Jaar na dood Mahsa Amini smeult in Iran nog altijd de onvrede
Een jaar na de dood van de 22-jarige Mahsa Amini is de onvrede onder jonge Iraniërs nog altijd groot. „Het is net als een veenbrand.”
Vrouw, leven, vrijheid. Maandenlang weergalmde deze leus in de straten van Iran. De dood van Amini –zaterdag precies een jaar geleden– leidde destijds tot massale protesten in het hele land. Zij was opgepakt door de moraalpolitie omdat ze de islamitische kledingvoorschriften had overtreden. Kort na haar arrestatie overleed Amini in een cel.
In de weken en maanden daarna gingen met name jonge Iraniërs –en vooral vrouwen– massaal de straat op om te demonstreren tegen politiegeweld en voor meer rechten. Vrouwen trokken hun hoofddoeken af en verbrandden die demonstratief als protest tegen de verplichte hoofdbedekking.
Verbijsterd
Wie een jaar na de dood van Amini de balans opmaakt, ziet weinig hoopvolle signalen voor de ontevreden Iraniërs. De omverwerping van het regime, waar de demonstranten op hadden gehoopt, bleef uit (zie: De vonk sloeg niet over). Het islamitische regime in Teheran sloeg de protesten met dodelijk geweld neer.
Ook de zo gehate kledingsregels zijn nog altijd van kracht. De hoofddoek is zelfs bestempeld als „een van de principes van de Islamitische Republiek”. De moraalpolitie, die grotendeels uit het straatbeeld was verdwenen, keerde terug en houdt inmiddels toezicht met camera’s. Daarnaast is een wet in de maak die hoge geldboetes en celstraffen tot tien jaar stelt op het niet dragen van een hoofddoek.
Voor Iraniërs lijkt het alsof ze van de regen in de drup terecht zijn gekomen. „Het recente wetsvoorstel over de hijab laat me diep verbijsterd en gebroken achter”, vertelde een studente tegen de Iraanse mensenrechtenorganisatie HRA. „Onze langdurige en gepassioneerde protesten leken aan dovemansoren gericht. De progressieve toekomst die ik voor ogen had voor ons land voelt nu verder weg.”
Smoren
„De Iraanse staat is in het afgelopen jaar sterker gebleven dan veel mensen dachten”, zegt Peyman Jafari. De Iraans-Nederlandse historicus doceert geschiedenis en internationale betrekkingen aan de William and Mary University in het Amerikaanse Williamsburg.
In de achterliggende weken voerde Teheran de druk op om elke nieuwe vorm van protest te smoren. Honderden activisten zijn in aanloop naar de sterfdag van Amini opgepakt. Jafari: „De Iraanse overheid probeert duidelijk te intimideren. Die wil echt laten zien dat ze de controle over de straat terughebben.”
Toch is de geest nog altijd niet in de fles, ziet de Iran-deskundige. Een veel grotere groep vrouwen dan voorheen draagt de hoofddoek niet meer in het openbaar, zoals in restaurants of de auto. De winst van de protesten is volgens Jafari dan ook dat vrouwen zich weer laten gelden in de publieke ruimte. „Ze zien dat ze niet alleen staan. De verandering ten opzichte van een jaar geleden is dat de muur van angst is weggevallen en het zelfvertrouwen is toegenomen.”
Een van die vrouwen is de 29-jarige Hania uit Qazvin. „De moraalpolitie blijft ons lastigvallen en vrouwen slaan, maar toch draag ik sinds vorig jaar geen hoofddoek meer”, vertelde ze tegen de NOS.
Doormodderen
De onvrede die aan de basis van de protesten lag, is nog altijd aanwezig. De dood van Amini was slechts een vonk die het geheel deed ontvlammen, zegt Jafari. „Dat had ook twee maanden later kunnen plaatsvinden.” Jongeren hebben nog steeds genoeg van de restricties. Met name de vrouwen, „die meer dan anderen belemmerd worden in hun doen en laten.”
Daarnaast speelt ook sociaaleconomische boosheid een rol. De werkeloosheid onder jongeren is enorm, weet de historicus. „Dat heeft allerlei sociale gevolgen. Als jongere zonder baan is het moeilijk om aan een huis te komen en te trouwen.” Daarbovenop komt een „enorme teleurstelling in het politieke systeem”.
De Iran-deskundige denk dat de onvrede zaterdag opnieuw zichtbaar zal zijn. „Er zullen protesten plaatsvinden en leuzen geroepen worden. Maar op het niveau van een jaar geleden? Nee, dat niet.”
Op langere termijn is Jafari meer hoopvol gestemd over de kansen van de oppositie. „Bij elke golf van protest en daaropvolgende repressie ondermijnen de autoriteiten hun eigen legitimiteit. Ze maken vijanden. Niet alleen onder de bevolking, maar ook in eigen gelederen. Het is doormodderen voor het regime. De protesten zijn net als een veenbrand. Ze gaan hoe dan ook terugkomen.”