Op de kleintjes letten in grootheid Schepping
Als we het hebben over wonderen van de schepping gaat het al snel over de zogenaamde ”big five”: leeuw, neushoorn, luipaard, buffel en olifant. Maar de grootheid van de Schepper is juist ook zo duidelijk zichtbaar in de kleinste wezentjes.
In de nazomer zijn er nog insecten actief. Op de herfstasters strijkt een late dagpauwoog neer en bij het bijenhotel kruipt een blauwe goudwesp zoekend rond. Op de nabloei van de sneeuwbes zoekt een stadsreus naar nectar; vervaarlijk om te zien, maar het is een onschuldige zweefvlieg. Ook de berm herbergt nog wat late insecten. Op een verdorde grasstengel speurt een roodpootschildwants naar een geschikt winterverblijf en op de laatste bloemen van de cichorei zitten twee slapende bijtjes. Een fraaie penseelkever vliegt recht op zijn doel af. Voor een herfstblaaskop moet je in de buurt van nestjes van zijdebijen zoeken, want daarin legt deze vlieg haar eitjes.
Chiel Jacobusse (1955) is geboren in Zeeland en woont daar al zijn hele leven. Hij publiceert veel artikelen en foto’s over de natuur in boeken, kranten en tijdschriften en is dagelijks bezig met natuurstudie. Zijn fotografie heeft steevast de verwondering over de schepping tot onderwerp.