Prof. Huijgen bij presentatie werk Miskotte: Kerk bereikte dieptepunt in coronatijd
Tijdens de coronapandemie kwam ook het geestelijke aspect naar voren, meent prof. dr. Arnold Huijgen. „Het gemak waarmee kerken de publieke eredienst opgaven, trof me. Alsof we voor onszelf samenkomen en niet voor God.”
De hoogleraar systematische theologie aan de Protestantse Theologische Universiteit zei dat zaterdag tijdens de presentatie van ”Verzameld Werk, deel 15” van de theoloog dr. K.H. Miskotte in Amsterdam. Dr. Huijgen zei te willen doen wat Miskotte in zijn tijd deed: „een belichten en doorlichten van de tijd dat de kwaliteit van het donker aan het licht brengt”.
Een dieptepunt in de coronatijd was voor prof. Huijgen de publicatie van de Protestantse Kerk in Nederland „met een suggestie om avondmaal mee te vieren voor je laptop, met je eigen cracker en wijn. Als de kerk dit signaal uitzendt, is het niet zo vreemd dat mensen ook na de pandemie het belang niet meer zo zien van de gang naar de kerk en van het ontvangen van het sacrament. Het concrete voedsel ten eeuwigen leven hadden we toen meer nodig dan ooit.”
De samenleving is volgens prof. Huijgen nog helemaal niet toegekomen aan het verwerken van de Covid19-periode. Hij voegde eraan toe: „Laat staan dat we al gereed zouden zijn om nieuwe problemen aan te kunnen”.
Leegte
Een van die nieuwe problemen is de oorlog in Oekraïne. Prof. Huijgen: „Zou het kunnen dat in deze strijd de geestelijke leegte van Europa wordt blootgelegd op zo’n manier dat we er niet meer omheen kunnen?”
De hoogleraar stelde een nieuwe concentratie op christelijke Europa voor. Daarbij verwees hij naar de Middeleeuwen met zijn kathedralen. „Ze zagen het nog niet zo verkeerd, die middeleeuwers, met hun kerken waarin je oog omhoog wordt getrokken, met de koorscholen bij de kerk en kloosters waarin de traditie werd bewaard. Duizend jaar staan ze diep geworteld in de aarde naar de hemel te wijzen. Als Poetin eenmaal de kathedraal van de heilige Sofia in Kiev bombardeert weten we volgens mij definitief hoe laat het is.”
Grootste
De bijeenkomst was georganiseerd door de dr. K.H. Miskottestichting die zich ten doel stelt om de bekendheid met leven en werk van Miskotte in stand te houden en te vergroten. Miskotte (1894-1976) was van 1921 tot 1945 predikant in de Nederlandse Hervormde Kerk en van 1945 tot 1959 kerkelijk hoogleraar te Leiden. Hij was een van de grootste Nederlandse theologen uit de vorige eeuw en heeft veel gepubliceerd.
In 1982 werd deel 1 van zijn verzameld werk uitgegeven. Het zaterdag gepresenteerde deel 15 heeft als titel ”Hoofdsom der Historie en andere teksten uit de oorlogsjaren”. Om die reden werd de presentatie in de Willem de Zwijgerkerk in Amsterdam Oud-Zuid gehouden, de kerk waaraan hij in de oorlog verbonden was. De samenstelling van dit deel is verzorgd door dr. W.J. van der Meiden en dr. W. Veen.
Het eerste exemplaar werd in ontvangst genomen door Jan Kok (88). Dr. Van der Meiden zei waarom dat gebeurde. Kok was in het bezit van een stapel cahiers van Bijbelcursussen die Miskotte in de oorlog gehouden heeft. Koks vader had die cursussen gevolgd en uitgewerkt. In het verzameld werk komen onder andere cursussen voor over Elia en over het Bijbelboek Openbaring. Ook zijn er lezingen opgenomen over de balans van de oorlog. „Bijbellezen in oorlogstijd was voor Miskotte de wet tot weerstand”, zei Van der Meiden.
Uitroeien
Dr. Eeuwoud Kieft, historicus en romanschrijver, ging dieper in op de ideologie van het Derde Rijk van Hitler. „Hitler maakte van de SDAP meer dan een partij. Het ging hem om een nieuwe religie. Geloof was voor Hitler een wapen in de strijd om de macht. Hij wist dat dogma’s zouden leiden tot een fanatiek geloof. Aan zijn theorie gaf hij een theologisch gezicht door het gebruik van termen als zondeval en wederopstanding. Het Joodse volk was de vijand die onverbiddelijk moest worden uitgeroeid.”
Kieft meent dat het spreken over een Joods-christelijke traditie dateert van na 1945. „Die traditie was er voor die tijd niet of nauwelijks. In het christelijke Europa werden de woorden christelijk en Joods vóór die tijd gebruikt als termen die elkaar uitsloten.”