Het weer in juli in Nederland leek een oer-Hollandse kwakkelzomer. Buiten de landsgrenzen heerste echter op veel plekken de hitte. Het was zelfs zo warm dat juli de boeken ingaat als de warmste maand ooit.
Hoe warm was het?
Volgens het Europese klimaatinstituut Copernicus mat de wereldwijde gemiddelde temperatuur in juli 16,95 graden. Dat klinkt misschien koel, maar in dat cijfertje zit ook de winter op het Zuidelijk Halfrond, de temperatuur boven alle oceanen.
Hoe extreem heet juli was blijkt uit enkele andere feiten. Het was niet een paar tienden graden warmer dan het vorige record, maar gelijk 0,33 (zie ook grafiek). De temperatuur lag 0,72 graden boven het gemiddelde van 1991 tot 2020.
Hoe warm het was blijkt ook uit de afzonderlijke dagtemperaturen. De aarde zat als het ware in een wereldwijde hittegolf. De gemiddelde temperatuur op aarde ligt al 36 dagen op rij boven het vorige dagrecord van 16,8 graden van 13 augustus 2016.
Waar was het het heetst?
In de loop van juli werden meerdere delen van de wereld geteisterd door hittegolven, droogte en bosbranden. In Zuid-Europa werden er temperaturen tot boven de 45 graden gemeten. Ook delen van de Verenigde Staten kampten met hitte, zoals Texas, Arizona en New Mexico. In de Amerikaanse stad Phoenix kwam de temperatuur dertig dagen lang elke dag boven de 43 graden. Ook in Zuid-Amerika en op Antarctica rees het kwik ver boven het gemiddelde.
Waardoor komt deze extreme hitte?
Wetenschappers wijzen naar de opwarming van de aarde door de uitstoot van broeikasgassen zoals CO2. Carlo Buontempo, directeur van klimaatinstituut Copernicus: „De recordbrekende temperaturen maken deel uit van de trend van drastische stijgingen van de wereldwijde temperaturen. Door de mens veroorzaakte emissies zijn uiteindelijk de belangrijkste oorzaak van deze stijgende temperaturen.”
Waarom het maandrecord ineens met ruim 0,3 graad werd verpulverd, daarover is weinig bekend. Wat meespeelt is dat de watertemperatuur in grote delen van zowel de Atlantische als de Stille Oceaan warmer is dan ooit tevoren. Aangezien de aarde voor meer dan 70 procent bestaat uit oceaan, tikt dat aardig aan. Water heeft doorgaans een verkoelend effect. Waar deze zogeheten ”mariene hittegolven” vandaan komen is onduidelijk.
Wat betekent dit voor de rest van het jaar?
In juni kopte het Reformatorisch Dagblad met een slag om de arm „Waarom 2024 mogelijk het warmste jaar ooit wordt en misschien 2023 al”. De realiteit blijkt inmiddels grimmiger dan gedacht. Volgens berekeningen van klimaatwetenschapper Zeke Hausfather is de kans dat 2023 het warmste jaar ooit wordt inmiddels 98 procent. Bijna zeker dus. De gemiddelde temperatuur komt mogelijk uit op 1,42 graden boven het industriële niveau. Ondertussen neemt El Niño –een weerfenomeen in de Stille Oceaan– in kracht toe. Met de gevolgen daarvan in het verschiet, wordt 2024 mogelijk nog warmer.
Wat zijn de reacties op de hete juli?
Thomas Smith, milieugeograaf aan de London School of Economics, stelde bij de BBC dat afkoeling er voorlopig niet in zit. Hij wees ook op het gelijk van oude klimaatberekeningen. „Modellen uit de jaren 90 plaatsten ons precies waar we nu zijn.”
„Het extreme weer dat in juli vele miljoenen mensen trof, is helaas de harde realiteit van klimaatverandering en een voorproefje van de toekomst”, aldus de secretaris-generaal van de Wereld Meteorologische Organisatie, Petteri Taalas. „De noodzaak om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen, is urgenter dan ooit tevoren. Klimaatactie is geen luxe maar een must.”
De secretaris-generaal van de VN, António Guterres, reageerde in juli ook in felle bewoordingen: „Het tijdperk van wereldwijd koken („global boiling”) is aangebroken.” Hij zei de winsten van de fossiele industrie en het treuzelen rond klimaatbeleid door politici „onaanvaardbaar” te vinden. „Leiders moeten leiden. Geen aarzeling meer, geen excuses meer, niet meer wachten tot anderen het eerst doen. Daar is simpelweg geen tijd meer voor.”