Italië moet zich schrap zetten voor meer natuurrampen
De slagregens in de Midden-Italiaanse regio Emilia-Romagna zijn (voorlopig) gestopt. Kelders worden leeggepompt, puin geruimd en centimeters dik geelbruin slik uit woningen geschept. Tegelijk worden de eerste voorzichtige ramingen van de schade gemaakt.
Veertien doden, 10.000 évacués, 23 rivieren buiten hun oevers getreden, overstromingen in 42 gemeenten, 280 aardverschuivingen, bruggen ingestort, wegen weggeslagen en miljarden euro schade. Zeker 27.000 mensen zitten nog zonder stroom en in het stadje Lugo staat nog een halve meter water. Over de oorzaken wordt intussen druk geanalyseerd en gedebatteerd. Daarbij komen vooral drie factoren naar boven: toeval, klimaatverandering en menselijk falen.
Emilia-Romagna ligt aan de zuidkant van de Povlakte in het afwateringsgebied van zowel de Alpen als de Apennijnen. Het wordt doorkruist door tientallen meestal bescheiden rivieren en beken, die bij heftige regenval kunnen aanzwellen tot woeste stromen. Dat gebeurde deze maand, toen een vanuit Afrika afkomstige depressie met warme vochtige lucht voor de Apennijnen bleef hangen en zich uitstortte over de hele regio. Afgelopen dinsdag en woensdag viel daarbij 200 millimeter regen, de normale hoeveelheid van twee maanden.
Maar hetzelfde was aan het begin van de maand ook al gebeurd, zodat Emilia-Romagna in twee weken tijd overspoeld werd met de regen van een half jaar. De berghellingen die het water van twee weken geleden nog niet hadden verwerkt konden het niet aan en verzakten. Dijken braken door. Daarbij kwam nog een harde aanlandige wind vanaf de Adriatische Zee die de afvoer van het wateroverschot vertraagde.
Tropicalisering
Het was, volgens minister van Milieu Pichetto Fratin, een gebeurtenis zonder precedent. Maar de kans is groot dat de ramp van Emilia-Romagna geen uitzondering zal blijven. Meteorologen voorspellen dat zij zich in de komende jaren kan herhalen, omdat zij een rechtstreeks gevolg is van de klimaatverandering, die steeds vaker leidt tot extreme droogte en uitzonderlijke regenval. Minister Musumeci van Burgerbescherming, wiens departement de reddings- en hulpactiviteiten in het getroffen gebied leidt, sprak in dit verband van een „tropicalisering” van het Italiaanse klimaat, waarmee Italië moet leren leven.
Dat noodzaakt tot een actiever beleid dan tot nu toe is gevoerd. „Italië is een land dat niet erg tot preventie is geneigd. De politiek denkt altijd dat wederopbouw meer stemmen oplevert dan ingrijpen voordat de ramp zich voltrekt. Dat moet anders”, verklaarde Musumeci met een voor een politicus opzienbarende openheid. Inderdaad zijn de Italiaanse rivieren en berghellingen tientallen jaren opgeofferd aan ontbossing, kanalisering en woningbouw in of bij rivierbeddingen. Een roofbouw op de natuur, waarvoor al te grif vergunningen werden afgegeven om belangengroepen en politieke sponsors ter wille te zijn. Daarnaast werden beddingen en dijken al te vaak slecht of niet onderhouden.
Reservoirs
De aandacht gaat nu nog vooral uit naar noodhulp, zoals het onderbrengen van evacués, herstel van de toegangswegen naar afgelegen buurtschappen en waar nodig voorziening van voedsel en drinkwater. Dat is de taak van de Burgerbescherming, die daarvoor goed is toegerust en ervaring heeft opgedaan bij tientallen aardbevingen, vulkaanuitbarstingen en overstromingen. Daarna begint het echte herstelwerk.
Om herhaling te voorkomen van de watersnood in Emilia-Romagna, betoogde een deskundige op tv-zender Sky24, moeten reservoirs voor wateroverschotten worden aangelegd, rivierbeddingen gereinigd van bomen, stronken en afval, de dijken versterkt en bossen geplant om het nu nog snel wegstromende regenwater vast te houden. Langetermijnbeleid dus, dat nooit de sterkste kant is geweest van de Italiaanse politiek. Zo werd een door de regering-Renzi in 2014 opgesteld 15-jarig landelijk preventieplan door zijn opvolger Conte na vier jaar geschrapt zonder dat er iets voor in de plaats kwam.