Is het eerlijk dat derdelander rechten van Oekraïners kwijtraakt?
Is het eerlijk dat de regering onderscheid maakt binnen een groep mensen die dezelfde oorlog zijn ontvlucht? Esmé Wiegman, directeur van Valente, vindt van niet. En terwijl rechters het oneens zijn over de kwestie, houdt het kabinet voet bij stuk.
Er is de laatste tijd veel te doen over derdelanders, mensen die tijdens de invasie van Rusland tijdelijk in Oekraïne bleven, bijvoorbeeld om te werken of te studeren. Zij vluchtten net als andere Oekraïners naar Europese landen en werden daar opgevangen onder dezelfde voorwaarden als mensen met de Oekraïense nationaliteit. Zo mochten ze bijvoorbeeld direct aan de slag. In Nederland ging het om een groep van ruim 4600 mensen.
Omdat er vanuit opvanglocaties signalen kwamen dat mensen de regeling misbruikten, maakte staatssecretaris Van der Burg van Justitie en Veiligheid in juli 2022 bekend dat derdelanders vanaf 19 juli niet meer in aanmerking zouden komen voor de tijdelijke bescherming. Ook stelde hij toen dat deze bescherming voor de groep derdelanders die al in Nederland was, per 4 maart 2023 zou worden beëindigd. Later werd dit 4 september.
Vanaf maart informeert de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) mensen per brief over hun mogelijkheden. Over de asielaanvraag van derdelanders uit Syrië en Jemen –enkele tientallen mensen– is met voorrang beslist; zij hebben inmiddels allemaal een status en mogen daarmee in Nederland blijven.
Ook derdelanders uit veilige landen als Marokko en India hebben de mogelijkheid gekregen hier asiel aan te vragen. Hun aanvraag maakt echter zeer weinig kans en wordt daarom versneld afgehandeld. Een woordvoerder van de IND vertelt desgevraagd dat heel weinig mensen uit deze groep een asielaanvraag hebben ingediend. Voor derdelanders uit overige landen, zoals Algerije, geldt dat ze na 4 september de reguliere asielprocedure kunnen doorlopen. Zo’n 700 mensen hebben hiervoor gekozen, meldde het ministerie van Justitie en Veiligheid eerder deze week. Derdelanders konden er ook voor kiezen om te vertrekken. Ze kregen daarvoor vergoedingen tot 5000 euro. Hiervan maakten tot 11 augustus 570 mensen gebruik.
Maar handelt de Nederlandse regering wel rechtmatig door de bescherming voor deze groep te stoppen? Over die vraag bogen meerdere rechters zich de afgelopen weken, met verschillende uitkomsten. De Raad van State moet het uiteindelijke antwoord geven, maar het kabinet houdt desondanks vast aan 4 september, meldde Van der Burg vrijdag nog.
Dat stuit Esmé Wiegman tegen de borst. Ze is directeur van Valente, een brancheorganisatie voor maatschappelijke opvang waar onder meer het Leger des Heils en stichting Ontmoeting bij zijn aangesloten. „Enige bescheidenheid zou het kabinet sieren. Het kan zomaar zijn dat de Raad van State beslist dat deze mensen niet mogen worden uitgesloten van de tijdelijke bescherming. Het minste wat je kunt doen, is op die beslissing wachten.”
Paspoort
Eerder deze week zette Wiegman in tv-programma EenVandaag uiteen waarom ze de beslissing van het kabinet afkeurt en welke zorgen ze heeft voor de toekomst van de derdelanders. Ze is geschrokken van de heftige reacties die de aflevering opriep, zegt ze. „Mensen schrijven dat deze mensen maar terug moeten naar hun eigen land, zodat we ruimte hebben voor echte vluchtelingen. Dan denk ik: echte vluchtelingen? Zijn dit geen echte vluchtelingen?”
Voor Wiegman is het niet te rijmen. „Derdelanders komen uit precies dezelfde oorlog, toch worden ze nu anders behandeld. Puur op basis van hun paspoort.”
Maar deze mensen kunnen toch terug naar huis, omdat ze maar tijdelijk in Oekraïne verbleven? In sommige individuele gevallen is dat misschien inderdaad mogelijk, beaamt Wiegman.
Waar ze zich zorgen om maakt? „Veel derdelanders zijn bij aankomst in Nederland aan het werk gegaan. Ze bouwen hier een bestaan op, nadat ze een oorlog ontvlucht zijn. Asiel aanvragen betekent dat ze niet meer mogen werken. Wij zijn bang dat velen van hen in de illegaliteit zullen belanden.”
Kwetsbaar
Die situatie moet koste wat kost worden voorkomen, stelt Wiegman. „Iemand zonder status heeft geen recht op opvang. Zulke mensen zijn enorm kwetsbaar en belanden op straat als ze hun werk verliezen. Ze zijn bovendien vaak slachtoffer van uitbuiting. Kortom: ze leven in mensonterende omstandigheden. Zo kunnen we toch niet met mensen omgaan?”
Overigens bleek vrijdag uit een rondgang van het ANP dat gemeenten vanaf maandag verschillend omgaan met derdelanders: sommige zeggen hen niet de straat op te sturen, anderen zeggen dat derdelanders inderdaad de opvang zullen moeten verlaten.
Mocht de Raad van State akkoord gaan met het stopzetten van de tijdelijke bescherming, dan pleit Wiegman voor maatwerk. „Zorg er dan in ieder geval voor dat mensen veilig terug kunnen keren en dat ze tot die tijd een plek hebben om te slapen.”