Serie vakantiekoken: Quesadilla’s met drie vullingen
Wij zijn goed en wel geland. Hebben het werk weer opgestart. De kinderfietsen –eentje een maat groter dan vóór de vakantie– staan startklaar, de geodriehoeken mogen weer bijna uit hun etui (zowel de gloednieuwe in de even gloednieuwe etui als het exemplaar dat al heel wat toetsen heeft doorstaan). We staan met één been nog in de zomer –alleen al vanwege het weer– maar denken intussen volop aan broodtrommels en tussendoortjes die extra energie leveren bij het huiswerk.
Quesadilla’s, gevulde tortilla’s die je in punten snijdt, leken me wel geschikt voor nu. Vakantiegangers kunnen ze prima bereiden op de camping (of waar ook). Thuisblijvers bakken ze als makkelijke avondmaaltijd (maak dan één of maximaal twee vullingen, anders is het toch weer gedoe). En wie al in het gewone ritme zit, kan ze vast gebruiken bij de middagdip (of ze voeren aan hongerige pubers).
”Kaasdingetje” is de vertaling uit het Spaans, zo schijnt. En kaas gaat er zeker in. Niet weinig ook. Voor de smaak natuurlijk, maar ook om de boel bij elkaar te houden. De quesadilla is de Mexicaanse tosti, zou je kunnen zeggen. Maar dan wel een luxe, want er gaat een aardig hoopje vulling in een dubbele tortilla. Ze zijn ook goed te maken met een restje tacovulling of bijvoorbeeld pulled pork. Of met alleen kaas. Dat is hier de kindervariant.
Tip: Geen chilipoeder? Elk Mexicaans aandoend kruidenmengsel is bruikbaar. Of neem paprikapoeder of komijn. Chilisaus kan ook. Geen tijm en witte peper? Vervang ze door peterselie en zwarte peper. Of laat de kruiden weg.
