Politiekstikstof
Landbouw moet meer stikstof reduceren dan andere sectoren

Ondanks de afspraak in het coalitieakkoord dat alle sectoren „hun evenredige stikstofbijdrage leveren”, kwam minister Van der Wal vrijdag met verschillende doelen naar buiten. De landbouw staat voor 41 procent uitstootvermindering aan de lat; de sector mobiliteit voor 25 procent en voor industrie en energie geldt 38 procent.

Minister Van der Wal (r.) in gesprek tijdens een boerenprotest, april 2022. beeld ANP, Lex van Lieshout
Minister Van der Wal (r.) in gesprek tijdens een boerenprotest, april 2022. beeld ANP, Lex van Lieshout

De percentages moeten in 2030 zijn gehaald, ten opzichte van 2019. Van der Wal spreekt van „indicatieve doelen”.

Het kabinet bracht vorig jaar juni de –voorlopige– regionale doelen voor de agrarische sector al naar buiten. Toen ging het opgeteld om „ongeveer 40 procent” reductie ten opzichte van 2018. Van der Wal stelde toen dat zij een verlaging van het doel voor de landbouw verwachtte. Daarvoor wachtte zij echter op cijfers van het effect van stikstofreductie door andere sectoren. De minister stelde verder dat zij de gegevens, die eind vorig jaar verschenen, nodig had voor het vaststellen voor de doelen voor de andere sectoren.

Vrijdag kwamen die naar buiten, maar de verwachte „neerwaartse bijstelling” van de regionale doelstellingen voor het verminderen van ammoniakuitstoot blijkt er niet in te zitten. Het totale doel van een vermindering van 39 kiloton door de provincies blijft staan. „Deze indicatieve doelen worden niet gewijzigd”, staat in een stuk dat Van der Wal naar de Kamer stuurde.

De bewindsvrouw licht ook toe hoe zij tot de verschillende opgaven voor de sectoren is gekomen. Niet alleen het aandeel van iedere sector in de neerslag van stikstof is meegewogen, maar ook dat stikstofreductie niet in iedere sector even veel effect heeft. Dat laatste heeft te maken met het verschil tussen ammoniak en stikstofoxiden, die beide voor stikstofneerslag zorgen. De agrarische sector stoot vooral ammoniak uit, en ook het leeuwendeel van alle ammoniakuitstoot in Nederland. De pech voor boeren is onder meer dat ammoniak relatief dicht bij de bron neerslaat op de bodem. Stikstofoxiden daarentegen waaien voor het grootste gedeelte naar het buitenland.

Portie

Het kabinet vindt de doelen voor mobiliteit en industrie en energie „evenredig en evenwichtig”, schrijft Van der Wal. Daarbij kijkt het kabinet ook naar wat er vóór 2019 al is gebeurd. Over andere en langere periodes, zoals 1990-2019 of 2000-2030, heeft de landbouw procentueel niet het grootste portie als het gaat om het verminderen van stikstofuitstoot.

In de stikstofcrisis gaat het echter steevast om het jaar 2018 of 2019 tegenover 2030. Zo adviseerde Johan Remkes het vorige kabinet om de uitstoot van zowel ammoniak als stikstofoxiden met minimaal 50 procent teruggedrongen te hebben in 2030, ten opzichte van 2019.

In een motie refereerden de Kamerleden Pieter Grinwis (ChristenUnie) en Derk Boswijk (CDA) hieraan. Ook noemden zij de afspraak in het coalitieakkoord. De parlementariërs spraken uit dat „elke sector zijn aandeel stikstofemissies in gelijke mate reduceert”. Een ruime Kamermeerderheid schaarde zich hierachter. In het komende stikstofdebat, in de week van 21 februari, zal moeten blijken of de Kamer het accepteert dat Van der Wal dit voor de stikstofopgave voor 2019-2030 niet overneemt.

De bewindsvrouw informeerde de Kamer vrijdag ook over de voortgang van de piekbelastersaanpak. In de vrijwillige fase wil het kabinet zich richten op de 3000 bedrijven die de meeste stikstofneerslag veroorzaken op stikstofgevoelige en overbelaste Natura 2000-gebieden, aldus Van der Wal. Van der Wal zei eerder in januari te definiëren wanneer een bedrijf een piekbelaster is, maar schuift dat door naar april. De minister kondigde een website aan waarop ondernemers een inschatting kunnen krijgen of zij tot de doelgroep behoren en welke keuzemogelijkheden zij hebben. In elk geval hoeft niet iedere piekbelaster te stoppen. Ook verduurzamen of het verplaatsen van het bedrijf behoort tot de mogelijkheden.

Voor agrarische en industriële ondernemingen zal dezelfde drempelwaarde gelden. Helder is echter dat het bij piekbelasters in verreweg de meeste gevallen boerderijen betreft.

Verkleinen

Van der Wal denkt met de piekbelastersaanpak „een flink deuk te slaan” in de stikstofuitstoot. Volgens de bewindsvrouw kan de aanpak een bijdrage leveren aan het halen van de nationale en de regionale stikstofdoelen. De minister beoogt door de piekbelastersaanpak de opgave voor de provincies te verkleinen.

Het kabinet wil zowel de algemene uitkoopregeling voor boeren (Lbv) als de uitkoopregeling voor piekbelasters (Lbv-plus) tegelijkertijd openstellen en sluiten. Verder werkt het kabinet aan de Maatregel Gerichte Opkoop-2 (MGA-2) en aan een regeling om bedrijfsverplaatsing te steunen. Die laatste regeling kan worden gebruikt door boeren die niet hun bedrijf op een bepaalde plek wel willen stoppen, maar elders verder willen. De EU-regels verbieden namelijk dat ondernemers bij vrijwillige uitkoop op een andere plek hun bedrijf voortzetten. Wel kunnen EU-landen een uitzondering daarop krijgen.

Het maximale uitkoopbedrag is ook Europees bepaald: 120 procent van het waardeverlies van de bezittingen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl
Meer over
Stikstof

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer