De waterschappen staan de komende jaren voor een „enorme opgave”, zegt hoogleraar hydrologie Martine van der Ploeg van de universiteit in Wageningen. Deze week installeren de laatste waterschappen hun nieuwe bestuur, na de verkiezingen van afgelopen maart. Droge zomers en heftige regenbuien worden door klimaatverandering het nieuwe normaal, ziet zij.
Het Nederlandse waterbeleid, waar de waterschappen in grote mate voor verantwoordelijk zijn, was tot dusver vooral ingericht op „droge voeten houden”, legt Van der Ploeg uit. Nederland had altijd te veel water, dat beheerst moest worden met bijvoorbeeld dijken. Maar dat verandert de laatste jaren. De zomers zijn een stuk droger, de winters worden natter.
Dat houdt elkaar in balans, zou je zeggen, maar zo simpel ligt het volgens de hoogleraar niet. Nederland kan grofweg worden opgedeeld in een gebied met hoger gelegen zanderige gronden en lager gelegen, nattere gronden. De scheidslijn loopt ongeveer van het noordoosten naar het zuidwesten, aldus Van der Ploeg. Waterschappen kunnen het grondwaterpeil beïnvloeden door de waterstanden in bijvoorbeeld sloten bij te stellen. Door een stuw te sluiten, stroomt het water niet weg, maar blijft het hoog in de sloot staan. Daarmee blijft dan ook het grondwaterpeil in aangrenzende weilanden verhoogd.
Maar op die manier water vasthouden in het hoger gelegen deel als voorraad voor een droge zomer is volgens Van der Ploeg lastig, omdat zandgrond veel water doorlaat. In het lager gelegen deel kan vasthouden beter, maar is er juist door de lage ligging snel te veel water. Extreme buien kunnen daarnaast tot overstromingen leiden, zoals in 2021 in Limburg. De leemgronden daar, veelal op hellingen, kunnen water niet snel genoeg verwerken. Veel regen is dus niet zozeer een oplossing, maar onderdeel van het probleem.
De watersnood in Limburg was tot nu toe eigenlijk de enige keer dat ons land echt in de problemen is gekomen door de veranderende omstandigheden, zegt Van der Ploeg. Maar zulke serieuze problemen kunnen we meer gaan verwachten, als overheden geen oplossingen vinden voor de toenemende weersextremen. Zo moeten we volgens haar op termijn rekening gaan houden met drinkwatertekorten, wanneer water niet meer snel genoeg opgepompt kan worden bij een grote vraag.
In de waterschappen zijn verschillende belangen vertegenwoordigd, zoals die van boeren en natuurorganisaties. Uiteindelijk moeten alle partijen rekening gaan houden met de realiteit van meer droogte, ziet Van der Ploeg. „En vooral: samenwerken.”