Niet langer geïsoleerd: in Ghajar zijn toeristen na twintig jaar weer welkom
Het Israëlische dorp Ghajar aan de Libanese grens was jarenlang afgesneden van de rest van Israël. Nu is het een toeristische trekpleister.
De inwoners van Ghajar begonnen op 8 september 2022 een dag zoals iedere andere. Maar een belangrijk ding was anders: de inspectiepost bij de ingang van het dorp was niet langer bemand. Jarenlang was de toegang tot Ghajar beperkt en was het dorp afgesneden van de rest van Israël. Inwoners van Ghajar konden komen en gaan, maar niet-ingezetenen moesten vooraf goedkeuring krijgen van het Israëlische leger om binnen te komen.
De plotselinge en onaangekondigde opheffing van de controles leidde direct tot een stormloop. Mohammed Fatali, inwoner van Ghajar, vertelde aan de Israëlische nieuwszender Kan dat de opening van het dorp grote economische betekenis heeft. „Al op de dag van de opheffing stroomden duizenden toeristen naar het dorp. Zowel Joden als Arabieren en buitenlandse toeristen. We zijn trots om ons dorp te laten zien en toerisme is een goede inkomstenbron. Tegelijkertijd zijn we bang dat bezoekers een puinhoop van ons dorp gaan maken en de rust verstoren.”
De geschiedenis van Ghajar illustreert hoe ingewikkeld het Midden-Oosten kan zijn. Wie tijdens een bezoek aan Ghajar via zijn mobiele telefoon zijn locatie bekijkt, ziet dat het dorp een Israëlisch en een Libanees deel kent. Maar de lokale bewoners spreken deze werkelijkheid krachtig tegen. Zij zeggen zich met Syrië verwant te voelen.
De resultaten van een bevolkingsenquête over etnische en nationale associaties, gehouden in 1932, bevestigt dit sentiment. Ghajar wordt ook genoemd in de documentatie van een Syrische volkstelling in de jaren 60. Er bestaat echter nog altijd verwarring over het exacte historische verloop. De verbinding met Libanon lijkt te zijn ontstaan op basis van elkaar tegensprekende landkaarten.
Wapensmokkel
Toen Israël tijdens de Zesdaagse Oorlog in 1967 de Golan op Syrië veroverde, bleef Ghajar niemandsland. De Israëliërs identificeerden het dorp als Libanees. Omdat Libanon niet actief aan de oorlog had deelgenomen, wilde Israël voorzichtig zijn.
Effectief lag het dorp echter binnen Israël en de inwoners van Ghajar dienden verzoekschriften in bij de Israëlische overheden om ingelijfd te worden bij Israël. Jeruzalem stemde in en begon langzamerhand voorzieningen in Ghajar te verzorgen. In 1981 kregen alle bewoners het Israëlische staatsburgerschap.
Mona, inwoner van Ghajar, zegt over het gevoel van gedeelde sympathie: „Ik ben geboren in Quneitra, Syrië. Onze wortels zijn Syrisch, we hebben familie in Syrië. Het doet ons pijn als Israël in Syrië bombardeert, omdat we ons zorgen maken over vrienden en familie. Het doet ons echter net zo veel pijn als er doden in Israël vallen. Ook van deze samenleving zijn we deel.”
Eind jaren 90 liepen de spanningen tussen Israël en Libanon hoog op. Oorlog brak uit. Na twee decennia van intensieve militaire confrontaties trok Israël zich in 2000 volledig terug uit Libanon. De Verenigde Naties besloten in overleg met Libanon en Israël de demarcatielijn, ook wel de ”blauwe linie” genoemd, vast te leggen. Het noordelijke deel van Ghajar werd door de VN als Libanees bestempeld, het zuidelijke als Israëlisch. De inwoners van Ghajar protesteerden massaal tegen een mogelijke opdeling van hun woonplaats.
Hun protest had succes: het dorp bleef onverdeeld. Wel werd Ghajar hierdoor een bijzonder zwakke schakel in de Israëlisch-Libanese grensgordel. Daarbij komt dat Israëlische autoriteiten officieel geen bevoegdheid in het noordelijke deel van het dorp hebben. Dit vacuüm maakte Ghajar tot een brandpunt voor drugshandel en wapensmokkel vanuit Libanon.
In 2005 beschoot en infiltreerde Hezbollah het dorp. Er vond een hevige strijd met de Israëlische strijdkrachten plaats toen de indringers een poging tot ontvoering ondernamen. Om de veiligheidsrisico’s te beperken en Ghajar ongedeeld te laten, werd besloten om de toegang tot het gehele dorp te beperken. Deze beperkingen waren van kracht tot najaar 2022.
Schoon dorp
Verzet van de dorpelingen tegen de criminaliteit, intensieve samenwerking tussen politie, justitie en het leger en de bouw van een stevig veiligheidshek hebben de situatie voldoende gekalmeerd om het dorp voor een ieder toegankelijk te maken.
Bezoekers verwonderen zich erover hoe schoon het dorp is, hoe goed onderhouden en hoe mooi verzorgd. Goudkleurige paaltjes markeren de stoepen, kleurrijke mozaïeken versieren de muren in de publieke ruimte en overal zijn prachtige bloemperken aangeplant. Bordjes herinneren ingezetenen en bezoekers aan het feit dat troep in de vuilnisbak hoort. In het hart van het dorp staat een cluster foodtrucks – een nieuw fenomeen speciaal opgezet voor bezoekers vanbuiten.
De 2900 inwoners van Ghajar zijn vrijwel allemaal alevieten. Hoewel die zich als sjiitische moslims identificeren, hebben pre-islamitische gebruiken ook een belangrijke plek in het alevitisme. Zo worden christelijke feestdagen als Kerst en Palmzondag gevierd, evenals het zoroastrische nieuwjaar.
Als minderheid in Syrië, Libanon en Turkije zijn alevieten eeuwenlang vervolgd. Door de opkomst van de non-sektarische Baathpartij in Syrië, waaraan de zittende president en medealeviet Bashar al-Assad nu leiding geeft, begonnen de alevieten zich te emanciperen.
Omdat de alevitsche geloofsleer ondogmatisch is, zijn zij inmiddels veelal seculier en gemoderniseerd. Een bezoek aan Ghajar illustreert dit beeld. De mannen dragen moderne kledij en de vrouwen bedekken hun hoofd niet. Er wordt alcohol geschonken in de cafés en tijdens de ramadan wordt er niet gevast.
Onzekerheid
Er staan nog altijd bemande VN-observatieposten rondom het dorp. De blauwhelmen bewaken de gedemilitariseerde zone tussen Israël en Libanon. De soldaten zien toe hoe grote groepen toeristen het dorp dagelijks binnendrommen, selfies maken voor de wachttorens en door het veiligheidshek naar Libanon kijken.
De rivier de Snir, ook wel de Hatsbani genoemd, kabbelt rustig in het dal onder dorp. Toch is al die rust verraderlijk, zo zegt Jamal Chativ, een lokale gids afkomstig uit Ghajar. „We hebben genoeg meegemaakt om te kunnen zeggen dat we niet weten hoe het er hier over een uur, laat staan een jaar, uitziet. We zitten letterlijk op de grens. Als er spanningen zijn in Noord-Israël, dan zitten wij er middenin.”
Zolang de veiligheidssituatie het toelaat, zal Ghajar bezoekers warm verwelkomen, aldus Jamal. „We hebben één verzoek: laat ons het karakter van het dorp behouden, respecteer privéterrein en ruim je rommel op. Onder die voorwaarde is het ”ahlan wa sahlan”: welkom aan eenieder!”