De Tweede Kamer debatteerde donderdag over de toekomst van de euro. Volgens minister Kaag (Financiën) is het scenario dat Nederland niet meer meedoet met de munt „puur hypothetisch”.
Het was oud-minister van Financiën Hans Hoogervorst die vorig jaar het debat over de toekomst van de Europese munt aanzwengelde. „Een muntunie die is gebouwd op een onhoudbare schuldenlast zal uiteindelijk uiteenvallen. Wij kunnen niet doorgaan dit stilzwijgend te accepteren”, besloot hij zijn opiniestuk in Elsevier Weekblad.
Doelde Hoogervorst met zijn bijdrage op een abrupt vertrek van Nederland uit de euro? Nee, dat ook weer niet. „Ik bepleit hier niet dat Nederland morgen uit de eurozone moet stappen”, schreef hij. Maar, als het aan de VVD’er ligt, zouden politici wel degelijk rekening moeten houden met een Nederlands vertrek uit de eurozone „als een allerlaatste middel”.
Tweede Kamerlid Pieter Omtzigt greep de uitspraken van oud-minister Hoogervorst aan om het onderwerp in de Kamer op de agenda te zetten. De voormalig CDA’er is vooral bezorgd over de Europese reflex om bij een nieuwe crisis direct een bijpassend noodfonds op te richten. Dat is bijvoorbeeld gebeurd tijdens de coronacrisis met het coronaherstelfonds. Achteraf gezien „buitengewoon onverstandig”, zei Omtzigt.
In zijn optiek dienen landen primair zelf verantwoordelijk te blijven voor hun schulden. „Als ik met mijn buren afspraken maak over het tuinonderhoud, betaalt iedereen dat zelf. Daar gaan we geen gezamenlijke rekening voor openen.” Mocht Europa toch besluiten gezamenlijk nieuwe schulden aan te gaan, dan zou Nederland de mogelijkheid moeten hebben daar niet aan mee te doen, bepleitte Omtzigt.
Partijen als JA21, PVV en FVD zien weinig toekomst in de Europese munt. JA21-Kamerlid Eppink gaf aan dat zijn partij vooralsnog de Europese begrotingsafspraken een laatste kans geeft. Pas op een later moment wil hij nadenken over concrete vervolgstappen. PVV en FVD zijn de enige voorstanders van een direct vertrek uit de euro.
Het alternatief van PVV-Kamerlid Van Dijck om bij een terugkeer naar de gulden de waarde van de Nederlandse munt voorlopig te koppelen aan die van de euro, werd echter weggehoond door VVD en D66. VVD-Kamerlid Heinen hield hem voor dat een land dan de facto alsnog niet monetair soeverein is. „Ik zou het plan dus nog wel even goed doordenken”, aldus de VVD’er.
Van Dis jr.
De SGP is al dertig jaar lang kritisch op de euro, zei SGP-Kamerlid Stoffer. Hij citeerde zijn voorganger oud-SGP-Kamerlid Van Dis jr. die er in 1992 op wees dat Nederland zijn monetaire soevereiniteit zou verliezen bij deelname aan de euro.
Ook Stoffer vindt dat als er plannen zouden ontstaan voor nieuwe gezamenlijke schuldfondsen, EU-lidstaten daar op vrijwillige basis aan moeten kunnen deelnemen. De SGP’er bepleit niet dat Nederland op termijn uit de euro moet stappen, maar bij verdergaande Europese integratie wil hij dat er serieus gekeken wordt naar bijvoorbeeld een gezamenlijke munt met noordelijke landen.
ChristenUnie-Kamerlid Grinwis wees erop dat wat zijn partij betreft de euro geen doel op zich is. Daarom zou Nederland zich wat de munt betreft „prudent en pragmatisch” moeten opstellen, vindt hij. Europese samenwerking is uiteindelijk „het echte doel”, bijvoorbeeld op gebied van klimaat, energie, migratie en geopolitieke kwesties.
D66, GroenLinks, PvdA en Volt zijn fervent voorstander van de munt. Het toekomstideaal van Volt is dat Europa uiteindelijk een politieke unie wordt; een Europese parlementaire democratie met een Europese regering en een Europese minister van Financiën. De Kamerleden Van Weyenberg (D66) en Van der Lee (GL) benadrukten richting euro-kritische partijen dat ze de honderden miljarden aan welvaart die de munt gebracht heeft te gemakkelijk buiten beschouwing laten.
Een exitstrategie zodat Nederland niet meer meedoet met de euro, is wat minister Kaag betreft absoluut niet aan de orde. Het kabinet heeft die alleen achter de hand voor noodsituaties in de eurozone. „Ik wil hierover in het openbaar geen debat aangaan”, zei Kaag. Dat zou volgens haar de „kwalijke” suggestie kunnen wekken dat Nederland staat te trappelen de eurozone te verlaten.