dus ook nooit kritiek gehad, zelfs geen enkele serieuze reactie.”

Het moet u goed doen dat u nu aangehaakt bent bij de werkzaamheden van de Deltacommissie.

„Zeker. Eerlijkheidshalve moet ik erkennen dat ik mezelf daar heb uitgenodigd. Door de jaren heen heb ik aan zo veel projecten gewerkt. Qua techniek en kosten is mijn Deltaplan Grote Rivieren gewoon het beste wat er is. Daar heb ik me al die jaren aan vastgehouden. Weet je, Nederland heeft de laatste jaren geen grote overstromingen meegemaakt; en dat werkt in mijn nadeel.”

Hoeveel zou Nederland besparen met de uitvoering van uw plan?

Resoluut: „Minstens de helft.”

Als alle dijken langs de Waal fors moeten worden verhoogd, gaat dat niet ten koste van natuur- en cultuurwaarden?

Beaufort schudt zijn hoofd. „Nee. In mijn plan breiden we de voet van dijken langs de Waal uit richting de rivier. Dat kan op de meeste plaatsen. In het achterland kost dat dus vrijwel geen grond. Langs de andere rivieren blijft alles zoals het is. Alleen bij de Dordtse Biesbosch, waar nu geen dijk ligt, zou er een moeten komen tussen de kunstwerken in de Boven-Merwede en in de Dordtse Kil, om het water naar het Hollandsch Diep te leiden.”

Hoe groot schat u de kans dat de watersnelweg er nu wel gaat komen?

„Ik probeer zo lang mogelijk aangehaakt te blijven. Het lijkt erop dat mijn plan een van de vier alternatieven is geworden van de werkgroep ”beschermen” van de Deltacommissie. Maar de politiek heeft toch het laatste woord. Ik probeer binnen de werkgroep aan te tonen dat er geen beter of goedkoper plan bestaat dan mijn watersnelweg.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer