Bij gevangenschap denken veel mensen meteen aan opgesloten zitten in een hermetisch afgesloten ruimte. Maar de thuiswerker die constant door zijn baas wordt gemonitord, kan zich evengoed vastgeketend voelen.
Dat stelt Hadassa Noorda, universitair docent aan de Universiteit van Amsterdam. Ze pleit daarom voor een ruimere definiëring van gevangenschap. Volgens Noorda zijn hier meerdere vormen van. Ze ontwikkelde er zelfs een nieuwe term voor: exprisonment.
Wat houdt dit begrip precies in?
„Hiermee wil ik zeggen dat je niet achter de tralies hoeft te zitten om gevangen te zijn. Denk bijvoorbeeld aan de enkelband. Je zit dan wel thuis, maar je bent net zo goed beperkt in je vrijheid. Dat is ook een vorm van gevangenschap.
Ook achter de tralies heb je verschillende niveaus van vrijheidsbeperking. In een maximum security gevangenis wordt de veroordeelde continu in de gaten gehouden, terwijl er in Nederland bijvoorbeeld halfopen gevangenissen bestaan waar gedetineerden weekendverlof kunnen krijgen. Met exprisonment wil ik ook op die verschillen wijzen.”
Wat zou volgens u de definitie van gevangenschap moeten bepalen?
„Ik kijk naar de impact van de straf. Bij een enkelband is die impact wel duidelijk, maar hiervan is eveneens sprake als thuiswerkende medewerkers intensief door de werkgever worden gemonitord.
De consequenties van vastzitten achter de tralies zijn natuurlijk groter, maar een thuiswerkende werknemer die scherp in de gaten wordt gehouden kan zich eveneens vastgeketend voelen, alleen dan aan zijn bureau. De beleving van de straf zou dus leidend moeten zijn in het bepalen wat als gevangenschap moet worden gezien.
Zijn er dan bedrijven die doorslaan in het volgen van thuiswerkend personeel?
„Teleperformance, een wereldleider in callcenters, controleert of de thuiswerker nog op zijn plek zit met webcams die gezichten herkennen. Het bedrijf registreert ook of het personeel belt of het toetsenbord gebruikt. Daarbij moet de thuiswerker vooraf toestemming vragen om naar het toilet te mogen of om iets te eten. Vertrekt iemand zonder toestemming, dan maakt de webcam een foto van de lege werkplek en stuurt die door naar de manager.
Ook Vopak, een wereldwijd opererend tankerterminalbedrijf, houdt medewerkers én bezoekers nauwlettend in de gaten. Het bedrijf werkt met een pasjessyteem waarmee het kan zien waar mensen zich in het pand begeven. Zelfs hun houding –staan, lopen of liggen– wordt gemonitord. Vopak gebruikt als argument dat het zo tijdig kan ingrijpen als iemand onwel wordt. Ondanks protest van het personeel en deskundigen die zeggen dat dit een te grote inbreuk op de privacy is, gaat het bedrijf hiermee door.
Deze vormen van controle gaan zo ver, dat dit vergelijkbaar is met gevangen-zijn. Niet alleen het beperken van de bewegingsvrijheid, maar ook het niet kunnen bepalen van een eigen dagritme zijn typische kenmerken van gevangenschap.”
Is het zo bezien überhaupt nog wel mogelijk om als werkgever het thuiswerkers te controleren?
„Een zekere mate van controle moet zeker kunnen. Soms is dat ook nodig om de thuiswerker beter te laten functioneren. De vraag is alleen waar de grenzen precies liggen. Dat vind ik moeilijk aan te geven. Ik zou het toejuichen als de werkgever ingrijpende vrijheidsbeperkingen niet zomaar kan wegmoffelen in de tekst van een arbeidscontract en hier ook geen toestemming voor mag vragen door dit met één klik op de muis snel even af te laten vinken door de werknemer.”
Welke gevolgen kan het oprekken van het begrip gevangenschap hebben voor de thuiswerker?
„Nu wordt het monitoren van de thuiswerker vooral gezien als een inbreuk op de privacy, maar dan zou het dus ook de vraag worden in hoeverre je personeel in hun bewegingsvrijheid mag beknotten. Dat voegt een extra dimensie toe aan deze discussie die recht doet aan de belevingswereld van in dit geval medewerkers.”
Hadassa Noorda, universitair docent aan de Universiteit van Amsterdam