Wetenschap & techniek

Biologen negeren darwinisme; is de evolutietheorie op haar retour?

Is de evolutietheorie op haar retour? Ex-­NASA-ingenieur David Coppedge vangt allerlei signalen op die dat lijken te bevestigen. Maar wat is het alternatief; en zal dat ook massaal worden omarmd?

18 January 2023 19:43Gewijzigd op 18 January 2023 19:47
Zowel een mens als een vlinder bestaan uit tal van subsystemen die op elkaar inwerken. De vraag is hoe dergelijke samenwerkende systemen ooit door evolutie kunnen zijn ontstaan. beeld iStock
Zowel een mens als een vlinder bestaan uit tal van subsystemen die op elkaar inwerken. De vraag is hoe dergelijke samenwerkende systemen ooit door evolutie kunnen zijn ontstaan. beeld iStock

Coppedge constateerde vorige week op de website evolutionnews.org dat evolutiebiologen steeds minder creatief worden in het verdedigen van oude standpunten. „Alsof ze steeds opnieuw hun grijsgedraaide langspeelplaat aanzwengelen.” Daarnaast ziet hij een ontluikende tendens om het darwinisme in biologisch getinte artikelen te negeren.

Zulke artikelen hinten voorzichtig naar engineering en ontwerp, hoewel de auteurs de beladen term ”intelligent design” angstvallig vermijden. Maar woorden als samenwerking, communicatie, organisatie, uitwisseling, herontwerpen, functie, programma, coördinatie en regulering komen intussen wel geregeld voor in toonaangevende tijdschriften als Science en Nature.

De betrokken wetenschappers kijken naar biologische verschijnselen met de ogen van een ingenieur, merkt Coppedge. Het darwinisme komt in sommige artikelen niet eens aan de orde. Of slechts zijdelings in verband met de term speculatie. „Tot op de dag van vandaag heeft niemand een nieuw orgaan of geprogrammeerd systeem zien ontstaan door Darwins mutatie- en selectiemechanisme. Mensen zijn vandaag de dag getuige van nieuwe producten die afkomstig zijn van ingenieurs: intelligente geesten die met een vooruitziende blik en creativiteit elegante oplossingen voor problemen hebben kunnen vinden.” En dat wringt met het darwinisme, dat veronderstelt dat een intelligent ontwerp bij toeval kan ontstaan.

Het onvermogen van darwinistische evolutiemechanismen om ingewikkelde systemen in het menselijk lichaam te verklaren, was ook de aanleiding voor twee Amerikanen, ingenieur Steve Laufmann en de arts Howard Glicksman, om hun boek ”Your Designed Body” (2022) te schrijven.

Een levend wezen, zoals de mens, bestaat uit tal van systemen van samenwerkende subsystemen, stellen de auteurs. „Die zijn van elkaar afhankelijk. Zoals een auto niet zal starten zonder opgeladen batterij en de batterij niet zal opladen als de motor het niet doet.”

Werktuigbouwkundig ingenieurs weten maar al te goed dat werkende systemen nooit bij toeval kunnen ontstaan. Wanneer iemand suggereert dat het wel kan, zullen zij daar een groot vraagteken bij zetten.

Vormloze klodder

De wereld is gevuld met een immense variëteit aan levensvormen. Levende wezens verschijnen nooit als vormloze klodder, stelt arts Howard Glicksman. „In plaats daarvan kennen ze altijd een architectonisch complexe vorm. Ze bestaan uit systemen die samenwerken om een functie te vervullen die elk van de afzonderlijke delen niet alleen kan uitvoeren. Ze zijn alle op de juiste wijze gerangschikt, samengesteld en geïntegreerd. Ze beschikken over een geoptimaliseerde capaciteit om de functie uit te voeren, terwijl ze werkzaam zijn binnen nauwe toleranties en onder strakke deadlines.”

Wanneer een van deze systemen niet goed functioneert, gaat het niet goed met een levend wezen. De wereld is niet vriendelijk voor experimenten, vervolgt Glicksman. „Een enkele fout in een van de duizend levensprocessen betekent onherroepelijk de dood.”

Stel dat evolutie werkt; hoeveel generaties zouden er nodig zijn om geleidelijk aan al de noodzakelijke onderdelen te bouwen, samen te stellen en te optimaliseren voor de uitvoering van een functie? „Hoe kunnen zulke systemen geleidelijk ontstaan als een cruciale fout de dood tot gevolg heeft? Hoe zijn de uiterst nauwkeurige controlesystemen ooit begonnen? Waar kwamen de onderdelen vandaan? Waar kwamen de bouwinstructies vandaan? Waar kwam het proces van de voortplanting vandaan?” vraagt de arts zich af.

