Alzheimer opsporen lijkt mogelijk met eenvoudige vingerpriktest
Aan de hand van een eenvoudige vingerpriktest –vergelijkbaar met die bij suikerziekte– kunnen artsen met meer dan 80 procent zekerheid vaststellen of iemand lijdt aan de ziekte van Alzheimer.
Die bevinding deelden onderzoekers woensdag op de internationale alzheimerconferentie (AAIC) in de RAI Amsterdam. Een betrouwbare test voor het vaststellen van de ziekte van Alzheimer is van belang om patiënten de juiste zorg en medicatie te kunnen bieden.
Vooral nu de Amerikaanse medicijnwaakhond FDA een aantal therapieën tegen alzheimer heeft goedgekeurd, is een bruikbare diagnostische test dringend nodig, verklaarde dr. Maria Carillo, hoofd wetenschappelijk onderzoek bij Alzheimer’s Association, de Amerikaanse vereniging voor alzheimeronderzoek, woensdag in Amsterdam. Patiënten komen immers alleen in aanmerking voor de –vaak peperdure– medicatie als bewezen is dat ze kampen met de hersenaandoening. „Bloedtesten kunnen, zodra ze zijn geverifieerd en goedgekeurd, een snelle, niet-ingrijpende en kosteneffectieve optie zijn.”
Huisartsen hebben zelf vaak moeite met het herkennen van alzheimer, vertelde dr. Sebastian Palmqvist, onderzoeker bij de Zweedse Universiteit van Lund, tijdens de bijeenkomst. Hij berekende dat de artsen in 55 procent van de gevallen de juiste diagnose stellen – aanzienlijk lager dan de score van 85 procent bij gebruik van de vingerpriktest.
Ongekoeld
Door een verkeerde diagnose krijgt meer dan de helft van de mensen met alzheimer niet de juiste behandeling, stelde Palmqvist. En zo’n 30 procent van de mensen die géén alzheimer hebben, ontvangt onterecht medicatie – met alle bijwerkingen van dien.
Voor het onderzoek verzamelden wetenschappers van de Zweedse Universiteit van Göteborg bloedmonsters van een kleine tachtig patiënten van het Ace Alzheimer Center in Barcelona. De monsters, verkregen via een prik in de ader en vinger, werden gedroogd –en ongekoeld– verscheept naar de Zweedse universiteit. Daar analyseerden de wetenschappers verschillende stofjes in het bloed die kunnen wijzen op de ziekte van Alzheimer, zoals NfL, GFAP en p-tau217. De uitslagen van de vingerpriktest bleken sterk overeen te komen met de waardes bij de reguliere methode van bloed verzamelen.
Thuis
Dr. Hanna Huber, onderzoeker bij de Universiteit van Göteborg: „Ons experiment toont de mogelijkheden van het op afstand inzamelen van monsters en het meten van signaalstoffen van alzheimer zonder dat opslag op lage temperatuur of speciale verwerkingsmethodes nodig zijn.”
Volgens Huber zijn bloedtesten voor het diagnosticeren van alzheimer nu nog beperkt beschikbaar door alles wat ervoor nodig is: voldoende ziekenhuiscapaciteit, goed opgeleid personeel en middelen voor vervoer en opslag onder gekoelde omstandigheden. „Een methode die het verzamelen van bloed thuis toestaat en eenvoudig kan worden uitgevoerd, vergroot de toegang tot deze testen. Dat zou kunnen leiden tot verbeterde vroege diagnose en het beter in de gaten houden van patiënten die extra risico lopen of al goedgekeurde therapieën ontvangen.”