Van kroningslied tot voetbalhymne: oude en nieuwe muziek bij Charles’ inhuldiging
Muziek speelt een belangrijke rol tijdens de kroning van Charles. Klassieke klanken klinken, die het al eeuwen goed doen bij zulke gelegenheden. Maar ook noten waarvan de inkt nog niet droog is. Wat voor muziek kunnen we zaterdag verwachten?
„Kunnen jullie niet een beetje knippen in Händels muziek?” vraagt aartsbisschop Lang in 1937 aan musici van de Londense Westminster Abbey. Zo gek is die vraag niet. De kroning van George VI staat voor de deur, en kroningen willen nog weleens eindeloos lang duren. De inhuldiging van Charles I in 1626 spant met meer dan vijf uur de kroon, maar ook bij andere kroningen zit men vaak zeker drie uur in de kerk.
Logisch dus dat de aartsbisschop mogelijkheden zoekt om te korten. En blijkbaar ligt muziek dan als eerste slachtoffer voor de hand. Toch komt het niet tot een knip in Händels werk. Ook in 1953 niet, als bij Elizabeths kroning dezelfde vraag wéér op tafel ligt. „Kan niet worden ingekort”, noteert de organist van de Abbey. Bovendien kan wat extra muziek geen kwaad volgens de musicus: „Geeft een welkome pauze.”
Traditie
De pogingen om op muziek te beknibbelen, doen vermoeden dat die nogal eens een ondergeschoven kindje is bij kroningsdiensten. Maar niets is minder waar. Al eeuwenlang spelen muziekwerken een centrale rol in de plechtigheden rond inhuldigingen van Britse vorsten.
Die vinden al sinds 1066 plaats in de Westminster Abbey. Welke muziek zo’n duizend jaar geleden precies klonk, is onbekend. Wel is duidelijk dat in de loop van de eeuwen kroningen steeds meer een vast verloop kregen. En ook muzikaal ontstond er een rijke traditie rond deze gelegenheden.
Sinds de vorige eeuw is er bij kroningsdiensten sprake van een „huwelijk tussen traditie en innovatie”, schrijft historicus Matthias Range in zijn boek over muziek bij Britse kroningen. Enerzijds innovatie: door de eeuwen heen inspireerden kroningen topcomponisten als Henry Purcell, Georg Friedrich Händel of Edward Elgar tot nieuwe muziek. Ook zaterdag staan weer tal van gloednieuwe composities op het programma.
Anderzijds traditie: kroningswerken van vroegere maestro’s die in de smaak vielen, worden soms al eeuwen hergebruikt.
Voetbaltoernooi
Zoals dus dat stuk van Händel, waarvan de aartsbisschop polste of het niet een beetje korter kon. Het gaat om de “anthem” ”Zadok the Priest”, een lied dat bij elke kroning sinds 973 gezongen is bij de plechtige zalving van de vorst. In 1727 schrijft Händel zijn variant op dit lied voor de kroning van George II. Sindsdien valt telkens de keuze op de versie van Händel.
Ook zaterdag zal deze klassieker weer klinken. Opvallend is de lange instrumentale opening door de strijkers en houtblazers. Die heeft een doel: tijdens de intro ontdoet de vorst zich van zijn koninklijke kleding om in een eenvoudig wit gewaad gezalfd te worden. Plotseling barst het koor los en plaatst de hoorders terug in de tijd, naar de zalving van de Bijbelse koning Salomo door de hogepriester Zadok en Nathan de profeet, beschreven in 1 Koningen 1.
Händels werk is een van de eerste kroningsstukken die ook buiten de kerk een rol gingen spelen; het staat nog regelmatig op concertprogramma’s. En zelfs wie zelden in kerk of concertzaal komt, zou het stuk zaterdag kunnen herkennen. In 1992 leende componist Tony Britton royaal van Händels muziek bij het schrijven van een hymne voor de Champions League, het belangrijkste Europese voetbaltoernooi.
Niet alleen Händels werk klonk al eerder, ook andere bewerkingen op het programma zaterdag gaan al een tijdje mee. Het ”Confortare” bijvoorbeeld, dat gezongen wordt na de inhuldiging van Charles. Het zijn woorden uit 1 Koningen 2:2, de laatste bemoedigende woorden van koning David aan zijn zoon Salomo: „Zo wees sterk”. Hier is gekozen voor de versie van Henry Walford-Davies, die hij schreef voor de kroning van George V in 1911.
Eredienst
Vrijwel nergens zijn vorst en kerk zo nauw op elkaar betrokken als in Engeland. De kroning vindt dan ook plaats tijdens een eredienst van de Kerk van Engeland. Dat is bepalend voor de muziekkeuze. De anglicaanse liturgie volgt vaste lijnen vanuit het Book of Common Prayer, het liturgisch handboek van de kerk. Zo klinken onder meer het ”Kyrie Eleison” –een gebed om ontferming–, het ”Gloria” –een lofprijzing– en het ”Veni Creator Spiritus” – een gebed om de komst van de Heilige Geest. Dit laatste lied wordt voor het eerst gezongen in de vier talen van het Verenigd Koninkrijk: Engels, Welsh, Schots en Iers.
Veel muziek is splinternieuw: van liefst twaalf componisten gaat zaterdag een muziekstuk in première, meldde Buckingham Palace. Een bewerking van Psalm 98 klinkt na de kroning van koningin Camilla van de hand van Andrew Lloyd Webber. De hedendaagse componist ging er zelfs over met Charles om tafel. De koning is zelf dus nauw betrokken geweest bij de muzikale invulling van ‘zijn’ dienst.
Nieuw is bijvoorbeeld ook het ”Alleluia”, een tweedelige bewerking van Psalm 47 van de hand van Debbie Wiseman. Bij dit stuk zal voor het eerst tijdens een kroning een gospelkoor optreden.
Gemeentezang
De aanwezigen mogen ook zingen. Naast het volkslied nemen zij twee eeuwenoude gezangen op de lippen. Dat gebruik is overigens nog relatief nieuw. Pas bij de vorige kroning, van Charles’ moeder Elizabeth in 1953, is de gemeentezang ingevoerd. Zaterdag klinken ”Christ is made the sure foundation” –ook gezongen bij het jubileum en de begrafenis van Elizabeth– en het bekende ”Praise, my soul, the King of heaven”, naar Psalm 103.
Het is maar een kleine greep uit de tientallen composities die zaterdag –instrumentaal of vocaal– de kerkruimte zullen vullen. Die door sommigen misschien vooral als „welkome pauze” ervaren zullen worden, maar vaker bijdragen aan de plechtigheid van het moment. Zo ervoer tenminste de 16-jarige Edward dat –later koning Edward VIII– tijdens de kroning van zijn vader George in 1911. „In die prachtige, schitterende vergadering, (…) luisterend naar de fanfares van trompetten, de rijke tonen van het orgel en de stemmen van het koor, werd ik me als nooit tevoren bewust van de ware majesteit en plechtigheid van het koningschap.”