Koninklijk Huisonttroond
„Ethiopië is feitelijk nog altijd een keizerrijk”

De laatste keizer van Ethiopië, Haile Selassie of Ras Tafari, had wereldwijd een grote schare fans. Na hem raakte Ethiopië ernstig verdeeld, tot op de dag van vandaag. Het is tijd voor terugkeer van een koning of keizer, stellen Ethiopische monarchisten.

Mark Wallet
22 August 2023 16:35Gewijzigd op 22 August 2023 17:12
Haile Selassie, 1930.  beeld Topfoto, Gaetan Bally
Haile Selassie, 1930. beeld Topfoto, Gaetan Bally

Als we de opgetekende getuigenissen van de Poolse journalist Ryszard Kapuscinski mogen geloven, begon de Ethiopische keizer Haile Selassie (1892-1975) iedere dag met het luisteren naar de rapportages van verklikkers. De nacht bracht namelijk „het gevaar van samenzweringen met zich mee en Haile Selassie wist dat wat zich ’s nachts afspeelde belangrijker was dan wat zich overdag afspeelde. Overdag kon hij iedereen in de gaten houden. ’s Nachts was dat onmogelijk.”

Dus vergezelde de chef van de inlichtingendiensten, Solomon Kedir, de keizer steevast bij zijn dagelijkse ochtendwandeling. Een direct betrokkene vertelde Kapuscinski hoe dat ging: „De Keizer wandelt door een laantje en een pas achter hem gaat Kedir, die praat en praat. Wie met wie samengekomen is en waarom zij gesproken hebben. Tegen wie er samengespannen werd. Of men dat misschien al een samenzwering zou mogen noemen…” Na Kedir volgden nog verschillende informanten om de keizer van alle geheimen op de hoogte te brengen.

19518564.JPG
Keizer Haile Selassie l. met koningin Juliana m. en de toenmalige minister-president, Willem Drees, in de Ridderzaal, 1954. beeld ANP

Samenzweringen behoren tot de standaardbezorgdheden van alleenheersers. En niet ten onrechte, want vroeg of laat krijgen ze er in de regel ook daadwerkelijk mee te maken. Voor Haile Selassie kwam dat moment in 1974. Een groep militairen greep de macht en schoof kolonel Mengistu Haile Mariam naar voren als nieuwe leider. De Ethiopische bevolking was onder diens „rode terreur” beslist niet beter af, maar het keizerrijk keerde niet meer terug.

Voor Haile Selassie veranderde er intussen niet eens zoveel. De monarch verbleef zijn laatste levensjaar in gevangenschap in het Menelik-paleis, op een heuvel buiten de Ethiopische hoofdstad Addis Abeba. Kapuscinski citeert in zijn boek ”De Keizer” een bericht van het Franse persbureau AFP uit februari 1975 waarin staat dat soldaten daar „als in de beste tijden van het keizerrijk” hun buigingen voor Selassie bleven maken. „Hierdoor (…) gelooft Haile Selassie nog altijd dat hij de Keizer van Ethiopië is.”

Koning Salomo

Selassie, geboren als Tafari Mekonnen, wist dan ook bijna niet beter of hij was de keizer. Hij zwaaide vanaf 1930 de scepter over Ethiopië. In zijn autobiografie uit 1937 schrijft hij dat hij zich tot het hoge ambt geroepen voelde op grond van zijn „afkomst van de koningin van Sheba en koning Salomo”. Selassie was inderdaad telg van de zogenoemde Salomonsdynastie, die vanaf 1270 over Ethiopië regeerde. Deze dynastie had in dat jaar de voorgaande Zagwedynastie omvergeworpen, met een beroep op afstamming van koning Salomo. De Zagwedynsatie was tussen de 11e en 13e eeuw aan de macht en beriep zich niet op een Israëlische afstamming.

De vermeende verwantschap met het Israëlische vorstenhuis voeren Ethiopiërs terug op het bezoek van de koningin van Sheba aan koning Salomo, waarbij de veronderstelling is dat Sheba in het huidige Ethiopië lag. De Israëlische vorst zou het met haar hebben aangelegd, waarop de vorstin zwanger terugkeerde. Zij zette vervolgens een zoon op de wereld, Menelik I: de eerste koning van Ethiopië.

