Kai-Olaf Lang: Overtuig burger van belang steun aan Oekraïne
Hoe langer de oorlog tussen Rusland en Oekraïne duurt, des te kritischer de bondgenoten van Kyiv zich opstellen. „Het enthousiasme is voorbij.” Een vraaggesprek met Kai-Olaf Lang, Oost-Europaspecialist van de Duitse stichting Wissenschaft und Politik.
Neemt de ruggensteun in Europa voor de Oekraïense president Zelensky af?
„In principe zal de steun voor Oekraïne standhouden. Echter, het valt vele regeringen in toenemende mate zwaar de eigen samenleving ervan te overtuigen Oekraïne militair en financieel te helpen. Dat gebeurt vooral wanneer de hulp aan Oekraïne binnenslands merkbare kosten vergt. Dan brokkelt de steun af, zelfs in landen binnen de EU en de NAVO die tot dusver tot de grootste voorstanders van Oekraïne behoorden. Het conflict over de graanleveranties uit Oekraïne in enkele landen aan de buitengrens van de EU, zoals Polen, toont dit aan.”
Hangt dat samen met het feit dat Zelensky steeds meer wapens vraagt en dat volgens sommige critici ook nog eens brutaal doet? Of is het omgekeerde het geval: de landen die Oekraïne helpen, hebben te weinig begrip voor zijn positie van president die een oorlog voert tegen een grootmacht?
„Dat hangt, denk ik, samen met een algemene uitputting in veel Europese landen en met de kosten van de oorlog, zeg maar de concrete consequenties van de steun aan Oekraïne. Anderzijds draait het om uiteenlopende verwachtingen. Oekraïne gaat uit van onvoorwaardelijke en maximale hulp omdat het land in oorlog is en zijn soevereiniteit, maar ook de veiligheid van de oostflank van de NAVO verdedigt. Westerse landen daarentegen rekenen op dankbaarheid en respect voor hun belangen.”
In hoeverre spelen bij de Poolse reacties de komende verkiezingen een rol?
„Ongetwijfeld zijn de verkiezingen van grote betekenis. De regeringspartij PiS heeft zich altijd als hoedster van de nationale belangen van Polen geprofileerd. Bij kwesties als de graanimport, maar ook bij historische problemen in de Pools-Oekraïense verhoudingen, kan en wil de PiS geen zwakte tonen. De boeren en het platteland vormen bovendien belangrijke kiezers, juist ook voor de PiS.”
Speelt hetzelfde bij de Slowaakse verkiezingen?
„Ja, maar niet met dezelfde intensiteit als in Polen. Want in Slowakije is er een ”technocratische” overgangsregering. Deze wil natuurlijk evenmin soft optreden en de tegenstanders van de huidige Oekraïne-politiek zo aan argumenten helpen. Maar ze heeft een beetje meer speelruimte.
Dat zie je als je kijkt naar de fronten in het conflict om de invoer van graan. Die zijn in Slowakije niet zo verhard en men is met Oekraïne in gesprek.”
In de peilingen in Slowakije staat Robert Fico er goed voor. Komt dat door zijn uitspraak dat als hij regeert er geen kogel meer aan Oekraïne wordt geleverd?
„De populariteit van Robert Fico heeft meerdere oorzaken. Daarbij speelt de oorlog ofwel de kritiek aan de steun voor Oekraïne een belangrijke rol. Dat komt weer voort uit historisch sterke pro-Russische en slavofiele stromingen.
Fico’s partij SMER is overigens niet de enige groepering die een koerswijziging inzake Oekraïne eist. Fico en SMER hebben echter ook andere kwesties aangesneden. Tijdens de pandemie keerden zij zich tegen de beperkingen en wisten tegenstanders van vaccinatie en critici van de lockdowns en soortgelijke maatregelen achter zich te krijgen.
Verder eist Fico een sociale correctie op de regeringspolitiek. Fico en SMER hebben dus veel protestkiezers en ontevreden burgers achter zich weten te scharen.”
Ook in andere Oost-Europese landen vallen partijen op die zich tegen Oekraïne keren. Hangt dat samen met het feit dat in verschillende Oost-Europese landen de pro-Russische sympathieën relatief groot zijn?
„In veel EU-staten –Oost en West– bestaan meer of minder sterke russofiele stromingen. Zij gaan samen op met stemmen die kritisch op het Westen zijn en sceptisch staan tegenover Oekraïne. Hoe langer de oorlog voortduurt, hoe moeizamer het wordt het groeiende onbehagen te overwinnen en de bevolking ervan te overtuigen dat de ondersteuning van Oekraïne ook van meerwaarde is voor het eigen land.”
Moeten de NAVO en de EU zich zorgen maken over deze ontwikkeling?
„Deze ontwikkelingen moeten niet worden genegeerd. Er is een nieuwe communicatiestrategie van de regeringen nodig om de burger er nogmaals van te overtuigen waarom het in deze oorlog gaat. En zeker ook waarom deze oorlog een breuklijn vormt en welke gevolgen dat voor het Westen kan hebben.”
Zal de anti-Oekraïense stemming ook in West-Europa toenemen?
„Dat nemen we al vaak waar. Misschien is die houding niet direct anti-Oekraïens, maar eerder kritisch als het gaat om de mate van solidariteit. Het enthousiasme is voorbij, wellicht zal dat tot meer ”Realpolitik” leiden.”
Poetin kan tevreden zijn? Hij, ofwel Rusland, heeft tenslotte de tijd. Anders dan in democratieën kan Poetin niet worden weggestemd, hij blijft zitten.
„In Moskou wordt dit onderscheid met genoegdoening gadegeslagen en zal men op tijd blijven spelen. Echter: Rusland moet het Westen ook niet onderschatten. Onverkort heerst er een consensus over de strategische en geopolitieke doelen in zowel de NAVO als de EU. Het algemene gevoelen is dat Oekraïne de oorlog niet verliezen mag en derhalve solidariteit nodig heeft. Rusland hoopt dat de stemming in het Westen bij verkiezingen omslaat. Dat kan dan leiden tot andere regeringen, die de handhaving van deze pro-Oekraïense consensus bemoeilijken en de hulp aan Oekraïne kunnen verwateren.”