Centraal Joods Overleg „ontsteld” over vergelijking met Sjoa in reisverslag Raad van Kerken
Het Centraal Joods Overleg (CJO) is „ontsteld” over een zinsnede in een reisverslag van de Raad van Kerken (RvK) waarin een „onacceptabele vergelijking wordt gemaakt met de Sjoa”. De RvK vindt de kritiek onterecht.
Dat heeft het CJO woensdag in een verklaring op zijn website laten weten. Volgens het orgaan heeft de RvK tijdens een vergadering op 8 februari het reisverslag „aangenomen” van een delegatie die in november 2022 Israël bezocht. Het CJO zegt daarover „meer dan ontsteld” te zijn. Er zou een „onacceptabele vergelijking worden gemaakt tussen de Sjoa en de behandeling door Israël van inwoners van de Palestijnse gebieden”.
In het verslag van de delegatie staat: „Het bezoek aan Yad Vashem raakt ons ook nog op een andere manier. Wat wij de afgelopen week van Palestijnse christenen gehoord hebben, evenals de muren, hekken en checkpoints die we gezien hebben, dragen we met ons mee. Yad Vashem toont het onvergelijkbare kwaad en leed van de Holocaust. We zijn ons dit heel goed bewust. En toch –tegen wil en dank– roepen de beelden van scheiding en ”Verboden voor Joden” associaties op met wat we de afgelopen dagen hebben gezien.”
Verachtelijk
Het CJO geeft aan dat het stelselmatig vergassen van mannen, vrouwen, kinderen en baby’s nergens mee te vergelijken is. In zijn verklaring schrijft het orgaan aan de RvK: „U zou zich af moeten vragen of u er niet beter aan had gedaan Yad Vashem niet te bezoeken. Dan had u ook niet dergelijke verachtelijke vergelijkingen getrokken die een regelrechte bezoedeling zijn van de nagedachtenis van Sobibor, de enige plek die uiteindelijk niet voor Joden verboden was.”
Een delegatie van de RvK maakte in november 2022 een reis naar Israël om daar ontmoetingen te hebben met vertegenwoordigers van kerken en kerkelijke organisaties. De reis vond plaats op uitnodiging van Palestijnse christenen die in 2019 een bezoek aan de RvK in Nederland brachten.
De delegatie bestond uit Roland Putman, ir. Kees Nieuwerth, ds. Christien Crouwel, dr. René de Reuver en werd geleid door drs. Geert van Dartel.
Onvergelijkbaar
Het bericht van het CJO komt „hard aan” bij de RvK, laat voorzitter en leider van de reisdelegatie Geert van Dartel woensdagmiddag desgevraagd weten. „Ik vind de geciteerde zin uit het verband gerukt en de woorden veel te groot.”
Heel de passage over het bezoek aan Yad Vashem zou gelezen moeten worden, stelt Van Dartel. „Daarin staat juist dat de Sjoa een onvergelijkbaar kwaad is. Natuurlijk kwamen er tijdens het bezoek aan het monument ook gedachten op over wat we eerder die week gezien en gehoord hadden. Maar daarmee maken we nog niet de vergelijking met de Sjoa.”
Van Dartel: „De Sjoa is een onvergelijkbaar kwaad wat ons tot de dag van vandaag terneer drukt, maar waar ook een appel van uitgaat om niet weg te kijken in situaties van onrecht die we overal om ons heen tegen kunnen komen.”
Het reisverslag is volgens hem niet „aangenomen”, maar daar is „kennis van genomen” door de plenaire vergadering van de RvK. Wel zijn de aanbevelingen aangenomen, namelijk om oog te hebben voor Palestijnse christenen.
De voorzitter van de RvK wil graag in gesprek met het CJO „om de organisatie beter te begrijpen. We zijn helemaal niet uit op belediging, op kwetsing of verbreking van contacten. We zijn bereid om te luisteren naar de vertegenwoordigers van het CJO, maar ook om over onze ervaringen van de reis te vertellen. Ik denk dat dat in ons beider belang is.”
Ambassade
De ambassadeur van Israël in Nederland stelde woensdagavond ook „geschokt en teleurgesteld” te zijn over de „bagatellisering van de verschrikkingen van de Holocaust door een afvaardiging van de Raad van Kerken.”
Het bagatelliseren van de Holocaust is „onaanvaardbaar”, schrijft de ambassade in een persbericht. „Opvallend is dat een delegatie uit Nederland, het land in West-Europa waar procentueel de meeste Joden zijn vermoord, zoiets verwerpelijks durft te publiceren.”
De ambassadeur vraagt „de Raad van Kerken, zijn lidkerken en zijn geassocieerde leden om uitdrukkelijk afstand te nemen van dit verslag, het bagatelliseren van de Holocaust en antisemitisme in al zijn vormen.”