Oekraïners aan het front: Als je te laat schiet, ben je de klos
De eerste westerse tanks arriveren in Oekraïne. Soldaten van de Eerste Tankbrigade van het Oekraïense leger wachten er aan het front met smart op.
Zwarte plukjes rook stijgen op naar de grijze hemel, vijf kilometer verderop. Het is de uitstoot van schoten door een Oekraïense tank aan het Oost-Oekraïense front bij Donetsk. Een paar minuten later klinkt opnieuw het geknal richting de Russische tegenstanders, waarmee de Eerste Tankbrigade van het Oekraïense leger in gevecht is geraakt.
Op het basiskamp van de brigade, vijf kilometer van het front, maken drie Oekraïense militairen zich klaar om hun vechtende kameraden af te lossen. De drie zetten hun zwarte helmen op, de motor van hun tank draait warm onder een camouflagenet. Tien minuten later rijden ze weg naar het slagveld op hun gemoderniseerde T-64, een tank uit de Sovjet-Unie.
De mannen van de Eerste Tankbrigade hopen dat ze later dit jaar met een westerse tank het slagveld in mogen rijden. Na maandenlange discussie besloten bondgenoten van Oekraïne eind januari moderne westerse tanks te sturen, zoals Duitse Leopards 2, Amerikaanse Abrams en Britse Challengers. Die beginnen nu in Oekraïne te arriveren. Polen leverde al zijn beloofde veertien Leopards 2 en de achttien Duitse Leopards 2 arriveerden vorige maand in Oekraïne. De westerse tanks moeten ervoor zorgen dat Oekraïne het initiatief krijgt in de oorlog. Oekraïense militairen gingen naar het buitenland voor trainingen met de westerse tanks.
Preciezer en sneller
De Eerste Tankbrigade van het Oekraïense leger heeft zich sinds september bij het Donetskfront opgesteld, met gemoderniseerde Sovjettanks van het type T-64. De Oekraïense krijgsmacht beschikt alleen over Sovjettanks, eventueel gemoderniseerd, die minstens veertig jaar oud zijn. Op het basiskamp van de Eerste Tankbrigade legt tankschutter Ihor Chonko (26) ’s ochtends uit hoe de drie-koppige bemanning –tankcommandant, de bestuurder en schutter– in een T-64 te werk gaat bij het schieten en het mikken. „We doen alles zelf.” Handmatig dus, met gebruik van een tablet en de adviezen van de tankcommandant.
Heel wat anders dan bij een westerse tank. „Daar is alles gedigitaliseerd”, zegt hij. Chonko zit in een ondergrondse schuilplaats op een stapelbed. Over een paar minuten is het lunchtijd. Op tafel wordt kip, vis, brood en salo (gezouten varkensvet) neergezet.
Als schutter moet Chonko sneller en preciezer schieten dan de tegenstander. Dat legt druk op je, zegt hij rustig. „Als je te laat schiet, ben je de klos. Daar moet je niet over nadenken. Juist dan word je zenuwachtig.”
In alles overtreffen de westerse tanks de Sovjettanks, waarin de Oekraïners nu rijden. Chonko somt de voordelen op: de bepantsering is sterker, westerse tanks mikken preciezer dankzij de digitalisering en de rijsnelheden liggen hoger, waardoor een westerse tank snel kan wegrijden na het schieten.
Hierdoor denkt Chonko dat de Leopards 2, Abrams en Challengers de Russen zullen terugdringen. „Een tank is een aanvallend wapen. Hiermee kunnen we door de Russische linies breken. Dat zal de situatie op het slagveld veranderen.”
Driehonderd moderne westerse tanks zijn daarvoor genoeg, schat hij. Of het Westen in staat is dit aantal te leveren is onduidelijk. Ook is niet duidelijk of de Eerste Tankbrigade westerse tanks krijgt.
Wachten
Naast het basiskamp op vijf kilometer van het front, dat dient als rustplaats, is er een tweede locatie waar mannen van de Eerste Tankbrigade bivakkeren, op drie kilometer van het front. Beide worden geheim gehouden uit vrees te worden ontdekt door de Russen. Op de tweede locatie staan vier tanks, de bemanning en grondtroepen klaar om meteen uit te rukken als er moet worden gevochten. Onderweg naar het drie kilometerpunt scheurt de T-64 over velden die eerder door rupsbanden zijn omgeploegd. Huizen zijn verlaten en kapotgeschoten. De bestuurder zet zijn tank naast drie andere tanks onder kale bomen die als beschutting fungeren
Op de tweede locatie bestaat het leven uit wachten, wachten en nog eens wachten op een order via een walkietalkie om in actie te komen. Tussendoor slapen de soldaten in een ondergrondse schuilplaats, spelen een computerspelletje op de telefoon, steken een sigaret op, hakken hout, stoken de kachel ermee op, eten, graven loopgraven of kruipen onder een tank voor een reparatie. Hun gedachten gaan uit naar hun familie.
Lada
Verschillende ondergrondse schuilplaatsen zijn via loopgraven met elkaar verbonden. Vier mannen eten in hun schuilplaats bij een houtkachel zonnebloempitten. Ze zitten op een gezamenlijk bed en behoren tot de grondtroepen van de Eerste Tankbrigade. „We wachten op het moment om het tegenoffensief in te zetten”, vertelt Joeri Ljach (54) in het donker van de schuilplaats.
Wat betreft materieel moet Oekraïne deze oorlog een inhaalslag maken, valt op te maken uit Ljachs woorden. „We waren niet voorbereid op een oorlog zoals deze met frontlinies over het hele land. We dachten internationale afspraken te hebben gemaakt die garant stonden voor onze veiligheid. We wilden ons land opbouwen. Dus hebben we geen tanks gekocht of nieuwe geproduceerd.”
Daarom is de tijd gekomen om de oude Sovjettanks in te ruilen voor moderne westerse tanks, stelt Ljach. „We willen ook niet meer in een Lada rijden.”