Moeten op Aruba ook homoseksuele stellen kunnen trouwen, zoals de rechter in december oordeelde? Een groep christelijke voorgangers zet alles op alles om het alsnog te voorkomen, maar het verzet onder de bevolking lijkt minder sterk dan vijftien jaar terug.
De Nederlandse evangelist Peter Hazenoot, die zich ruim zeven jaar geleden met zijn gezin op Aruba vestigde, is een van de leidinggevende figuren in het protest tegen de uitspraak van de rechter. Voor hem is het homohuwelijk geen middelmatige zaak, zoveel is direct duidelijk als hij telefonisch zijn verhaal doet. „Aruba is een christelijk eiland en we zien vaak Zijn zegenende hand. „Nos ta bendishoná”, we zijn gezegend, is een uitspraak die bijna iedereen op het eiland gebruikt. Maar we hebben wel te maken met een heilig God. Met Hem valt niet te spotten.”
En dat is wel degelijk wat er gebeurt als het huwelijk wordt opengesteld voor paren van hetzelfde geslacht, vindt Hazenoot. „We spreken over het recht om te trouwen, maar mijns inziens is trouwen veel meer een roeping. Een roeping die God geeft en waar Hij eisen aan stelt. Wie denkt in de Bijbel Gods goedkeuring te vinden voor het homohuwelijk, vindt een zwijgende Bijbel. Nergens staat dat God er Zijn zegen aan wil geven.”
Mag er in kerkelijk Nederland vandaag de dag verschillend over homoseksualiteit worden gedacht, op Aruba zijn vrijwel alle predikanten het eens: het huwelijk is ingesteld voor man en vrouw. „Je vindt hier geen kerken met een regenboogvlag.”
Ernstige zorgen
Het is niet voor het eerst dat de rechter zich buigt over kwesties rond het huwelijk op het grotendeels rooms-katholieke Aruba. Zo oordeelt de rechter in 2007 dat een huwelijk tussen twee mannen of vrouwen dat in Nederland is gesloten, ook geldig moet zijn op het Caraïbische eiland. Een aantal jaar later spitst de discussie zich toe op het geregistreerd partnerschap voor koppels van hetzelfde geslacht.
Trots
In 2019 stapt homobelangenorganisatie Fundacion Orguyo Aruba naar de rechter. De vereniging heeft drie leden, maar wordt volgens voorzitter Bruce Ponson (37) „altijd gesteund door vrijwilligers en aangeslotenen”. Orguyo, Papiaments voor trots, wil zowel een volwaardig partnerschap voor homo’s als openstelling van het huwelijk voor paren van hetzelfde geslacht. „Het was voor ons onacceptabel dat de lhbti-minderheid op Aruba niet op gelijke rechten kon rekenen”, aldus Ponson. „De openstelling van het huwelijk voor paren van gelijk geslacht is een eerste stap om gelijkheid in de samenleving te garanderen.”
Hoeveel homoseksuele stellen willen trouwen, kan Ponson niet zeggen. „Ze zijn er zeker, maar een precies aantal is niet te achterhalen.”
De rechter oordeelt in 2020 dat Aruba weliswaar een alternatief moet aanbieden voor homostellen in de vorm van een geregistreerd partnerschap, maar dat het huwelijk zelf voorbehouden mag blijven aan man en vrouw. In 2021 voert Aruba het geregistreerd partnerschap voor stellen van hetzelfde geslacht in.
Toch is de kous daarmee niet af: in hoger beroep vonnist het hof, op 6 december 2022, dat het huwelijk wel moet worden opengesteld voor paren van gelijk geslacht. De enige mogelijkheid die tegenstanders van het homohuwelijk nog rest, is in cassatie gaan bij de Hoge Raad in Den Haag. Dit kan tot en met 6 maart.
