Irakezen ondanks aanslagen naar de stembus
Iraakse burgers hebben zondag aanslagen en beschietingen getrotseerd om hun stem uit te brengen in de eerste vrije parlementsverkiezingen sinds vijftig jaar. Bij geweld kwamen minstens 44 mensen om het leven.
Toch leek volgens de autoriteiten de opkomst onder de 14 miljoen kiesgerechtigde Irakezen hoger te zijn dan de 57 procent die vooraf was voorspeld. De Amerikaanse president Bush sprak in een reactie van een enorm succes.
Veel aanslagen werden gepleegd in de buurt van stembureaus, zoals in het westen van Bagdad, waar een man zichzelf opblies toen hij op een rij kiezers afliep. Behalve de dader kwamen drie politiemannen en een burger om het leven. De groep van de Jordaanse terrorist Abu Musab al-Zarqawi, al-Qaida in Irak, eiste via internet de verantwoordelijkheid voor zeker vier aanslagen op stembureaus op.
Interim-premier Iyad Allawi zei toen hij zijn stem uitbracht dat het voor het eerst was dat de Irakezen hun eigen lot bepaalden. Secretaris-generaal Kofi Annan van de Verenigde Naties noemde de verkiezingen de eerste stap op weg naar democratie.
De Amerikaanse president George Bush prees de moed van de Irakezen, die „de antidemocratische ideologie” van terroristen ferm hebben afgewezen. „De wereld hoort de stem van de vrijheid vanuit het centrum van het Midden-Oosten”, zei Bush.
Jean-Pierre Kingsley, de leider van een team internationale waarnemers, zei zondag dat de verkiezingen over het algemeen aan internationale maatstaven voldeden. „Zeker als men rekening houdt met waar het Iraakse volk vandaan komt, is dit een zeer goed proces”, zei Kingsley, een Canadees.
De groep van Kingsley volgde de verkiezingen vanuit Jordanië. De groep beoordeelde niet de verkiezingen zelf, maar de manier waarop ze georganiseerd waren en hoe de onafhankelijke Iraakse kiesraad was samengesteld.
Ondanks het geweld, dat nog geen twee uur nadat de stembureaus waren opengegaan begon, kwamen in sjiitische en gemengd sjiitisch-soennitische wijken in Bagdad en in zuidelijke steden als Basra veel kiezers opdagen. In Askan, een plaatsje in de zogenoemde driehoek des doods ten zuiden van Bagdad, waar zowel sjiieten als soennieten wonen, stond bij alle stembureaus een rij van zeker twintig kiezers.
„Dit is democratie”, zei Karfia Abbasi, een in het zwart geklede oudere vrouw, terwijl ze haar in paarse inkt gedoopte duim omhooghield om te laten zien dat ze had gestemd.
In de meeste soennitische steden, zoals Fallujah, Ramadi en Samarra in de buurt van Bagdad en Mosul in het noorden, was het de eerste uren akelig rustig bij de stembureaus. Rond het middaguur begon dat echter te veranderen. Bij een stembureau in Samarra stonden tientallen kiezers en in Mosul gingen honderden kiezers, overwegend Koerden, naar de stembus, zeiden getuigen.
In het westen van Mosul braken gevechten uit tussen Iraakse soldaten en opstandelingen. Maar de vier stembureaus in Azamiyah, een overwegend soennitische wijk van Bagdad, gingen volgens bewoners niet eens open en in Beiji, een soennitisch bolwerk in het noorden van het land, waren de stembureaus zo goed als uitgestorven.
De prominente soennitische politicus Adnan Pachachi, die de afgelopen maanden voor uitstel van de verkiezingen pleitte vanwege het geweld, zei tegen CNN „opgelucht” en „bemoedigd” te zijn door de opkomst, die hoger leek dan was verwacht, zelfs in Fallujah en Mosul.
Carlos Valenzuela, adviseur van de Iraakse kiesraad namens de Verenigde Naties, zei dat de opkomst op de meeste plaatsen hoog leek te zijn, maar hij tekende daarbij aan dat het eigenlijk nog te vroeg was om stellige uitspraken over de opkomst te kunnen doen. „Er zijn natuurlijk aanslagen gepleegd, zoals verwacht”, zei hij, „maar die hebben de verkiezingen niet stopgezet.” In Fallujah en Ramadi stemde volgens hem een enkeling.
Op verschillende plaatsen in het land heerste bij de stembureaus een feestelijke stemming. Bij een stembureau in Bagdad maakten soldaten en kiezers een dansje. Bij een ander stembureau in de hoofdstad klemde een politieman zijn mitrailleur onder zijn arm om een oudere blinde vrouw bij de hand te kunnen nemen en naar de stembus te begeleiden. Weer een ander stembureau was halverwege de middag door zijn stembiljetten heen. Er werd geprobeerd nieuwe biljetten te bemachtigen.
Omdat in het hele land een vrijwel algemeen rijverbod gold konden opstandelingen geen aanslagen plegen met autobommen. In plaats daarvan bliezen ze zichzelf op met explosievengordels. Een van de bloedigste aanslagen had plaats in de omgeving van Hillah ten zuiden van Bagdad, waar volgens Poolse militairen een opstandeling in een busje dat kiezers naar het stembureau bracht wist te komen en zichzelf en zeker vier anderen opblies.
Bij aanslagen op stembureaus en scholen in Bagdad kwamen 21 mensen om het leven, inclusief de daders. In de sjiitische wijk Sadr City vielen nog eens drie doden toen een stembureau werd getroffen door een mortiergranaat. Ook vlak bij het huis van de minister van Justitie blies een opstandeling zichzelf op. Behalve de dader kwam één persoon om het leven. De minister was niet thuis.
Bij mortieraanslagen op een huis in Amel en op een stembureau in Khan al-Mahawil vielen drie doden, onder wie een politieman. In Mosul kostte een aanslag op een provinciebestuurder het leven aan diens lijfwacht. Rond het middaguur nam het geweld af. De andere doden vielen bij aanslagen en beschietingen in plaatsen ten noorden van Bagdad.
In de veertien andere landen waar Irakezen mochten stemmen, zijn vrijdag en zaterdag 186.619 stemmen uitgebracht, zo maakte de Internationale Organisatie voor Migratie in Genève zondag bekend. Dat komt neer op ongeveer 66 procent van de kiezers. Irakezen in het buitenland konden al vanaf vrijdag naar de stembus. In Jordanië was de opkomst met 73 procent het hoogst, in Groot-Brittannië met 51 procent het laagst. De Iraakse ballingen konden ook zondag nog stemmen.
Bij een stembureau in Australië brak zaterdag een gevecht uit toen demonstranten foto’s begonnen te nemen van kiezers. Later ging het stembureau dicht, omdat er een rugzak was gevonden en de vrees bestond dat er een bom in zat. Dat bleek echter niet het geval en na een uur ging het stembureau weer open.