Uddels echtpaar ziet meerwaarde in pleegzorg
Het verrijkt hun gezinsleven en geeft hen begrip voor families die met problemen worstelen: Berthine (39) en André (45) Bronkhorst waarderen het pleegouderschap. „Je beseft als iemand zijn kind naar je brengt: dit zou ook ons kunnen overkomen.”
De keuze voor pleegzorg verliep geleidelijk, vertelt de vrouw des huizes aan de keukentafel. Ook haar man is bij het gesprek aanwezig. „Al snel nadat we trouwden kwam er een nichtje één keer per maand een weekend bij ons logeren. Toen we naar Uddel verhuisden, waar we samen met mijn schoonouders aan de rand van het dorp een huis delen, hield dat op.”
Het echtpaar heeft naast hun eigen kinderen van 14, 12, 9 en 7 jaar sinds zo’n vijf jaar een pleegzoon in huis. Hij is nu 19. Ook hebben ze sinds ruim een half jaar een pleegdochter van 16 jaar.
Het mooiste aan pleegzorg is toch wel dat een pleegkind mee kan draaien met het gezin, vinden beiden. „De kinderen durven te vragen, kunnen de sfeer wat luchtiger maken. Toen onze pleegzoon bij ons kwam wonen, at hij weinig. Een van onze kinderen gooide een extra schep bonen op zijn bord. Nu eet hij lekker mee met de rest.”
„We hebben hier de ruimte en we zijn allebei flexibel in ons werk”, legt Bronkhorst de keus voor pleegzorg uit. Dat beaamt haar man. „Vooral bij een gedwongen uithuisplaatsing komt het een en ander kijken. Denk aan bezoeken aan de rechtbank, voogd, pleegzorgwerker en bezoeksregelingen.”
Voor de Bronkhorsts zijn zulke afspraken goed te plannen: hij werkt bij een sociale onderneming waar hij wat eerder weg kan als er thuis iets dringends is. Zij werkt twee dagen als doktersassistente en heeft collega’s die in geval van nood een dienst kunnen ruilen.
Ook belangrijk in de keuze voor pleegzorg was de mening van de kinderen. „Het moet iets zijn waar zij helemaal achter staan.” Zoiets wordt ook meegenomen in de screening door christelijke jeugdzorgorganisatie Timon, vertelt André. „Zo wilden we een paar jaar geleden eigenlijk een jong kind in huis nemen. Tot onze oudste zoon uitriep: „Ik heb geen zin in weer zo’n kleine schreeuwerd.” Dat plan was toen van de baan, en we zijn voor een tiener gegaan.”