Ds. Kort
Juist door de meest recente rechterlijke uitspraak, die stelt dat het ongrondwettelijk is dat op Aruba –en op Curaçao– paren van hetzelfde geslacht niet kunnen trouwen, komen voorgangers uit allerlei kerken op het eiland nu bij elkaar, vertelt Hazenoot. Meer dan honderd predikanten bidden sinds half december elke week samen. Ze proberen hun ernstige zorgen bij de overheid onder de aandacht te brengen.
De regering blijkt bereid die zorgen aan te horen: enkele dagen na de uitspraak gaan vier voorgangers, onder wie Hazenoot, op bezoek bij de minister-president en de minister van Justitie. Hazenoot spreekt over de gevolgen van de uitspraak voor de kerk. „Ik heb de voorbeelden van ds. Kort en ds. Latzel aangehaald en hoe hen het vuur aan de schenen is gelegd omdat ze Gods Woord volgden.”
Mild
Hazenoot is bang dat als het homohuwelijk op Aruba wordt ingevoerd, voorgangers niet meer eerlijk kunnen preken. „Mijn hoofdtaak is het uitleggen van de Schrift. Maar tegenwoordig zeggen veel mensen: Laten we maar wat mild zijn met de Wee u’s en de Gij zult niets. God moet maar wat met Zijn tijd meegaan. Ik heb de politici dus wel de vraag gesteld of wij in de toekomst nog Bijbels kunnen preken, of dat ons dan de mond wordt gesnoerd.”
De bezwaren waar de vier voorgangers mee komen, zijn niet tot dovemansoren gericht, stelt Hazenoot vast. „De minister-president zei dat ze onze punten zou meenemen in haar overwegingen. Ook gaf ze aan dat onze woorden haar niet onberoerd hebben gelaten. Ik geloof dus zeker dat ze onze zorgen snapte.”
Naast dit gesprek nemen de voorgangers ook andere stappen. Zo startten ze een handtekeningenactie, die volgens Hazenoot door 13.000 eilandbewoners –op een totaal van 100.000 inwoners– werd ondertekend.
Gelijke behandeling
Desondanks leeft het onderwerp momenteel niet sterk bij de gemiddelde Arubaan. Dat stelt dr. Ryçond Santos do Nascimento (44). Hij kwam zo’n twee jaar geleden in De Staten, het parlement van Aruba, voor de Arubaanse Volkspartij (AVP). Met 7 van de 21 zetels is deze christendemocratische partij naast de sociaaldemocratische MEP een van de twee grote partijen in het Arubaanse parlement.
Santos do Nascimento is van huis uit jurist. Hij praat bedachtzaam. Gelijke behandeling van ieder mens is voor de christelijke parlementariër het uitgangspunt. Toch betekent dat voor hem niet per se dat het huwelijk moet worden opengesteld voor paren van hetzelfde geslacht.
Santos do Nascimento wordt geboren op Aruba, woonde als klein kind een aantal jaar in Nederland en in Brazilië, maar keerde op zijn elfde terug naar zijn geboortegrond. Hij herinnert zich nog goed hoe groot de weerstand op het eiland was toen in 2007 een homoseksueel paar zich op Aruba wilde registreren. „Toen had iedereen het erover, zowel op straat als in de politiek. Het debat was fel. Het idee van het homohuwelijk was in die tijd vrij nieuw.”
Ook Orguyo-voorzitter Ponson stelt desgevraagd dat de organisatie tegenwoordig veel minder weerstand ondervindt dan voorheen. „De Arubaanse samenleving is meer en meer inclusief tegenover de lhbti-minderheid.” Hij noemt wel een uitzondering: de „versplinterde en fanatieke christelijke kerkjes op Aruba” die volgens hem „actief bezig zijn met ophitsing en verspreiden van angst en haat tegen een medemens onder de bevolking”.
Initiatiefwetsvoorstel
Na de uitspraak van de rechter op 6 december vorig jaar blijft het vrijwel stil in de politieke arena, vertelt Santos do Nascimento. „Er wordt nauwelijks gedebatteerd over de uitspraak. Voor de meeste politici is het homohuwelijk geen issue. Zaken als de uit de pan rijzende kosten voor levensonderhoud en de ambtelijke corruptie hebben meer prioriteit.”
