Verontreinigd grondwater Ede lozen in Nederrijn toch niet nodig
Verontreinigd grondwater oppompen en bij Wageningen ongezuiverd in de Nederrijn lozen blijkt bij nader inzien niet nodig.
Het grondwater, dat nu onder de woonwijken Maandereng en Rietkampen in Ede ligt, is vervuild door de productie van kunstvezels in de voormalige ENKA-fabriek in Ede. Recent onderzoek in opdracht van de provincie Gelderland, de gemeente Ede en Waterschap Vallei en Veluwe laat zien dat de sulfaatgehaltes in het grondwater veel lager zijn dan werd aangenomen en dat de sulfaatpluim zich ook trager verplaatst dan gedacht. De risico’s zijn volgens de onderzoekers dan ook veel minder.
Waterschap Vallei en Veluwe wilde het water oppompen en via een persleiding in de Nederrijn lozen. Het schap ging ervan uit dat de concentraties verontreinigende stoffen daar snel zouden afnemen, waardoor ze geen gevaar meer zouden vormen. Zuivering van het grondwater was geen optie. Diverse technieken bleken volgens het schap niet haalbaar of te duur.
Milieugroeperingen protesteerden tegen de voorgenomen lozing. Ze vreesden schadelijke gevolgen voor de natuur en de drinkwaterveiligheid. De Raad van State, de hoogste bestuursrechter, stond de lozing eind november echter wel toe.
Van 2013 tot 2018 is het grondwater onder het voormalige ENKA-terrein gesaneerd om het teveel aan zink te verwijderen. Na een sanering heeft het grondwatersysteem tijd nodig om weer tot rust te komen. Dat was aanleiding voor het nieuwe onderzoek. Het zinkgehalte in het grondwater blijkt nu geen bedreiging meer. De verontreinigingspluim bevat ook veel minder sulfaat en stroomt bovendien veel langzamer richting natuurgebied Bennekomse Meent dan in 2012 werd berekend. De onderzoekers verwachten dat de pluim pas na 200 jaar het natuurgebied bereikt in gehalten die niet schadelijk zijn voor kwetsbare wateren en natuur.
„De situatie is minder urgent dan we dachten”, zegt heemraad Frans ter Maten van het waterschap. „Op basis van het recente onderzoek menen we samen met de provincie en de gemeente dat het voornemen om te lozen op de Nederrijn herzien moet worden. Wat er dan nog wel moet gebeuren met de stoffen die nog in het grondwater aanwezig zijn, sulfaat en de chloorverbindingen PER en PCP, is aan de provincie als bevoegd gezag.”