Liever naar schoenmaker dan zelf knutselen
Schoenen hebben in de winterperiode flink te lijden. Inspuiten of naar de schoenmaker brengen dus. Zelf aan het schoeisel knutselen? Dat is niet handig, zegt schoenmaker Ronald Dörr.
De kleine winkel van Dörr aan de Middenbaan in Barendrecht is overvol. Aan de zijkanten van de Schoenmakerij, gevestigd in de levendige winkelstraat in het Zuid-Hollandse dorp, staan schoenen van enkele kwaliteitsmerken opgesteld. Rekken met veters, schoensmeer, sleutels en wat tassen maken het geheel compleet. Twee meter achter de toonbank is Dörr aan het werk. Te midden van het geraas van een machine legt hij de laatste hand aan de reparatie van een hak. Tientallen schoenen en een rijtje tassen staan in rekken en op de grond te wachten. Voor de ene schoen is een nieuwe zool nodig, bij de andere heeft het stikwerk losgelaten.
Klanten lopen af en aan. Of een tas een nieuwe rits kan krijgen? Geen probleem. Bij een uitgebeten plek op een schoen aarzelt Dörr. Toch maar niets aan doen, is zijn advies. Bij deze vlek kan een behandeling alleen maar het tegengestelde effect hebben. Reservesleutels gaan ook over de toonbank.
Dörr stopt binnenkort als afgiftepunt van pakketjes. De pakjes betekenen veel werk en weinig opbrengst. En dat terwijl er in de winkel al genoeg is te doen. Hij richt zich liever op de reparaties.
De inwoner van Alblasserdam loopt al jaren mee in het vak. „Na de mts wist ik niet goed wat ik wilde worden. Ik ben toen in loondienst gegaan bij een orthopedische schoenmaker in Groenekan. Dat beviel goed. Zeventien jaar geleden opende ik mijn eigen winkel aan de overkant van mijn huidige winkel. Vijf jaar geleden verhuisden we naar dit pand. Het leuke aan dit werk is dat er steeds verschillende mensen in de winkel komen. En elke schoen is anders.”
Handgemaakte schoenen
De verkoop is overigens maar een klein onderdeel van het werk in de Schoenmakerij. „Mensen komen hier vooral voor reparaties.” Dörr maakt zelf ook schoenen. Wekelijks gaan er zo’n twee tot drie paar op maat gemaakte exemplaren de deur uit. Kopers zijn hoofdzakelijk mensen die zwakke voeten hebben en een kwaliteitsproduct nodig hebben. En mensen die een verschil hebben in beenlengte. „Als hun benen niet even lang zijn, gaan ze ongewild scheef lopen.” Wel ziet Dörr dat steeds meer mensen een duurzaam product willen dat jaren mee kan. „Ze willen daar gerust wat extra geld voor uittrekken. Mensen denken op de langere termijn en gooien minder snel iets weg.”
Dörr heeft het aanbod van reparaties in de loop van de jaren zien veranderen. Vroeger droegen mensen veel dure schoenen om mee naar kantoor te gaan. Ik moest toen vooral veel hakken en leren zolen repareren. Reparatie was goedkoper dan nieuwe schoenen kopen.”
In coronatijd nam het aandeel ‘kantoorschoenen’ af. „Mensen gingen thuis werken en droegen meer pantoffels. Ook wandelden ze meer. Het aandeel van bergschoenenreparaties steeg. En ook lopen mensen nu vaker op sneakers.”
Verder ziet hij dat veel Barendrechters nog steeds nette schoenen dragen. Maar dan vooral op zondag in de kerk.
De huidige economische crisis heeft gevolgen voor de winkel. „De laatste maanden neemt de verkoop van schoenen wat af en laten mensen steeds vaker hun schoenen repareren. Schoenmakers die alle soorten reparaties aankunnen, komen momenteel om in het werk. Zelf begin ik ’s ochtends rond halfzes en ik ga door tot halfzes.”
