Als er raketten op Kiev vallen, gaan de leerlingen de schuilkelder in of schakelt de school over op online lessen. Maar stoppen met lesgeven is geen optie. „Dat zou misdadig zijn.”
Tatiana Chumakova is coördinator van een netwerk van 170 christelijke scholen in Oekraïne (International Alliance for the Development of Christian Education). Het gaat om basisscholen en instellingen voor middelbaar onderwijs, maar ook twee universiteiten (in Boetsja en Cherson). Tot de Russische inval van februari 2022 groeide dit netwerk met vijf of zes scholen per jaar. En zelfs vorig jaar werden twee nieuwe scholen geopend. „Uiteraard in het westen van het land, bij Lviv”, zegt Chumakova. „In het oosten zou dit niet mogelijk zijn geweest.”
Chumakova is een paar dagen in Nederland bij ECCEN (European Conference for Christian Education in the Netherlands) in Apeldoorn, georganiseerd door de VGS, Driestar educatief en de Jacobus Fruytier Scholengemeenschap. Ze ontmoet daar ongeveer tachtig collega’s die actief zijn in scholen over het hele continent. Ze hoopt op rust, zegt ze lachend. „Een paar dagen zonder sirenes en schuilkelders.”
Evacueren
De eerste maanden van de oorlog waren zwaar. „Ik heb alle directeuren in het oosten gebeld om de situatie te bespreken en te vragen of ik kon helpen. We hebben geholpen om een aantal te evacueren naar het westen van het land.”
De alliantie deed alles om het schooljaar goed af te ronden. „Veel kinderen en leerkrachten waren ontheemd of gingen zelfs naar het buitenland. We hebben online lessen opgezet. Zo konden de meeste scholen het jaar toch afmaken. Ik ben zelf druk bezig geweest om geld te vinden om de leerkrachten te betalen. We zijn blij dat we het geld hebben gevonden.”
In de hoofdstad Kiev, waar ze nu woont, functioneren de meeste scholen weer. „Kort na de invasie vluchtten de mensen vanwege de troepen uit het noorden, uit Wit-Rusland. Maar zodra de Russen zich terugtrokken, keerden de mensen terug. Scholen met een schuilkelder konden hun lessen voortzetten. Soms moeten ze ondergronds en gaan ze door bij kaarslicht. Als er ‘s ochtends raketten zijn, geven ze online les.”
Heel verrijkend zijn de bezoeken van soldaten aan de scholen. „Ze weten dat veel mensen voor hen bidden. Velen vertellen wonderen van Gods bescherming die ze hebben ervaren aan het front.”
Front
Voor de oorlog waren er christelijke scholen in alle grote steden, zegt ze. Ze weet niet zeker of die nu allemaal in bedrijf zijn. „We weten dat veel mensen uit het buitenland zijn teruggekeerd, maar veel anderen zijn nog weg. Het is duidelijk dat we bijna een generatie verliezen, ook aan het front. We denken hard na over hoe we het leven na de oorlog weer kunnen oppakken. Laten we hopen dat dat snel is. Ondertussen omhelzen we elkaar en bidden we.”
Tot 2014 gaf Chumakova zelf les op de Gloria Christian School in Donetsk. Maar op een dag drongen Russische soldaten het gebouw binnen en bevalen haar te vertrekken. „We hadden twintig minuten om onze spullen te pakken. We vluchtten vanuit Donetsk naar Kiev.”
Het was altijd haar droom dat haar zoon zijn studie op christelijke scholen zou afmaken. Hij is nu een jonge man. „Hij dient in het zuiden in het leger. Ik bid voortdurend voor zijn veiligheid, wetende dat er nu geen veiligheid is voor een militair.”
Haar man zit in dezelfde regio en helpt mensen en vluchtelingen dicht bij het front. „Daarom heb ik zelf besloten er ook heen te gaan. Het land zit vol vluchtelingen. Ik ben in 2014 ook ontheemd geweest en daarom kan ik nu ook dienen.”
Veel scholen werden opgericht nadat in 2015 een nieuwe onderwijswet werd ingevoerd. „Die wet maakte het mogelijk voor kerken om onderwijs te starten. Er is zelfs wat geld voor hen, al is het niet veel. Kerken zoeken vaak advies bij ons. Wij weten hoe we een licentie moeten aanvragen volgens de Oekraïense wet. En we helpen ook met het ontwikkelen van onderwijs waarin Bijbelse principes zijn geïntegreerd in alle vakken.”
Vanwege deze wet zijn de meeste nieuwe scholen kerkscholen. „Oudere scholen, zoals de Gloria Christian School waar ik werkte, zijn vaker onafhankelijke particuliere instellingen.”
Chumakova’s netwerk staat open voor alle christelijke groepen om een school te beginnen. In de praktijk is de overgrote meerderheid van de initiatieven protestants. „In het westen zijn er nu acht Grieks-katholieke scholen en 36 kleuterscholen. De rest van de 170 instellingen is protestants.”
De wet schrijft voor dat kerkelijke scholen openstaan voor alle leerlingen, gelovig of niet. „Dat is geen probleem. Veel ouders zeggen dat het goed voor ze is om te leren bidden, ook al geloven ze zelf niet. We hebben een regel dat de niet-religieuze groep in een klas niet groter wordt dan 40 procent.”
Scholen van de Oekraïens-Orthodoxe Kerk zijn haar niet bekend. „Als ik daarvan wist, zou ik contact met hen opnemen.”
Heeft u er nooit aan gedacht Oekraïne te verlaten?
Resoluut: „Oh, nee. Dan zouden we opnieuw alles verliezen, net als in 2014. We houden te veel van het land om het te verlaten. En met mijn twee jongens (man en zoon, EvV) aan het front kan ik het land niet verlaten. Als leerkracht aardrijkskunde ben ik dol op reizen. Maar ik zal blij zijn als ik straks weer terug ben in Oekraïne.”