Enquête fraudebeleid startte met verhoren toeslagenouders: „Mama, waarom huil je?”
De parlementaire enquêtecommissie die onderzoek doet naar het fraudebeleid van de overheid in de achterliggende decennia is woensdag gestart met de openbare verhoren. Gedupeerde toeslagenouders deden hun verhaal.
Dulce Goncalves-Tavares, een alleenstaande, werkende moeder van drie kinderen, beet de spits af. Zij kreeg in 2013 van de Belastingdienst te horen dat ze 125.000 euro moest terugbetalen. Haar toeslagen werden stopgezet en er volgde loonbeslag.
In eerste instantie drong de omvang van de terugvordering niet tot Goncalves door. „Ik dacht dat het om 125 euro ging”, vertelde ze. Na telefonisch contact met de Belastingdienst werd haar langzaamaan duidelijk dat ze het duizendvoudige moest terugbetalen.
Tot Goncalves’ verbazing werd het loonbeslag veel te hoog vastgesteld. Ze zou 2500 euro per maand moeten afstaan. Zoveel verdiende ze niet eens.
Een tijd lang heeft ze moeten rondkomen van 250 euro per maand. Daar moesten alle uitgaven van worden betaald, ook de vaste lasten als huur, gas, water en licht. Dat was een onmogelijke opgave, waardoor haar schuld opliep tot bijna 200.000 euro.
Voor de kinderen was er niet altijd ontbijt. Ook zagen ze hun moeder vaak huilen, vertelde Goncalves. „Een van m’n kinderen vroeg: „Mama, waarom huil je?” „Dat komt door de wind”, antwoordde ik. „Maar mama, er is helemaal geen wind”, klonk het daarop.”
Antwoorden
De hoofdvraag die de enquêtecommissie de gehoorde toeslagenouders voorhield, was hoe het contact met de Belastingdienst verliep. Maakte de fiscus duidelijk waarom er zo’n torenhoog bedrag werd gevorderd? Kregen jullie antwoorden op vragen die jullie daarover stelden aan de dienst? Wees de Belastingdienst jullie voldoende op de toegang tot rechtsbescherming?
Het antwoord van Goncalves was helder. Het enige wat ze van de fiscus hoorde was: „Je bent fraudeur. Terugbetalen”. Ook verklaarde ze later in haar dossier te hebben teruggelezen: „We gaan ze pakken”. Een vast contactpersoon was er niet. Iedere keer liep het contact via een andere medewerker van de Belastingdienst.
In uiterste wanhoop stuurde Goncalves handgeschreven brieven naar de fiscus. Met daarin de noodkreet: Verlaag de terugvordering zodat ik geld heb om m’n kinderen eten te geven. Deze handgeschreven brieven vond ze later terug in haar dossier.
Het echtpaar Deceuninck, gedupeerde toeslagenouders die later op de dag gehoord werden, had vergelijkbare ervaringen in het contact met de Belastingdienst. Ter illustratie vertelde Jurgen Deceuninck over een dag waarop hij samen met zijn vrouw naar het kantoor van de Belastingdienst moest komen. De politiek verantwoordelijken hadden toen reeds erkend dat er grote fouten waren gemaakt. Het echtpaar Deceuninck verwachtte op kantoor inzicht te krijgen in hun dossier en uitleg te krijgen hoe het in hun situatie zo misgelopen was.
Dat bleek vergeefse hoop. Op tafel lag een dun stapeltje papier – het dossier. In plaats van dat medewerkers van de Belastingdienst toelichting gaven op de achterliggende jaren, vroeg de dienst hen of ze de waarom-vraag zelf konden beantwoorden, verklaarde Deceuninck.
Dat financiële middelen tekortschieten om het leed in de achterliggende periode te compenseren, is een tweede overeenkomst in de verhalen van Goncalves en het echtpaar Deceuninck. „De tijd die ik aan m’n kinderen had moeten besteden, de liefde, de glimlach die gemist werd. Het is niet meer in te halen”, zei Goncalves.
Uiteindelijk is voor Goncalves in 2016 de weg naar herstel ingezet. Dankzij de steun van de teamleider op haar werk is ze naar de rechter gestapt. Na enkele testvragen en een bezoek aan haar woning geloofde de rechter dat Goncalves de waarheid sprak. „Zoek andere ouders op. Je bent niet de enige”, was het advies aan de alleenstaande moeder.
Pas toen Goncalves in 2019 haar dossier onder ogen kreeg, werd voor haar duidelijk dat de directeur van de kinderopvanginstelling de daadwerkelijke fraudeur was.
Voor Goncalves is de zaak nog niet afgedaan, nu de hersteloperatie loopt. „Er is echt iets goed misgegaan. En dat mag de overheid gaan herstellen.”