Zwemles moet migrant behoeden voor verdrinking
In deze warme weken zoekt menigeen verkoeling in het water. Triest genoeg verdrinken elke zomer tal van recreanten. Vaak zijn dat buitenlanders. Zwemlessen moeten migranten behoeden voor de gevaren van waterplas, rivier en strand.
„Ze knijpt mijn hand bijna blauw”, lacht Dorine Keukens. De zweminstructeur waadt samen met een asielzoekster door een van de zwembaden van het Erica Terpstra Sportfondsenbad in Nijmegen. De cursist krijgt voor het eerst zwemles. Ze vindt de confrontatie met het water lastig en houdt haar begeleidster daarom stevig vast.
Ook een zevental andere asielzoekers uit een nabijgelegen asielzoekerscentrum krijgt deze zonnige donderdagmiddag zwemtraining. De wekelijkse oefening van drie kwartier maakt deel uit van een reeks van tien lessen. De meeste asielzoeksters dragen zwemkleding die hun lichaam geheel bedekt.
„Open your legs” (Spreid je benen), adviseert instructeur Keukens. Ze begeleidt een asielzoekster die op haar rug zwemt. Keukens hamert erop dat haar cursist stevige bewegingen met haar benen moet blijven maken.
Ademen
„Houd je hoofd boven water. Dan kun je ademen”, instrueert Keukens een Turkse asielzoekster, die ze bij haar hoofd vastpakt. Ook de Turkse vrouw krijgt het advies om haar armen en benen flink aan het werk te zetten. „Arms and big legs, arms en big legs”, zegt de instructeur tegen de in het water ploeterende asielzoekster. De vrouw krijgt een compliment voor haar inspanningen. „Goed, goed!”
De asielzoekster wrijft het water uit haar ogen en vertelt aan de rand van het zwembad dat ze blij is met de lessen. „Dit is prachtig. We krijgen les in een schoon zwembad. En onze zwemlerares heeft geduld met ons. Ze wil dat wij ons goed voelen.”
Een 45-jarige Somalische migrant is eveneens in haar nopjes met de wekelijkse zwemtrainingen, die worden geregeld door het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) in samenspraak met de gemeente Nijmegen. „Ik vind deze lessen erg leuk. Je moet relaxen én opletten. Ik leer iedere keer iets meer. Nederland heeft veel water, dus is het goed dat je leert zwemmen.”
Gevaar
Op hete dagen in deze zomerse maanden zoeken mensen massaal het water op. Maar de zwemuitjes zijn niet zonder gevaar. Zo verdronk afgelopen week de 6-jarige Abdyrahman Ashirov uit Turkmenistan in recreatieplas De Lithse Ham in Brabant. De jongen woonde samen met zijn ouders in een opvang in Oss. Het kind kon niet zwemmen. Vorige week zaterdag verdronk in een zwemplas in Alblasserdam de 13-jarige Chiara, een meisje van Sri Lankaanse afkomst. Het kind uit Papendrecht zou niet goed hebben kunnen zwemmen.
In Nederland zijn in de periode 2012-2021 gemiddeld jaarlijks 87 inwoners verdronken, waarvan gemiddeld 13 onder de 20 jaar. Migranten zijn relatief vaak slachtoffer van een dodelijk zwemongeval. Uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek blijkt dat het risico op verdrinking onder jongeren met een migratieachtergrond tien keer zo hoog is dan onder de Nederlandse jeugd. Dat valt op te maken uit de vorige maand gepubliceerde ”Handreiking zwemveiligheid nieuwkomers”. Dat document komt uit de koker van onder meer VeiligheidNL, de GGD’en en de Nationale Raad Zwemveiligheid (NRZ).
Anders dan in Nederland hebben in veel andere landen kinderen nauwelijks zwemles gehad. Zo kan slechts ongeveer een derde van de Syrische kinderen zwemmen, terwijl van de Nederlandse jeugd 97 procent een zwemdiploma heeft.
Door onbekendheid met gevaren van water geven nieuwkomers minder prioriteit aan het leren zwemmen van hun kinderen dan Nederlandse ouders, signaleert de handreiking. Ook gebrek aan geld kan buitenlandse ouders ervan weerhouden hun kinderen op zwemles te doen. Verder kunnen bij islamitische religieuze redenen een rol spelen. „Een deel van hen ziet gemengd zwemmen vanuit hun geloof als niet geoorloofd. Hierdoor komen de jonge kinderen van deze ouders vaak niet in aanraking met water en beschikken de ouders ook minder over informatie over particuliere zwemlessen”, valt te lezen in de handreiking.
