Martinikerk wil „open kerk” zijn voor heel Sneek
De Martinikerk in Sneek is op tweede paasdag heropend na een grondige ‘vernieuwbouw’ die anderhalf jaar duurde. Kosten: circa 3,5 miljoen euro, inclusief gelijktijdig uitgevoerd onderhoud. Gedurfd en opvallend is de groene ovalen uitbouw.
Met een blik in de spiegel begon de renovatie zo’n tien jaar geleden, kort na het samengaan in 2011 van de hervormde gemeente en de gereformeerde kerk. „We vroegen ons allereerst af wat voor gemeente we wilden zijn”, zegt kerkrentmeester Tjeerd van der Kooi, voorzitter van de bouwcommissie. „Een uitkomst was dat we ons niet over drie kerkgebouwen moesten versplinteren als we echt één gemeente wilden vormen.”
De gemeente telt circa 3570 leden, meldt scriba Ellert Jongstra. November 2017 viel de beslissing om de Zuiderkerk en de Oosterkerk af te stoten en de Martinikerk te verbouwen. „De kerk, een rijksmonument, zou primair een kerkgebouw blijven, met zaalruimte voor de activiteiten van de gemeente, waaronder een jeugdhonk, maar tegelijk openheid uitstralen en verbinding maken met de stad. Onze gemeente wil graag kerk voor heel Sneek zijn.”
Hoop en verbinding
De kosterswoning werd afgebroken. Ervoor in de plaats kwam de ellipsvormige uitbouw. Om de kerk zo veel mogelijk zichtbaar te houden staat die grotendeels los van het kerkgebouw en het monumentale klokkenhuis naast de kerk. De gepatineerde groene koperen bekleding springt in het oog. Architect Gerben Brouwer: „Laat je koper buiten liggen, dan krijgt het zo’n kleur. Dat natuurlijk proces is nu kunstmatig versneld. Koper is traditioneel materiaal dat goed past bij het hout van het klokkenhuis en de rode stenen van de kerk.”
Van der Kooi: „Onze kerkelijke gemeente wil geen grijs clubje zijn. Groen is de kleur van de hoop en de verbinding.” Door de ramen van de uitbouw heen wordt voorbijgangers een blik in het kerkgebouw gegund.
Brûsplak
Voor de pastores van de Martinikerk biedt de verbouwing nieuwe kansen. „We wilden niet enkel een oud gebouw oppimpen”, zegt ds. Fedde Welbedacht. „De kerk staat midden in het kloppende stadshart. Ze moet, in het Fries, een „brûsplak foar de mienskip fan Snits” worden. Wat op deze bronplek opborrelt en ons inspiratie geeft, delen we graag met de stad. We sluiten ons als gemeente niet op in ons gebouw om het alleen fijn te hebben met elkaar.” Collega ds. Marije Mazereeuw: „Die openheid zie je ook in de evangeliën. Je leest voortdurend dat Jezus onderweg was en met mensen at. Maar Hij zocht ook bewust de stilte op. Dat kan hier allemaal.”
Hoe de „open kerk” vorm krijgt is nog niet uitgewerkt. Ds. Welbedacht: „Tijdens de Sneekweek begin augustus is het altijd heel druk in de stad. Een idee is dat mensen dan even de kerk binnenlopen om stilte te ervaren.” Van der Kooi: „De kerk biedt nu veel meer mogelijkheden. Het podium is verplaatsbaar, er is plek voor een compleet symfonieorkest. Organisaties benaderden ons al om hier een tentoonstelling te houden.”
In de kerkzaal met circa 850 zitplaatsen is de halve cirkel van kerkbanken (van eind negentiende eeuw) rondom de preekstoel gebleven. Het zuiderkoor achter het orgel van de beroemde orgelbouwer Schnitger kan worden gebruikt als kleine kerkzaal, tot 100 personen. Die ruimte heeft een bijzonder plafond in de vorm van een schipbodem. Van der Kooi: „Een mooie vinding van de architect. Veel technische apparatuur is zo aan het oog onttrokken.”