Denken over daken tijdens timmerles op het Hoornbeeck
Met je eigen handen iets moois maken wat jaren zichtbaar blijft en waar andere mensen vaak erg gelukkig van worden. Dat is waar toekomstige timmermannen op het Hoornbeeck College voor leren. Op de bouwplaats, en af en toe in het klaslokaal.
„Mark!” maant docent Gerard Hardeman de jongen die naast mij zit. „Opletten!” Oeps, de wificode die ik Mark vroeg moet maar even wachten. Na ruim twintig jaar zit ik weer eens in de schoolbanken. Die bevinden zich in het Hoornbeeck College in Amersfoort. Ik ben aangeschoven bij BBL-klas T2B1BA, met zeventien timmermannen en één metselaar in spe tussen de 16 en 19 jaar. Vier dagen werken ze bij een bouwbedrijf en één dag per week krijgen ze theorieles op school. In twee jaar tijd leren ze alles over funderingen, daken, vloeren, wanden en gevels, aftimmeren, veiligheid en duurzaamheid. Het is negen uur en de les is net begonnen.
Hellend dak
„Het onderwerp van vandaag is: daken”, begint Hardeman zijn les deze dinsdag. „Wie van jullie is al met daken bezig geweest het achterliggende jaar?” Een paar vingers schieten omhoog. Volgende vraag: „Er zijn twee hoofdgroepen daken. Welke zijn dat?” Het juiste antwoord is: een plat dak en een hellend dak. Een plat dak spreekt voor zich maar een hellend dak kan er in vele soorten en maten zijn. En voor elk soort dak is weer een andere naam. Ter introductie laat Hardeman een filmpje zien over de stof. „Aandacht!” zegt hij, voordat hij de video start.
Het is bijzonder voor mij om een les mee te mogen maken op het mbo. In de zesde klas van het vwo wist ik niet goed welke vervolgopleiding ik zou gaan doen. Hotelschool? Sportopleiding CIOS? Verpleegkunde? Politie? Het werd journalistiek aan de Christelijke Hogeschool Ede en ik rolde de krantenwereld in.
Meubels
Desondanks bleef ik nadenken over andere opleidingen, zeker toen ik door het vele typen last kreeg van mijn handen. Tien jaar geleden interviewde ik een jongen die meubels maakte voor in jachten. „Het moet op de tiende millimeter nauwkeurig”, zei hij. Prachtig leek me dat. Als ik opnieuw zou moeten kiezen, zou het misschien wel het timmervak worden. Vandaag krijg ik de kans ervan te proeven.
De klas gaat vragen uit het werkboek nakijken. Dat lijkt een sein voor de leerlingen om met elkaar te gaan praten. „Het wordt zaterdag gewoon 30 graden”, zegt een leerling. Een ander blijft met zijn reactie dicht bij het thema van de les: „Met zulk weer vallen de mussen dood van het dak.” Hardeman gaat snel door: „Jaron, de eerste vraag is voor jou.” Vervolgens gaat het over zaken waar ik weinig van af weet: vakwerk, tentdaken, koudebruggen en haakankers. Hardeman geeft complimenten bij een goed antwoord en probeert bij een verkeerd antwoord alsnog de juiste informatie uit de leerlingen te halen.
Zwaar beroep
Gerard Hardeman (53) is zo’n 24 jaar vakdocent bouwkunde. Hij geeft les aan metselaars, timmerlieden en keukenmonteurs. Zelf werkte hij ook dertien jaar in de bouw. „Je maakt altijd weer mooie dingen waar mensen blij en gelukkig van worden.”
De jongeren die voor het bouwvak kiezen zijn over het algemeen praktisch ingesteld, vertelt Hardeman. En ja, het zijn voornamelijk jongens. „Het is fysiek best een zwaar beroep. Daarnaast is de bouw een mannenwereld en niet iedere jongedame vindt het prettig daarin te werken. Maar ik ken ook dames die de opleiding wel hebben gedaan en die ook gewoon hun mannetje staan en vakwerk afleveren.”
Noem drie manieren waarop een dak wordt belast is een van de vragen uit het werkboek die klassikaal worden besproken. Met de belasting wordt bedoeld dat er krachten op het dak werken. Dat kan door wind, regen en sneeuw bijvoorbeeld. Maar het eigen gewicht van het dak is ook belasting, evenals zonnepanelen.
In de leerstof is extra aandacht voor de belasting van het dak door sneeuw. Het lijkt misschien niet zwaar; een verse laag sneeuw van 1 vierkante meter en 1 cm dik weegt ongeveer 1 kilo. „Maar reken nu even mee”, staat er in het lesboek, „stel, je hebt een plat dak van 15 meter bij 20 meter. De dakoppervlakte is dan 15×20=300 m2. En is er een sneeuwlaag van 20 cm dik. Dan is het gewicht van de sneeuw op het dak 300 m2×20×1 kg = 6000 kg. Dat is 6 ton sneeuw op het dak!”
Nog even gaat het over de dakconstructie. Hoe groter de overspanning van het dak, hoe groter de belasting die verdeeld moet worden en hoe dikker de balken moeten zijn – of, volgens Hardeman zegt men op de bouwplaats: hoe „zwaarder” de balken moeten zijn.
Zadeldak
We krijgen een A4’tje met verschillende plaatjes van daken erop. Om welke daken gaat het hier? Met behulp van de theorie kom ik er aardig uit. Inmiddels zie ik het verschil tussen een zadeldak en een lessenaarsdak en weet ik dat een tentdak bijna hetzelfde is als een torendak. De jongens worden wat onrustig bij het nakijken. Eentje zit te geeuwen, een ander rekt zich uit. Maar ze letten allemaal op. Ze moeten ook wel, want Hardeman geeft iedereen een beurt.
Tegen kwart voor tien lijkt de pap echt op. „Ik heb honger”, zegt er een. „Ik ook”, zegt zijn buurman. Hardeman begint over de hongerwinter. „Ja, toen aten ze zelfs bloembollen”, reageert een leerling.
Pakje shag
Pauze. Het verlossende woord is daar. De studenten verlaten in no time lokaal 111. Hardeman gaat koffie halen en ik heb tijd om Jachin, een van de studenten te spreken (zie: ”„Ik wilde gewoon de bouw in””).
Precies op het afgesproken tijdstip komen de leerlingen het lokaal weer binnen. Hardeman heeft met Kahoot een onlinequiz gemaakt over daken. En hij heeft ook een prijs voor de winnaar. „Een pakje shag?” grapt een van de studenten terwijl hij gaat zitten. „Omdat ik roken niks vind, krijg je een gevulde koek”, antwoordt de docent.
Als iedereen is ingelogd bij de quiz, verschijnen op het scherm alle namen. Hardeman drukt op start. ”Wat voor dak is dit?” staat er als vraag bij een plaatje. We beantwoorden de vragen op onze eigen telefoon. Na afloop van elk antwoord kun je zien wat de score is. Hoe sneller je het juiste antwoord heb aangeklikt, hoe meer punten je krijgt. Ik doe enthousiast mee maar kan deze vakmannen niet verslaan. De hoogste plek die ik weet te behalen is de zevende. De gevulde koek gaat naar Jonathan.
Timmercursus
Met een tevreden gevoel verlaat ik niet veel later het lokaal. Dit was boeiend. Timmerwerk is niet helemaal onbekend terrein voor mij. Het afgelopen jaar hebben mijn man en ik een houten schuur gebouwd. Juist dan is het interessant om de theorie erachter te leren.
Ik weet nu dat onze nieuwe schuur een zadeldak heeft met een sporenkap en vertel dat enthousiast thuis. Ook google ik op ”timmercursus”. Een compleet andere studie volgen zal ik niet zo gauw meer doen, maar er is altijd een middenweg.