Overijssel en Zuid-Holland balen van mislukken landbouwakkoord
De provincies Overijssel en Zuid-Holland vinden het „zeer spijtig” en „ongelooflijk zuur” dat het in Den Haag niet is gelukt om een landbouwakkoord te sluiten. Volgens beide provincies was het bereiken van een akkoord tussen het kabinet en de agrarische sector van groot belang voor de plannen die staan beschreven in het Provinciaal Programma Landelijk Gebied (PPLG). Heel wat provincies hadden al gezegd hun PPLG pas te kunnen afronden als er een landbouwakkoord zou zijn.
„Overijssel heeft het bieden van duurzaam toekomstperspectief voor de agrarische sector als een van de essentiële steunpilaren benoemd die nodig zijn om met elkaar de gestelde doelen en opgaven succesvol te bereiken”, aldus een woordvoerder van de provincie.
Het is volgens Overijssel nu aan het kabinet „om helderheid te verschaffen” hoe dat gewenste toekomstperspectief alsnog concreet kan worden ingevuld. „Het alternatief is dat de gebieden zelf de ruimte en het vertrouwen krijgen om met hun vakmanschap en ondernemerschap hier invulling aan te geven, maar dat betekent wel dat hiervoor de juiste instrumenten en gelden beschikbaar gesteld moeten worden.”
De Zuid-Hollandse gedeputeerde Meindert Stolk (land- en tuinbouw) vindt het „ongelooflijk zuur” dat het niet is gelukt om tot een breed landbouwakkoord te komen. „We hebben steeds beklemtoond dat een akkoord waarmee een duurzaam en economisch vitaal perspectief wordt geboden aan de landbouw, een belangrijke voorwaarde is voor een succesvol programma landelijk gebied. Ik hoop dan ook van harte dat de punten waar wel overeenstemming over is bereikt, voldoende basis bieden om toch verdere stappen te kunnen zetten.”
Alle provincies moeten uiterlijk 1 juli een eerste versie van hun PPLG hebben ingediend bij minister Christianne van der Wal (Natuur en Stikstof). Hierin beschrijven ze hoe ze de doelen voor natuur, stikstof, water en klimaat denken te gaan halen. Het Rijk heeft hier een transitiefonds voor opgezet van 24,3 miljard euro, maar dat lijkt bij lange na niet toereikend genoeg om alle plannen uit te voeren. De provincies gaan met hun wensen dat bedrag ruimschoots overschrijden. Zo zegt Overijssel 5 miljoen euro nodig te hebben. Zuid-Holland heeft nog geen concreet bedrag genoemd, alleen dat het om enkele miljarden gaat.