Rivieren
In onder meer rivieren liggen voor zwemmers de gevaren op de loer, zeker als ze zich al nauwelijks kunnen redden in het water. Die waarschuwing komt van Titus Visser, directeur van de Nationale Raad Zwemveiligheid. „Wij adviseren mensen in beginsel niet in rivieren te zwemmen. Het talud kan flink aflopen, waardoor een recreant ineens geen vaste grond meer onder de voeten heeft. Als iemand met amper zwemervaring dan kramp krijgt, kan hij onvoldoende in staat zijn zichzelf in veiligheid te brengen. Ook door verraderlijke stromingen kunnen mensen in problemen komen.”
In Nederland mag je overal zwemmen, tenzij het op een bepaalde plek verboden is, geeft hij aan. „Wij raden mensen aan om een locatie te kiezen op de site zwemwater.nl. Die plekken zijn min of meer veilig.”
Van belang is om mensen uit het buitenland, onder wie arbeidsmigranten uit bijvoorbeeld Polen, in hun eigen taal te waarschuwen voor gevaren van het water, benadrukt Visser. Bijvoorbeeld via folders of voorlichtingsvideo’s. Zo lanceerde de Nationale Raad Zwemveiligheid in 2022 de video ”Nederland waterland”. De video, in zeven talen beschikbaar, moet nieuwkomers wijzen op risico’s van zwemmen. Visser: „Werkgevers zouden nieuwe arbeidskrachten uit het buitenland in een welkomstpakket informatie kunnen verschaffen over de Nederlandse zwemcultuur.”
Op initiatief van onder meer de Nationale Raad Zwemveiligheid en de KNRM trekt deze zomermaanden een team door Nederland. Dat zal op „ludieke” manier aandacht vragen voor het belang van veilig zwemmen, legt Visser uit. „We delen op zwemlocaties flesjes zonnebrandcrème uit, met daarop de slogan: „Wie checkt jou?” Telkens zetten we dan een opblaasbaar oog op van een paar meter hoog.”
Bang
„Swim, swim, swim!” In het Nijmeegse zwembad zijn de aanmoedigingen aan de leerling-zwemmers niet van de lucht.
Vanaf de rand van het zwembad ploft de Afghaanse asielzoeker Amir Noori (31) in het water. Hij gaat kopje onder en probeert spartelend de kant te bereiken. Dat kost hem de nodige moeite. „Je moet je benen gebruiken”, adviseert zijn zweminstructeur Floor Krediet.
Terwijl het water van hem afdruipt, vertelt Noori dat hij altijd een bloedhekel aan water had. „Ik was er bang voor, en vind water nog steeds eng. Ik heb lang gedacht: Als ik in het water beland, is het klaar met mij”, zegt de Afghaan, die inmiddels zo’n acht jaar in Nederland verblijft. „Nu ik een paar lessen heb gehad, is mijn angst verminderd.”
Instructeur Krediet werpt drie gele ringen op de bodem van het bad, waar het 1,25 meter diep is. „Kijk maar hoe je die ringen in één keer uit het water kunt vissen”, geeft hij zijn Afghaanse leerling mee. Noori duikt het water in en grist in een oogwenk de drie ringen van de bodem. „Met deze oefening leren we mensen onder water kijken”, legt Krediet uit. „Het is van belang dat zwemmers onder water niet in paniek raken, maar om zich heen kijken.”
Dankbaar
Het is broodnodig om migranten zwemvaardigheid bij te brengen, beaamt Patrick van Beek, een andere instructeur in het Nijmeegse bad. „We geven de volwassen migranten lessen die we ook bieden aan 5-jarige kinderen. We leren ze op hun rug te drijven of om bij een val in het water naar de kant te komen. Na tien lessen zijn de migranten zeker nog geen volleerde zwemmers.”
Zijn collega-instructeur Dorine Keukens merkt dat de migranten leergierig en dankbaar zijn. „De vrouw die aan het begin mijn hand bijna blauw kneep liet me aan het eind van de les weten: „Dank je wel, ik kan nu al een beetje zwemmen.””