Die nauwe samenwerking levert onoplosbare logische problemen op voor een evolutieproces, constateert ingenieur Steve Laufmann. „Als een bepaald systeem noodzakelijk is om te overleven, hoe kon een organisme dat dan bouwen terwijl het dat systeem al nodig had om te overleven? Neem bijvoorbeeld de zuurstofhuishouding. Dat moet het organisme nauwkeurig onder controle houden om in leven te blijven. Maar dat controlemechanisme bestaat uit tal van subsystemen. Hoe kunnen die geleidelijk zijn ontstaan en samengesteld als er geen enkele mogelijkheid was om de zuurstofhuishouding intussen onder controle te houden?”

Om deze vragen te beantwoorden helpen verbale rookgordijnen niet, stellen de auteurs. Ze doelen daarmee op veelgebruikte argumenten als: het is nu eenmaal gebeurd zoals het is gebeurd, omdat het systeem goed werkt. „Zowel artsen als werktuigbouwkundigen kunnen geen magie gebruiken bij hun werk; biologen zouden dat ook niet moeten willen.” Bij magie gebeurt er iets wat niet kan: er ontstaat een oorzakelijk effect zonder een oorzakelijk verband.

Atlasraket

Het is niet zo dat biologen ontkennen dat er ontwerp zichtbaar is in levende wezens. Bijvoorbeeld Richard Dawkins, een vooraanstaand evolutiebioloog en atheïst, heeft ooit gezegd: „Biologie is het onderzoek van gecompliceerde dingen die de indruk wekken dat ze doelgericht zijn ontworpen.” Maar volgens Dawkins is dat een illusie, die is ontstaan door doelloze natuurkrachten in enorme tijdsperioden. De vraag rijst dan of ‘de natuur’ een rol als engineer of ontwerper wel kán vervullen.

Puur materiële krachten maken gebruik van de natuurwetten, natuurlijke krachten en natuurconstanten. Ze zijn herhaalbaar: dezelfde input brengt altijd dezelfde resultaten voort. De uitkomst ervan kent een bepaalde noodzakelijkheid. Maar materiële krachten zijn niet doelgericht, hebben geen intentie, en dat beperkt hun creatieve kracht. Niemand verwacht dat louter natuurkrachten een volledig lanceerklare complexe Atlas­raket zullen kunnen samenstellen.

Een intelligente oorzaak kent geen noodzakelijkheid, maar is contingent: geleid door de keuzes van een intelligente oorzaak. Contingentie is essentieel voor informatie. In het geval van de Atlasraket zijn een paar duizend engineers bezig om die Atlasraket samen te stellen, deze op een lanceerplaats te zetten, van brandstof te voorzien en klaar te maken om vracht naar de ruimte te brengen. Een intelligente oorzaak kent dus twee activiteiten: een ontwerp (de intentie) en het bouwen en samenstellen (de actie).

Concurrerend

Beide visies zijn te herleiden naar twee concurrerende wereldbeelden. De eerste is het materialisme of naturalisme: het natuurlijke, materiële universum is alles wat er bestaat. Al het niet-materiële, zoals de menselijke geest, schoonheid of de menselijke vrije wil, is een illusie. In deze visie zijn leven en de diversiteit van het leven ontstaan door natuurwetten en natuurconstanten, hoewel die daarvoor geen oorzakelijk adequate verklaringen bieden.

De tweede visie is het theïsme: er bestaat een almachtig, eeuwig Wezen zowel binnen als buiten ons universum. Dit Wezen, God, is de Oorsprong en de Oorzaak van ons universum. God kan leven voortbrengen zoals wij het kennen, informatie scheppen en vastleggen in de genetische code in DNA en RNA. Zo’n God kon ook de mens scheppen, een schepsel met een immateriële ziel, een vrije wil en een morele verantwoordelijkheid.

„In het materiële wereldbeeld bestaan alleen materiële oorzaken”, stelt Steve Laufmann vast. „In het theïstische wereldbeeld bestaan zowel een intelligente eerste Oorzaak als materiële tweede oorzaken.”

Volgens de filosofische wet van de non-contradictie kunnen beide visies niet tegelijk waar zijn. Het materialistische wereldbeeld wortelt in een materialistische filosofie, en kan daarom geen doelgerichtheid toestaan. Die filosofie heeft niets te maken met wetenschap, maar stoelt op een vooraf aangenomen wereldbeeld. „Aanhangers van het moderne darwinisme kunnen hun materialistische visie niet wetenschappelijk bewijzen, maar nemen hun toevlucht tot bluf en vage beloften”, merkt Laufmann. „Vaak in de vorm van: Vertrouw ons, wij zijn wetenschappers. Het probleem is feitelijk opgelost en we zijn erg dicht bij de ontrafeling van enkele laatste moeilijkheden.”

De theïstische visie heeft slechts een enkel voorbeeld nodig van een systeem dat niet geleidelijk of per ongeluk kan zijn ontstaan, en dat een samenhang kent van informatie en functie, die ontspruiten uit doelgerichtheid, intentie, planning en ontwerp om zijn gelijk aan te tonen. Laufmann: „Een derde alternatief is simpelweg niet beschikbaar.”

