Inmiddels zijn de tijden veranderd. Een doorsnee driekamerappartement gaat nu voor bijna het dubbele weg, vertelt Langstraat. Daarbij staat het vaak hooguit een aantal weken te koop. Zijn makelaarskantoor verhandelt jaarlijks zo’n 370 woningen. „Dat is er dus elke dag één”, rekent hij voor.

Toen het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) in januari van dit jaar meldde dat de huizenprijzen in de voorgaande maand met zo’n 20 procent waren gestegen, was Langstraat beslist niet verrast. „Iedere makelaar wist natuurlijk allang dat de huizenprijzen aan een opmars bezig waren. In 2021 namen we al veel woningen met een gepeperd prijskaartje in de verkoop; de markt was er tenslotte naar. Toch kregen we nog tientallen biedingen binnen die ruim over de vraagprijs gingen. Elk kwartaal dachten we: nu moeten we toch wel aan het plafond zitten.”

In de laatste maanden van 2021 bereikte de drukte volgens Langstraat haar hoogtepunt. Zodra hij een woning te koop zette, „ontplofte” zijn mailbox en stond z’n telefoon roodgloeiend. Per huis kwamen er gemiddeld zestig reacties binnen. Zijn kantoor zag zich vanwege de overweldigende belangstelling regelmatig genoodzaakt om een bezichtigingsstop in te lassen. Langstraat: „Dit leidde er soms toe dat mensen blind gingen bieden. Sommigen belden ’s avonds bij de eigenaren aan om toch nog de woning te kunnen zien; bizarre taferelen.”

Deze storm hield de eerste maanden van 2022 aan, maar is inmiddels weer wat gaan liggen. Volgens Langstraat komt dat doordat de hypotheekrente stijgt. Hierdoor hebben woningzoekers minder ruimte om te overbieden op een woning. „Tegelijk krijgen ze ook minder hoge biedingen op hun eigen huis. Door de verminderde bestedingsruimte neemt de vraag op de woningmarkt af. Het is feitelijk een wisselwerking: het één versterkt het ander”, aldus de makelaar.

Wat verwacht Langstraat van het nieuwe kalenderjaar? Hij denkt dat de vraag op de woningmarkt in het eerste kwartaal nog wat zal toenemen. De verhoging van de grens van de Nationale Hypotheek Garantie (NHG) en het prijsplafond voor energie zijn opdrijvende factoren, aldus de makelaar. Daarbij verwacht hij dat de woningprijzen licht zullen dalen. Er blijft volgens hem namelijk nog voldoende vraag. „Extreme overbiedingen zie ik echter niet meer terugkomen”, zegt hij. „Een jaar geleden werd er op een woning van 4 ton nog weleens 80.000 euro overboden. Alleen bij gewilde woningen, vaak met een hoog energielabel, zal soms nog 10.000 euro meer worden geboden dan de vraagprijs.”

Woningzoekers die in 2023 hun slag willen slaan, raadt Langstraat aan om het hoofd vooral koel te houden. „Veel mensen denken dat ze snel moeten bieden omdat ze anders te laat zijn. Halsoverkop een woning kopen, levert echter alleen maar verliezers op. Doe vooral je voordeel met het feit dat huizen niet meer zo héél snel worden verkocht. Kijk bij een interessante woning of die echt bij je wensen past en of het voor jou financieel haalbaar is om te kopen. Ben je zeker van je zaak; doe dan een verstandig bod.”