Humanitaire crisis dreigt voor Armenen in Nagorno-Karabach
Azeri’s die zichzelf milieuactivist noemen, blokkeren de enige verbinding tussen Nagorno-Karabach en de rest van Armenië. Voedsel en medicijnen komen daardoor niet meer in de enclave aan. Een humanitaire crisis dreigt.
De Laçın-corridor is sinds 12 december geblokkeerd. Toen drongen zelfbenoemde milieuactivisten uit Azerbeidzjan door de hekken en blokkeerden de weg. Russische soldaten die de weg normaliter open houden, keken lijdzaam toe.
Door de blokkade kunnen goederen niet meer in Nagorno-Karabach komen. Hierdoor raken winkelschappen steeds leger. De tekorten leggen het openbare leven in de regio grotendeels plat. Volgens mensenrechtenorganisaties dreigt een humanitaire crisis.
„Afgelopen twee dagen vond ik nauwelijks eten in de winkel”, zei een lokale bewoner tegen journalisten van Politico. „Eerst verdwenen groenten en fruit uit de schappen. Nu is er niet veel meer. ’s Ochtends komt er nog wat melk en yoghurt binnen van lokale boerderijen, maar het eten raakt snel op.”
Ruben Vardanian, het staatshoofd van Nagorno-Karabach, zei in december tegen persbureau Reuters dat de „blokkade grote psychologische druk” op de 120.000 bewoners van de regio uitoefent. Vardanian beschuldigde Azerbeidzjan ervan de blokkade te gebruiken om de overwegend Armeense bevolking in de enclave te „persen”.
Rusland
Nagorno-Karabach wordt internationaal erkend als onderdeel van Azerbeidzjan, maar de bevolking is in meerderheid Armeens. De regio maakte zich begin jaren 90 van Azerbeidzjan los en is momenteel zelfbesturend.
In 2020 heroverde Azerbeidzjan grote delen van de enclave, die de Armenen tot dan toe militair steunden. Een tweede conflict eindigde dat jaar in een door Moskou bemiddeld staakt-het-vuren. Sindsdien beveiligt een 1500 man tellende Russische vredesmacht de Laçın-corridor. Rusland moet de door Azerbeidzjan omsloten levensader veiligstellen.
Een permanente vrede werd in 2020 echter niet getekend en schendingen van de wapenstilstand zijn sindsdien schering en inslag. In september was het ook weer raak. Bij gewelddadigheden kwamen toen zo’n 200 soldaten aan beide kanten om het leven.
Nu laait het conflict opnieuw op. Waarom de Russen de weg nu niet openhouden, is onduidelijk. De Armeense premier Nikol Pasjinjan beschuldigt hen van passief toekijken. Moskou is volgens hem „een stille getuige van de ontvolking van Nagorno-Karabach”.
Maar Pasjinjan stelt vooral Azerbeidzjan verantwoordelijk voor het blokkeren van de weg. Het buurland noemt de aanklacht echter „nepnieuws”. Volgens de buitenlandminister van Azerbeidzjan, Jeyhun Bayramov, kunnen ambulances en Russische vredeshandhavers gewoon over de weg, zo zei hij in december bij een bezoek aan Moskou. Volgens hem doet Armenië er alles aan „om de schijn van een crisis te creëren”.
Ook beschuldigt Azerbeidzjan de Armenen ervan de weg te misbruiken voor transport uit illegale goudmijnen, een praktijk die de regio sterk vervuilt. Volgens Azerbeidzjan mag de corridor alleen voor humanitaire doelen gebruikt worden. De activisten op de weg zouden „vreedzame” demonstranten zijn en alleen maar tegen deze „illegale activiteiten” protesteren.
Onderbelicht
Inmiddels bemoeien ook de Europese Unie, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten zich met de kwestie en dringen erop aan dat Azerbeidzjan de weg opent.
ChristenUnie-Europarlementslid Peter van Dalen, noemt dit positief. „De situatie bleef lang onderbelicht”, oordeelt hij. „Volgens mij omdat de oorlog in Oekraïne alle aandacht opeist.”
Hij bezocht onlangs de grens met Nagorno-Karabach en zag daar de schade die granaten aan huizen aanrichtten. „De Azeri’s pogen steeds agressiever Nagorno-Karabach te zuiveren van Armeense invloeden. Ze intimideren bewoners, vernietigen cultureel erfgoed en executeren krijgsgevangenen. De regio heeft onze steun hard nodig.”
Van Dalen vindt het onbegrijpelijk dat de EU in de zomer een gasdeal met Azerbeidzjan sloot. „Hiermee geven we hun het signaal dat we de acties niet ondubbelzinnig veroordelen. Die deal moet onmiddellijk van tafel.”