Om geld te besparen gaan mensen steeds vaker zelf aan hun schoenen knutselen. „Dat moet je dus echt niet doen. Onlangs was hier een klant die met een stanleymes zelf had geprobeerd een hak te repareren.” De klant wilde een nieuwe hak onder zijn schoen zetten en wilde de hak op maat snijden. „Dat ging mis. Hij sneed scheef. Ik heb de juiste materialen om een hak te maken. Dat moet je niet zelf doen.”
Ook lijmwerk proberen mensen soms zelf. „Vervolgens komen ze bij mij om het te herstellen. Het kost extra tijd om het weer goed te maken. In een televisieprogramma werd een keer sterke lijm gebruikt om een schoen te repareren. Na die tijd moest ik meerdere schoenen herstellen die mensen zelf hadden gelijmd.” Mensen lijmen zelf omdat ze geen geld overhebben voor een reparatie. Of ze zijn bijvoorbeeld ergens op vakantie waar geen schoenmaker in de buurt is. „Het probleem is dat ze vaak lijm gebruiken die niet op de goede manier hard wordt.”
In de tijd dat sneakers in opkomst waren, gooiden mensen hun oude exemplaren vrij snel weg. Tegenwoordig laten ze deze schoenen steeds vaker opknappen. Reinigen en het herstel van stikwerk zijn de meest voorkomende klussen bij sneakers, zo ziet Dörr.
Overigens zijn de ‘kantoorschoenen’ het makkelijkst te herstellen. „Kunststof schoenen zijn lastiger. Een schoen valt bijna altijd te repareren. Maar als hij erg uitgezakt is, kan het beter zijn om een nieuw paar te kopen.” Populaire merkschoenen worden minder vaak ter reparatie aangeboden. „Ze worden sneller weggegooid. En dat is slecht voor het milieu.” Over schoenen van goede Nederlandse fabrikanten is Dörr overigens juist wel te spreken. Die schoenen kunnen vaak nog een extra ronde mee.
De meeste klanten brengen hun schoenen voor het laten repareren van de hakken. „Die slijten het snelst. Dat komt door ons looppatroon. We draaien met onze voeten.” Ook komt het meeste gewicht op de hak terecht. „Als iemand een auto met een automatische versnellingsbak heeft, zie je dat ook terug aan de schoen. Zo’n automobilist draait in de auto met zijn voet. De hak slijt dan rondom af.” Ook kan Dörr aan de slijtage van een schoen iemands looppatroon aflezen.
Sneeuw en pekel
In de wintertijd vreten sneeuw en pekel aan de schoen. „Bij aanschaf moet je je schoenen meteen inspuiten met een goede spray. Als een schoen toch door de pekel uitbijt, ben je eigenlijk al te laat. Hij wordt nooit meer helemaal mooi. Maar het meeste zout krijg je er wel weer uit door de schoen met een goede pekelreiniger te behandelen.”
Ook zweet kan een schoen aantasten. „Dat geldt vooral voor de zool. Daar zit de huid het meest strak op. Door zweet wordt het leer aangetast. Daardoor kan het uitdrogen en scheuren. Het beste is om een schoen niet elke dag te dragen, maar om de dag. Zo kan de schoen beter ademen. Hij gaat dan vier keer zo lang mee als wanneer je een schoen elke dag aandoet.” Voor de reparatie van de binnenkant van schoenen gebruikt de Barendrechtse ondernemer vaak plantaardig leer. „Dat is een duurzaam product. Maar het is wel moeilijk verkrijgbaar.”
Hoe houd je schoenen langer goed? Dörr ziet dat mensen allerlei middeltjes gebruiken om vlekken weg te werken. Maar hij raadt dat af. „De vlekken worden daarmee vaak alleen maar erger.” Dörr gebruikt zelf bijenwas bij het poetsen. „Het beste is om schoenen elke week te poetsen. Je moet geen dikke laag schoensmeer gebruiken, maar een heel dun laagje. Anders trekt de smeer er niet goed in. Het is belangrijk om de schoenen in te smeren en daarna goed uit te poetsen.”
serie Duurzaam
Wat doen we: weggooien of repareren?
Deel 4 (slot): Schoenmaker.