Een kerktoren, een molen en een lelijke antennemast vullen de skyline van Putten vanaf Guliker’s Gas- en Oliehandel, het goedkoopste tankstation in de regio. Euro 170,9, diesel 143,9 en lpg 0,709 euro.

Maar niet lang meer. Zaterdag stijgen de benzineprijzen met 17 cent per liter (13,8 cent + btw). Het kabinet draait een accijnskorting uit coronatijd terug, waarmee de burger werd tegemoetgekomen in de hoge energieprijzen. Automobilisten betalen vanaf zaterdag 78 cent accijns op een liter benzine, vanaf 1 januari 88 cent.

Voor tankstations vormen zich lange rijen. Opvallend veel senioren gooien donderdag in Putten hun tank nog snel even vol. J. Ruitenberg (72) moet niets hebben van de prijsverhoging. „Alles wordt maar duurder.” Ze wijst met een beschuldigende vinger naar Den Haag. „We moeten snel een andere regering. Dit is niks.” Ze tankt 12,41 liter voor 21,21 euro. Zacht zoeft ze weg in haar zandkleurige hybride Yaris. Tankdop nog open.

Henk Visscher (68) rijdt voor met een dorstige Hyundai i30. „Mijn benzinemetertje begint bijna te piepen.” De oud-interieurbouwer heeft meer begrip voor de prijsstijging. „In coronatijd is veel geld uitgegeven aan de zorg. Dat moet toch weer worden terugverdiend. Het moet toch uit de lengte of de breedte komen.”

Een Volvo XC40 komt nog even profiteren van de ‘goedkope’ brandstof. De bestuurder tankt net iets te enthousiast. De golf benzine gutst over straat. Weg winst.

Ook M. Voois (88) komt speciaal tanken om geld te besparen. „Waarom moet ons land het duurste van Europa zijn met accijns?” Voois gooit 8 liter in zijn Corolla Verso. „Ik heb 1 euro verdiend”, zegt hij opgetogen. Zijn de kosten van de rit niet groter dan de besparing? „Neuh hoor, ik woon vlakbij.”

Schilleman Uitbeijerse (77), net terug van vakantie, komt ook speciaal tanken om de prijsstijging voor te zijn. „Zo’n besparing is mooi meegenomen.” De gepensioneerde ondernemer –bretels en sandalen– rijdt 12.000 kilometer per jaar met zijn Nissan Qasqai.

Kwartje van Kok

Vrolijk wordt de oud-importeur van keramiek niet van de prijsstijging. „Voor mensen met een smalle beurs betekent dit een ingreep op hun inkomen. De automobilist is altijd een melkkoe geweest.”

De Puttenaar kan zich nog altijd boos maken om het kwartje van Kok, de tijdelijke accijnsverhoging van minister Wim Kok uit 1991. Het beloofde kwartje is nooit teruggegeven. „Kwalijk. Beloofd is beloofd.”

Zijn tank zit vol: 42,42 liter, 72,50 euro. „Heb ik toch mooi even 5, 6 euro bespaard”, glundert Uitbeijerse. Hij weet er wel raad mee. „Ik ga straks met mijn vrouw een roomijsje met aardbeien kopen.”

Gea van Beek (61) is onderweg met haar Agila 1.2. Dagje Friesland. Maar eerst even tanken. „Anders kom ik niet ver.” Ze reageert gelaten op de prijsexplosie. „We hebben daar toch geen grip op.” Vrijdagavond rijdt ze nog even langs het benzinestation. „Als mijn tank helemaal leeg is.”

De ANWB noemt het „spijtig” dat Nederlanders vanaf 1 juli weer meer moeten betalen voor hun brandstof. „We waren blij met tijdelijke accijnskorting die veel Nederlanders verlichting gaf, omdat de koopkracht onder druk stond”, zegt ANWB-directeur Marga de Jager. „Veel Nederlanders zijn afhankelijk van hun auto. Zo’n 30 procent van de Nederlanders is afhankelijk van de auto voor woon-werkverkeer, leert onderzoek van de bond.

De ANWB wijst erop dat Nederland koploper is in Europa met de hoogte van accijns. „We roepen de staatssecretaris op deze accijnsverhoging niet door te laten gaan”, zegt De Jager. „De koopkracht van Nederlanders staat nog steeds onder druk. Hiermee komt de mobiliteit van Nederlanders die afhankelijk zijn van de auto verder onder druk te staan.”