Olifant

Doelgerichtheid en intentie zijn bij het bestuderen van levende wezens echter niet gewenst binnen de evolutiebiologie. Ze zijn als een olifant in de kamer: niemand kan eromheen, maar niemand wil het erover hebben. Of zoals de evolutiebioloog J.B.S. Haldane (1892-1964) het zei: „Teleologie (doelgerichtheid, BvdD) is als een maîtresse voor de bioloog: zonder haar kan hij niet leven, maar hij wil niet graag met haar in het openbaar worden gezien.” Het draait dus om de vraag: wil ik dat de hypothese van doelgericht ontwerp waar is?

Het antwoord dat iemand hierop geeft, is niet zonder consequenties. Wie een doelgericht ontwerp per se niet wil, bevindt zich in de materialistische hoek. De consequentie hiervan is dat hij zichzelf moet beschouwen als een zak reagerende chemicaliën. Zijn geest, wil, liefde, eerlijkheid, altruïsme: het zijn allemaal illusies. Een materialist moet zich hier logisch gezien aan conformeren.

William Provine (1942-2015), een Amerikaanse wetenschapshistoricus, zei dan ook ronduit dat er „geen goden bestaan, geen doelen, en geen doelgerichte krachten van welke soort dan ook. Er is geen leven na de dood. Wanneer ik sterf, ben ik er absoluut zeker van dat ik dood ben. Dat is het einde van mijn ik. Er is geen vaststaand fundament voor de ethiek, het leven heeft geen betekenis en mensen hebben geen vrije wil.”

Finetuning

Wie er echter mee instemt dat er wel een doelgericht ontwerp in de natuur waarneembaar is, staat voor een andere vraag: wie is die ontwerper-engineer? Deze vraag kan de biologie niet oplossen. Maar de wetenschap kan wel enkele vragen beantwoorden over deze ontwerper. Leven zou immers niet mogelijk zijn zonder de extreme fijnafstemming van de natuurwetten en de scheikundige wetten. Deze finetuning is noodzakelijk voor het leven en verder nergens anders voor, dus de ontwerper van het leven is ook de ontwerper van het universum. Hij bestaat daarom buiten het universum en overstijgt ruimte, tijd, materie en energie. Leven kan alleen voortkomen uit leven, dus deze ontwerper is ook de oorsprong en de bron van het leven. De ontwerper-engineer moet een oneindige kennis hebben van de natuurkunde, scheikunde, biologie, gezondheidsleer en engineering. Want de kennis om leven te ontwerpen moet onvoorstelbaar complex zijn.

Laufmann: „Er bestaan dus twee mogelijkheden: je bent niet meer dan een toevallig kosmisch ongeluk, of je bent het resultaat van doelgerichte handelingen van een Meesterontwerper. Je kunt het niet beide zijn. Materialistische vooringenomenheid brengt tot het eerste, het volgen van het wetenschappelijk bewijs tot het tweede.”

Dat bewijs is voor verschillende vooraanstaande wetenschappers aanleiding geweest om het darwinisme en het atheïsme vaarwel te zeggen. Een van hen was de Britse hoogleraar filosofie Anthony Flew (1923-2010), die zijn zoektocht beschreef in zijn boek ”There Is a God. How the World’s Most Notorious Atheist Changed His Mind”. David Gelernter, een Amerikaanse computerwetenschapper, nam die stap in 2019 met zijn essay ”Giving up Darwin”. De Britse hoogleraar sociale wetenschappen Neil Thomas nam in 2021 afscheid van Darwin met zijn boek ”Taking leave of Darwin”.

Niet iedereen zal zomaar overstag zijn. „Hun die menen dat het bewijs voor een dom evolutieproces overweldigend is, rest een zware opgave: ze moeten de bewijslast leveren dat de pakweg duizend samenwerkende systemen in het menselijk lichaam door toeval zijn ontstaan. Als het enige antwoord bestaat uit het wegwuiven van de bezwaren, het vertellen van verhaaltjes of het zich beroepen op autoriteiten, dan mag iemand zich wel twee keer bedenken voordat hij het evolutieverhaal voor waar aanneemt”, benadrukt Laufmann.

Maar waarom omarmen kritische wetenschappers dan niet massaal het idee van intelligent ontwerp? Omdat ze zijn getraind in het geven van verklaringen binnen het evolutieparadigma. Intelligent ontwerp past daar niet bij. Nobelprijswinnaar en natuurkundige Max Planck zei al dat een nieuwe wetenschappelijke waarheid de overwinning niet behaalt door de tegenstanders ervan te overtuigen, maar doordat die na verloop van tijd overlijden. „Wetenschap maakt vorderingen met één begrafenis per keer.”

Your Designed Body, Steve Laufmann en Howard Glicksman; uitg. Discovery Institute Press, 474 blz.; € 38,99

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer