Oostpoort in Delft: een poort die niet in de weg stond
Fier steken de twee torenspitsen van de Oostpoort in Delft omhoog. Op deze zonnige maandagmiddag maken veel fietsers gebruik van de poort als toegang tot het centrum van de stad. Twee Aziatische toeristen maken foto’s van de poort en van zichzelf, andere vakantiegangers luisteren naar wat een gids hun te vertellen heeft.
De Oostpoort is als enige overgebleven van de acht stadspoorten die er ooit in Delft waren. Omdat de stad een oorlog tegen hertog Albrecht van Beieren had verloren, moesten in 1359 als straf de oorspronkelijke stadspoorten worden afgebroken. Daarna werd de Oostpoort, net als de andere poorten, meteen herbouwd. In 1519 werd het gebouw verhoogd en voorzien van torenspitsen. Vanwege de hoge stadsmuur, de poorten, grachten en wallen koos Willem van Oranje in 1572 voor Delft als woonplaats. Onder zijn leiding werd de hele vesting van Delft versterkt.
Rond 1840 werden de Delftse stadspoorten afgebroken. De Oostpoort mocht blijven staan omdat hij niet in de weg stond en zich in een uithoek van de stad bevond. Een klein stukje vestingmuur en een beeld van een bewaker herinneren aan de tijd dat de poort er stond om de stad te beschermen.
Op een trapje bij het water zitten Nina en Denis. Zij komt uit Gouda en Denis is student in Delft en komt uit Rusland. Samen brengen ze hier de middag door. Het stel zegt Delft een mooie stad te vinden, maar lijkt toch vooral aandacht voor elkaar te hebben.
De Oostpoort bestaat uit een landpoort en een waterpoort, met elkaar verbonden door resten van een stadsmuur. In 1964 werd het monument volledig gerestaureerd. Anno 2023 is het gebouw in gebruik als woonhuis en expositieruimte, en niet voor het publiek toegankelijk.