Dat geldt niet voor iedere politicus, blijkt op 16 december, tien dagen na de rechterlijke uitspraak die groen licht geeft voor het homohuwelijk. Op die dag dienen drie kleine politieke partijen, waaronder een coalitiepartner, een initiatiefwetsvoorstel in om het huwelijk open te stellen voor paren van hetzelfde geslacht. En hoewel de partijen samen over slechts 5 van de 21 zetels beschikken, verwacht Santos do Nascimento dat de wet een meerderheid zal halen. „Diverse leden van de twee grote partijen AVP en MEP hebben al laten weten dat ze voor zullen stemmen.”
In de politiek lijkt er dus in de afgelopen vijftien jaar een wissel te zijn omgezet. Toch laat de hele discussie rond het homohuwelijk de samenleving niet koud, zo blijkt uit de hoeveelheid handtekeningen die Hazenoot en andere voorgangers ophaalden. Volgens Santos do Nascimento zijn mensen vooral bezorgd over de gevolgen van de ontwikkelingen voor het onderwijs. „Op welke manier zal seksualiteit een plek krijgen op school, vragen ouders zich af.”
Onverschilligheid
Maar er heerst volgens hem ook veel gelatenheid en onverschilligheid. „Zo van: Het homohuwelijk gaat mij persoonlijk niet aan, dus waarom zouden we dan belemmeringen voor anderen in stand willen houden?”
Hoewel de meningen over het homohuwelijk in de loop van de jaren minder behoudend lijken te zijn geworden, is Santos do Nascimento niet blij met het oordeel dat de rechter afgelopen december velde. Volgens de jurist, die in 2016 promoveerde op de staatsrechtelijke structuur van het Koninkrijk der Nederlanden, gaat de rechter in dit vonnis zijn boekje te buiten door op de stoel van de wetgever te gaan zitten.
De parlementariër denkt dan ook dat cassatie bij de Hoge Raad in Nederland succesvol zou kunnen zijn. „De rechter oordeelt in deze zaak dat alleen openstelling van het huwelijk de ongelijkheid tussen heteroseksuele stellen en homoseksuele stellen kan oplossen. Maar die opvatting bestrijd ik. Ik volg de lijn van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Dat stelt dat een volwaardig geregistreerd partnerschap de ongelijke behandeling ook oplost.”
Bovendien gaat het hier om een kwestie die maatschappelijk van aard is, aldus de parlementariër. „Uiteindelijk is belangrijk dat we als samenleving samen blijven. Dat zowel voor- als tegenstanders van het homohuwelijk kunnen meepraten. Vanuit de maatschappij zelf moet een rechtvaardige oplossing komen.”
Daarbij is respect voor elkaar cruciaal, stelt Santos do Nascimento. „Ik merk dat je in bepaalde kringen al snel wordt bestempeld als ouderwets als je voor het traditionele huwelijk bent. Daardoor staan mensen tegenover elkaar. De ene groep begrijpt niet wat de kerk gelooft, de andere niet wat homo’s ervaren.”
Pijn
Ook voorganger Hazenoot pleit voor wederzijds respect. „We hebben het over iemands diepste gevoelens. Daar moet je heel voorzichtig mee omgaan. Dit is geen thema dat je in vijf minuten in een talkshow bespreekt. Deze gesprekken moet je aan de keukentafel voeren, waarbij je iemands pijn erkent. Ook al ben je het niet eens met iemands leefwijze, je deur moet voor iedereen open staan. Ieder mens heeft de bewogenheid van de Heere Jezus nodig. Ik denk dat we als kerk te lang te afstandelijk zijn geweest richting homoseksuelen.”
Voor Hazenoot is de invoering van het homohuwelijk nog geen gelopen race. „We mogen geloven dat de Heere ons bijstaat. En voor wie gelooft, is alles mogelijk. God zit tenslotte op de troon.”