„Hersendood” noemde de Franse president Emmanuel Macron de NAVO in 2019. Maar sinds de Russische inval in Oekraïne is die stelling achterhaald. Alle NAVO-landen steken de komende jaren behoorlijk wat geld in hun defensie.
Dertig bondgenoten, plus Finland en Zweden, kwamen in februari in Brussel bijeen om te praten over hoeveel geld ze de komende jaren voor tanks, straaljagers en ander wapentuig willen uittrekken. Ze waren het al gauw erover eens: er moet meer geld naar defensie.
In 2014 kwamen de landen in Wales overeen dat ze in 2024 minimaal 2 procent van hun bruto binnenlands product (bbp), de productie van een land in een jaar, aan het leger zouden besteden. Op dat moment haalden slechts drie landen, de Verenigde Staten, Griekenland en het Verenigd Koninkrijk, die norm.
Maar na 2014 bleven NAVO-landen investeringen op het gebied van defensie uitstellen. Tot grote ergernis van de Amerikaanse president Donald Trump. Hij uitte regelmatig zijn ergernis over het feit dat Europese landen hun veiligheid uitbesteedden aan het Amerikaanse leger zonder behoorlijk in eigen defensie te investeren. Tijdens een top in 2018 eiste hij dat Europese landen „onmiddellijk” 2 procent van hun bbp aan hun veiligheid zouden besteden.
Ondanks die harde woorden veranderde er jarenlang weinig in de Europese strategie. Tot nu. Sinds de Russische inval in Oekraïne in februari 2022 beseffen Europese partners weer dat de dreiging uit Rusland reëel is. Het oorspronkelijke doel waarvoor de NAVO in 1949 opgericht werd, afschrikking van de Russen, is zo weer hoofddoel geworden.
Direct na de inval in Oekraïne, kondigden Europese landen ongewone stappen aan op het gebied van defensie. Zo beloofde Berlijn 100 miljard extra in de Bundeswehr te gaan investeren. De Duitse bondskanselier sprak van een ”Zeitenwende”, een keerpunt in de geschiedenis van het land dat na de val van de Berlijnse muur in 1989 defensie sterk verwaarloosde. In februari drong de Duitse defensieminister er bovendien op aan in 2024 nog eens 10 miljard euro extra in te zetten om de munitievoorraden aan te vullen.
Zo pompen alle Europese NAVO-partners komend jaar extra geld in hun legers. Nederland heeft zo’n 15,2 miljard euro begroot. De NAVO-norm van 2 procent wordt daarmee nog niet gehaald, maar toch stijgen de uitgaven van 1,47 procent van het bbp in 2022 naar 1,66 procent dit jaar. Ook de Britse defensie-uitgaven stijgen komende twee jaar bijna 6 miljard euro en de Fransen investeren in 2023 zo’n 3 miljard euro extra in het leger; de grootste stijging in vijftien jaar.
Drieprocentnorm
Maar de echte stappen worden in Oost-Europa gezet. De Baltische staten, maar ook Polen en Roemenië uiten openlijk de vrees dat er nog veel meer miljarden nodig zijn om de afschrikwekkende functie van de NAVO op orde te brengen. Sommige landen stellen zelfs de 2-procentnorm van de NAVO ter discussie en vinden dat die omhoog moet. „Tegen de achtergrond van alles wat gaande is, verwachten we dat de NAVO-norm hoger moet zijn dan 2 procent”, zei de ambassadeur van Estland in de VS, Kristjan Prikk, in februari in gesprek met het magazine Foreign Policy.
Oost-Europese landen als Polen en Litouwen zouden zelfs pleiten voor een minimum van 3 procent van het bbp naar defensie. Eén blik op de kaart en het wordt duidelijk waarom een land als Litouwen de norm graag omhoog zou bijstellen. In het oosten deelt het land een 680 kilometer lange grens met Wit-Rusland en in het zuidwesten grenst het aan de Russische exclave Kaliningrad. De dreiging uit Rusland is dus uiterst reëel voor de Baltische staat.
Ook Polen grenst aan de Russische exclave Kaliningrad. Warschau verhoogt dit jaar het defensiebudget tot wel 3 procent van het bbp en werkt zelfs toe naar 4 procent op de langere termijn. „We verwachten daarom dat andere bondgenoten ook hun uitgaven verhogen”, zei Radoslaw Fogiel, voorzitter van de Poolse commissie Buitenlandse Zaken.
Onwil
Maar in West-Europa stuit die wens vooralsnog op onwil. Een land als Duitsland beseft maar al te goed dat het al alle zeilen bij moet zetten om de norm van 2 procent te halen, laat staan die van 3 procent. De Duitse Bundestag erkent dat het de doelstelling van 2 procent voor 2024 waarschijnlijk niet gaat halen. De gehoopte „Zeitenwende” verloopt erg stroef. Dit jaar is het defensiebudget juist met 300 miljoen euro gedaald.
In West-Europa voldoen momenteel alleen de Britten aan de 2 procentnorm. Maar zelfs daar vinden ze 3 procent van het bbp voor defensie geen goed idee. Volgens de regering volstaat 2,5 procent voor defensie op de langere termijn. En dat cijfer staat ter discussie. „We zullen ons budget verhogen tot 2,5 procent zodra de fiscale en economische omstandigheden dat toelaten”, zei de Britse minister van Financiën in maart.
Vilnius
Of de 2-procentnorm omhoog gaat, is dus maar de vraag. Op de NAVO-top in Vilnius, komende juli, zal volgens analisten een alliantie van Oost-Europese landen er bij de andere landen op aandringen de huidige norm vooral te gaan beschouwen als het absolute minimum.
Lidstaten moeten zich in de toekomst hier echt aan conformeren. „Het afgelopen jaar toonde aan dat defensiecapaciteit van NAVO-landen sterke en consistente financiering nodig heeft. Er is een hele reeks opties zoals het verplicht stellen van doelstellingen of het herzien van indicatoren”, zei de VS-ambassadeur bij de NAVO, Julianne Smith. Hoe streng die „doelstellingen” worden, daarover zal het debat in Vilnius gaan.
Jens Stoltenberg, de secretaris-generaal van de NAVO, sprak in februari op de Litouwse nationale radio de verwachting uit dat „hoewel de 2 procent misschien behouden blijft, het meer als bodem dan als plafond moet worden beschouwd”. Hij voegde eraan toe: „Ik heb er alle vertrouwen in dat de ambities worden verhoogd, omdat iedereen nu de noodzaak ziet om meer te investeren.”