Poetin sprak daarom via een videoverbinding met zijn collega’s uit Brazilië, India, China en Zuid-Afrika, die allemaal wel aanwezig zijn op de top. Hij had het over de economische samenwerking tussen de opkomende landen.

Volgens de Russische president is het belangrijk dat de landen binnen Brics elkaar als gelijken behandelen en elkaars belangen respecteren. Hij denkt dat de meerderheid van de wereldgemeenschap achter het beleid van de landenclub staat, dat vooral op handel is gericht. De vijf lidstaten zijn samen goed voor meer dan 40 procent van de wereldbevolking.

De Braziliaanse president Luiz Inacio Lula da Silva benadrukte in Zuid-Afrika dat de landenclub geen uitdager is van de westerse G7. Het verband tussen Brazilië, Rusland, India, China en Zuid-Afrika is volgens Lula bedoeld om de handel in de zogeheten global south te coördineren. „We willen ons gewoon organiseren.”

Omdat de global south een tegenhanger is van het rijke Westen wordt Brics vaak vergeleken met de G7, een club van welvarende democratieën uit Europa, Noord-Amerika en Japan. Lula verzet zich tegen die tegenstelling. „We willen geen tegenhanger zijn van de G7, de G20 of de Verenigde Staten”, zegt de Braziliaanse president in Johannesburg. Dat Lula een voorstander is van een gezamenlijke munteenheid voor de Brics-landen is volgens hem dan ook niet bedoeld om de dominantie van de Amerikaanse dollar tegen te gaan. Het zou de opkomende landen moeten helpen om onderling meer te handelen.

Op de driedaagse Brics-top gaat het ook veel over uitbreiding van de landenclub. Volgens Zuid-Afrika hebben meer dan veertig landen interesse in aansluiting. Lula zegt meerdere landen te steunen in hun verlangen om zich bij Brics te voegen, maar hij noemde alleen buurland Argentinië bij naam. Brics zou volgens de Braziliaanse president „geen exclusieve club” moeten zijn. Naar verluidt zouden bijvoorbeeld ook Saudi-Arabië en Indonesië zich bij de club willen aansluiten.