Topambtenaren adviseren volgend kabinet forse bezuinigingsoperatie
Topambtenaren adviseren een volgend kabinet een forse bezuinigingsoperatie in gang te zetten. Vanaf 2028 moet er jaarlijks 17 miljard euro minder worden uitgegeven, of moeten voor dat bedrag de belastingen omhoog.
Dat schrijft de Studiegroep begrotingsruimte in een maandag gepresenteerd advies. De studiegroep bestaat uit onder meer topambtenaren van de ministeries van Financiën, Economische Zaken en Sociale Zaken en directeuren van het Centraal Planbureau (CPB) en De Nederlandsche Bank (DNB). Het advies kent een zeker gewicht: het is de zeventiende keer dat de studiegroep voorafgaand aan de verkiezingen advies geeft over het te voeren begrotingsbeleid.
De studiegroep heeft stevige kritiek op het begrotingsbeleid van het kabinet-Rutte IV. „De afgelopen kabinetsperiode zijn onvoldoende scherpe keuzes gemaakt en is ervoor gekozen om maatschappelijke uitdagingen veelal met extra geld op te lossen.” Ministeries krijgen die extra miljarden lang niet allemaal uitgegeven: er is sprake van „onrealistische begrotingen”.
Een zak geld is niet per definitie de juiste oplossing voor een maatschappelijk probleem, vinden de topambtenaren. Zij wijzen een volgend kabinet erop dat strengere normen of hogere belastingen óók een middel kunnen zijn om bijvoorbeeld klimaatbeleid vorm te geven.
Al met al komt de studiegroep tot de conclusie dat het nu tijd is voor een „koerscorrectie”. Deze aanbeveling wordt volgens de topambtenaren gedeeld door de hoogleraren en andere experts die zij hebben geraadpleegd. „Er is consensus dat bijsturing nodig is”, staat in het rapport. Het is wel zo dat de deskundigen van mening verschillen over de omvang van de bezuinigingsopgave.
Rente
Onder meer de stijging van de rente speelt de overheidsfinanciën parten. Bij de start van Rutte IV rekenden beleidsmakers nog met nul procent rente, maar gedurende de kabinetsperiode liep dat snel op.
Verder waarschuwen de topambtenaren voor de snelgroeiende zorguitgaven. Nieuwe behandelmethodes worden in Nederland relatief snel toegepast in de praktijk. Daar is meestal geen afzonderlijk politiek besluit voor vereist. Dat betekent dat de zorguitgaven meegroeien met de stand van de wetenschap. Mede daardoor verwacht het CPB dat de zorguitgaven verdrievoudigen tussen 2020 en 2060.
Ook de AOW zal geleidelijk aan een grotere kostenpost worden. De verwachting is dat de uitgaven aan de oudedagsvoorziening in minder dan tien jaar tijd oplopen van 48 naar 57 miljard euro. Dat komt simpelweg door het toenemend aantal mensen dat de pensioengerechtigde leeftijd bereikt. De studiegroep suggereert om de AOW-leeftijd sneller te laten stijgen. Ook een lagere pensioenuitkering behoort tot de mogelijkheden.