Medicijn voor de refozuil in gepolariseerde samenleving
Niet alleen vroomheid op zondag, maar paraat staan in de samenleving en dienstbaar zijn voor de medemens. Met die houding kan een christen een „vredestichter” zijn in een gepolariseerde samenleving.
Dat betoogde Pieter Verhoeve, burgemeester van Gouda, vrijdagochtend op het Congres Vianen. De dag staat in het teken van samenhang en verbondenheid met elkaar in de huidige, geïndividualiseerde samenleving. Zo’n honderd leidinggevenden uit de sectoren onderwijs, zorg, kerk en politiek denken in Vianen na over de rol van de gereformeerde gezindte in de maatschappij. „Hoe één zijn we?”
Tijd voor bezinning en reflectie is broodnodig, stelt dagvoorzitter Jan Kloosterman, bestuurder bij vakorganisatie RMU. „We zijn hier om elkaar op te scherpen en te bemoedigen.” Hij ziet dat de sociale cohesie in Nederland onder druk staat. En „misschien zijn we als christenen wel moderner dan we zelf denken. We laten ons maar moeilijk gezeggen.” Dat werd volgens hem in de coronaperiode duidelijk zichtbaar. Kloosterman houdt de aanwezigen de vragen voor: Wat bindt ons nog samen? En wat is de opdracht van een christen in deze gepolariseerde samenleving?
Veelkleurigheid
We leven in barre tijden, meent burgemeester, historicus en jurist Verhoeve. „Zou er na een fysieke pandemie nu een geestelijke pandemie in Nederland rondwaren?” Het thema van overleggen waar de burgemeester komt, is tegenwoordig vaak polarisatie of het ongenoegen in de samenleving. Een teken aan de wand, vindt hij.
„Als ‘beroepsvredestichter’ heb ik veel te stellen met de veelkleurigheid van onze samenleving.” Verhoeve wijst daarbij op de zestig geloofsgemeenschappen in Gouda. „Ieder handelt vanuit zijn eigen denkkader. We zijn het snel met elkaar oneens en algoritmes op sociale media versterken je persoonlijke voorkeuren.”
Verhoeve citeert een Goudse visverkoper. „Als er een crisis komt, rent iedereen voor zijn eigen hachje.” En de kiem voor dat individualisme is volgens de burgemeester, verrassend genoeg, gelegd in de renaissance en de Reformatie. „Luther vroeg: hoe ben ík rechtvaardig voor God?.”
Hofleverancier
Volgens de historicus zijn nostalgie en maakbaarheidsdenken twee klippen die een christen moet zien te omzeilen. Rechts-populisten hebben volgens hem soms een onterecht heimwee naar het verleden. „Toen was het ook een zootje op tal van terreinen.” Verhoeve noemt onder meer de Deltawerken en de drastisch verbeterde gezondheidszorg en infrastructuur. Hij wijst anderzijds ook op de „illusie van maakbaarheid, die nog springlevend is: „Samen prikken we corona weg””.
Verhoeve roept de aanwezigen op tot medemenselijkheid. De gereformeerde gezindte heeft daarvoor „sterke papieren”, meent hij. „Kerken zijn hofleverancier in vrijwilligerswerk; maar wel vooral in eigen kring. Staan we nog wel met onze giechel in de buurt?”
Ds. A.S. Middelkoop, predikant van de hersteld hervormde gemeente in Sint-Annaland, onderstreept de oproep van Verhoeve. „Als pastor moet ik regelmatig uit de bubbel stappen om in contact te blijven met mensen die geen boodschap hebben aan mijn tenue. Dat vind ik heel moeilijk.” De gemeenschap met God in de stilte zorgt er volgens de predikant voor dat christenen echt anders in de werkelijkheid gaan staan. „Onze hoogmoed borrelt zo vaak op. De weg omhoog is de weg omlaag. Zowel voor het aangezicht van God als voor het staan in de wereld.”
Bastion
Prof. dr. Govert Buijs, bijzonder hoogleraar politieke filosofie en levensbeschouwing aan de Vrije Universiteit te Amsterdam, vraagt de aanwezigen of de reformatorische zuil zijn doel bereikt heeft. „Is de zuil een bastion tegen de seculiere cultuur en lukt het om de tijdgeest buiten de deur te houden?” Hij ziet het gevaar van het ontstaan van een ‘bubbelmentaliteit’ en daarmee samenhangend een tendens naar radicalisering. „Zoeken we nog wel de vrede voor de stad? Laten we nuchter zijn en niet te snel zeggen: Wat een verschrikkelijke mensen daarbuiten. Het grote gevaar is dat we andere mensen met diepe, morele afschuw wegzetten als wookie of wappie.”
Buijs roept de aanwezigen op zich te bezinnen op de vraag: Hoe kan ik bijdragen aan een menswaardigere en socialere samenleving. „Alleen op die manier kan de refozuil een bolwerk zijn en blijven tegen radicalisering.”
Tijdens de paneldiscussie werpt Buijs de vraag op wat jongeren in de zuil meekrijgen. „Hoe kijken jongeren terug op hun opvoeding? Als het alleen over rokjes ging, moet het ons niet verbazen dat jongeren zich daarvan afkeren. Mijn vader was een biddende man en daar ben ik diep dankbaar voor. Dan kun je later best andere wegen gaan, maar dan mag je terugkijken op een opvoeding die waardevol was. Als het nooit gaat over wat God aan mijn ziel gedaan heeft, dan is er sprake van een leeg testament. Die veruitwendiging is een groot risico.”