De historiciteit van dit verhaal is discutabel – volgens veel geleerden zou Sheba bovendien hebben gelegen in het huidige Jemen. Het heeft zich echter diep in het Ethiopische zelfbewustzijn genesteld. Een belangrijke weerslag ervan is te vinden in het middeleeuwse boek ”Kebre Nagast” – De glorie van de koningen.

Volgens het boek bezoekt Menelik I later zijn vader in Jeruzalem nog eens en keert hij vervolgens terug in Ethiopië met de ark van het verbond. De stammen van Dan en Juda zouden bovendien met hem zijn meegereisd. Dat zou het bestaan verklaren van zogenoemde Ethiopische Joden, ofwel de Beta Israël.

„Voor de Ethiopische keizers bevatte de tekst zonder meer de waarheid”, zegt Gizachew Tiruneh, politicoloog aan de University of Central Arkansas in de Verenigde Staten. Hij schreef verschillende boeken over de ”Kebre Nagast” en de geschiedenis van het Ethiopische koningshuis. Zelf wijst hij de teksten ook niet zomaar naar het rijk der fabelen. „Het valt niet uit te sluiten dat het zo is gebeurd”, zegt hij via Zoom over de relatie tussen Salomo en de koningin van Sheba.

Aan de vorige patriarch van de Ethiopisch-Orthodoxe Kerk vroeg Tiruneh eens of hij in het kader van zijn boekproject de ark mocht zien. „Dat mag echter niemand. De geestelijke zei me dat het belangrijker is te geloven dat de ark er is.” De ark zou zich bevinden in Axum, een stad in de regio Tigray. Er is één priester aangesteld als bewaker, die zijn leven lang dag en nacht bij de ark moet blijven. Hij is de enige die de kist mag zien.

Op grond van de verhalen uit de ”Kebre Nagast” was er decennialang, met wat onderbrekingen tussen 1870 en 1974, in het hart van de Ethiopische driekleur een leeuw te zien: de Leeuw van Juda. Na de val van Selassie verdween het dier al snel van het nationale dundoek. Eerst sneuvelden zijn tiara en kruis; vervolgens het dier zelf. In het hart van de vlag staat nu een ster, die symbool moet staan voor de eenheid van alle Ethiopische volken.

In ballingschap

19518563.JPG
Prins Ermias Sahle-Selassie Haile-Selassie. beeld Kroonraad

Maar over welke eenheid gaat het dan eigenlijk? „Mijn hart breekt als ik hoor van de zinloze slachtingen van onschuldige Ethiopiërs”, schrijft prins Ermias Sahle-Selassie Haile-Selassie in juni 2022 in een verklaring over geweld in verschillende Ethiopische regio’s. „We halen nu de bittere oogst binnen van vijf decennia van etnische politiek, vijf decennia van opdeling van ons volk in steeds smallere groepen op basis van onze taal, onze religie of onze regio.”

Een deel van de oplossing ligt voor de kleinzoon van Haile Selassie in het effectieve herstel van de keizerlijke dynastie. Hoewel prins Ermias zich naar eigen zeggen nooit politiek wil uitlaten, acht hij het „niet politiek om Ethiopië eraan te herinneren dat haar Kroon kan helpen om het land nu te verenigen en te helen, zoals op menig moment in het verleden.” Ofwel: wordt het niet eens tijd het keizerrijk in de praktijk te herstellen?

Prins Ermias schreef de verklaring als voorzitter van de Kroonraad, een orgaan dat volgens haar website „functioneert als de Kroon.” De Kroonraad staat op het standpunt dat de keizerlijke dynastie nooit is afgeschaft: keizer Haile Selassie is namelijk nooit officieel afgetreden.

De strategisch adviseur van de Kroonraad, Gregory Copley, wijst erop dat de Ethiopische grondwet van 1955 bepaalt dat de Kroonraad de Kroon vertegenwoordigt in de periodes tussen twee keizers in. „In feite is het Ethiopische volk dus nooit zonder Kroon geweest”, stelt hij desgevraagd.

De Kroonraad zag zich enkele decennia lang weliswaar gedwongen zich in ballingschap te begeven, maar Copley ziet het als hoopvol teken dat prins Ermias zich inmiddels weer vrijelijk in Ethiopië kan bewegen.

Interessant is dat de coupplegers van 1974 –de Dergue– de keizerlijke dynastie inderdaad niet afschaften. Ze namen Haile Selassie gevangen, maar kroonden vervolgens diens zoon Amha Selassie bij verstek tot koning– niet tot keizer overigens. Amha Selassie (1916-1997) erkende die benoeming echter nooit.

Pas in 1989 nam hij tijdens een kleinschalige ceremonie in Londen de titel van keizer aan. Daarmee viel hem een indrukwekkende titulatuur toe: Zijne Keizerlijke Majesteit Keizer Amha Selassie, Gekozene door God, Veroverende Leeuw van de Stam van Juda en Koning der Koningen van Ethiopië. Als zodanig had hij de bevoegdheid de Kroonraad opnieuw te installeren, wat hij in 1993 deed.

Terugkeer keizer

Copley onderstreept dat de Kroonraad pal wil staan voor het democratische recht van de Ethiopiërs om hun eigen regering te kiezen – een lijn die keizer Haile Selassie volgens hem al inzette. De staatsvorm die de Kroonraad voor ogen staat, is die van een constitutionele monarchie, zoals in Nederland. Voor introductie ervan in Ethiopië is volgens Copley echter „overweldigende publieke instemming” nodig. Het is de reden dat prins Ermias nooit de titel van keizer aannam, maar kroonprins bleef.

Copley is echter goed gestemd over de kansen voor de monarchie. „Er is sterke steun voor de Kroon, zowel in Ethiopië als in de diaspora”, beweert Copley. „Dat is goed te zien tijdens publieke feestelijkheden of demonstraties, wanneer er een zee van keizerlijke Ethiopische vlaggen, met de leeuw van Juda, te zien is.”

Politicoloog Tiruneh zegt dat er geen peilingen zijn gedaan naar de steun voor de monarchie in Ethiopië, maar hij zou herstel ervan niet willen uitsluiten. Tiruneh stelt dat sowieso het grootste deel van de geestelijkheid van de Ethiopisch-Orthodoxe Kerk voor terugkeer van de monarchie is, net als de generatie van 80-plussers. „Onze vaders keerden zich tegen de revolutie”, zegt hij. Daarnaast ziet de wetenschapper steun bij „sommige jongeren die goede kennis van de koninklijke geschiedenis hebben.”

Tiruneh tekent aan dat de steun in Ethiopië per regio verschilt. „De deelstaat Oromia is bijvoorbeeld sterk onhiërarchisch. Er zijn ook regio’s met eigen vorsten. Maar dat hoeft een nationale keizer niet in de weg te staan.”

Wat Copley hoop geeft zijn „de goede en frequente contacten” tussen prins Ermias en Ethiopische regeringsleden. Ook de lijntjes met de patriarch van de Ethiopisch-Orthodoxe Tewahedo Kerk zijn kort, aldus de adviseur van de Kroonraad. In gesprekken met al deze mensen bespreekt de prins „hoe het Ethiopische volk de eenheid terug kan vinden na decennia van verdeeldheid onder communistische regimes.”

„De Kroon en de Ethiopische Kerk zijn de grote symbolen van een verenigd Ethiopië”, stelt Copley. De Ethiopische identiteit is volgens hem voor „het overgrote deel van de Ethiopiërs” belangrijker dan eigen etniciteit, taal, religie en gebruiken.

Copley is ervan overtuigd dat de daadwerkelijke terugkeer van een koning of keizer „het gevoel van eenheid en het prestige van Ethiopië in de internationale gemeenschap zal versterken. Het prestige en zelfvertrouwen van Ethiopië als een natie was nooit hoger dan onder keizer Haile Selassie.”

Hoe aanwezig zijn de voormalige vorstenhuizen nog? Wat is hun aanhang, wat zijn hun ambities? Het laatste deel in een serie artikelen elke dinsdag in juli en augustus.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer