Consument

Herken de drogreden

Waar mensen discussiëren, ligt het gebruik van drogredenen op de loer. En gediscussieerd wordt er de laatste tijd veel. Over de avondklok, over versoepelingen, over vaccins. Hoe kun je in dat verbale geweld drogredenen van correct beargumenteerde beweringen onderscheiden?

9 March 2021 18:09Leestijd 10 minuten
beeld iStock
beeld iStock

„De avondklok is een onzinnige maatregel, want Thierry Baudet zegt dat.”

„Het coronavirus is helemaal niet gevaarlijk, want ik was ermee besmet en had nauwelijks klachten.”

„Ik vind Jaap van Dissel een slimme man, want hij lijkt me erg deskundig.”

Zomaar drie fictieve voorbeelden van drogredenen. De eerste bewering rammelt, omdat er sprake is van een onjuist beroep op een autoriteit – Baudet weet bijvoorbeeld veel van filosofie, maar is geen autoriteit op het gebied van bestrijding van virusverspreiding.

In het tweede geval maakte de persoon die nauwelijks klachten had zich schuldig aan een overhaaste generalisatie – dat één iemand niet heel ziek werd na besmetting, zegt niets over hoe schadelijk het virus is.

De bewonderaar van Jaap van Dissel gebruikt een cirkelredenering – het standpunt wordt niet onderbouwd, maar in andere woorden herhaald.

Wat is een drogreden? Woordenboekmaker Van Dale zegt: een bedrieglijke redenering. Een drogreden lijkt op het eerste gezicht een kloppende argumentatie, maar de argumenten die het standpunt onderbouwen, zijn niet juist.

Bewijslast

Nadat het gerechtshof in Den Haag vorige week vrijdag had uitgesproken dat de avondklok niet op onjuiste juridische gronden was ingevoerd, stonden de teleurgestelde voormannen van Viruswaarheid de pers te woord. In een video op nos.nl was te horen hoe Willem Engel zei: „Iedereen heeft het kunnen zien: puur politiek theater. Dit heeft niks met rechtsspraak te maken.”

Wat Engel in dat zaaltje in Hilversum nog meer heeft gezegd, liet het filmpje niet zien. Maar de genoemde uitspraak op zich is een drogreden. Hier ontduikt de voormalig danser de bewijslast. Hij doet alsof zijn stelling geen bewijs nodig heeft, want „iedereen heeft het kunnen zien.”

Aristoteles

Tijdens debatten in de Tweede Kamer worden regelmatig drogredenen gebruikt, maar in de meeste gevallen grijpt de voorzitter niet in. Alleen als een Kamerlid een collega persoonlijk aanvalt, wordt hij of zij op de vingers getikt. Kan daaruit worden geconcludeerd dat het gebruik van drogredenen niet verkeerd is?

De Griekse filosoof Aristoteles dacht hier ruim 300 jaar voor Christus al diep over na. In wijsgerige kringen wordt hij gezien als de grondlegger van de drogredentheorie. Van zijn werk ”Over drogredenen” verscheen in 2018 een Nederlandse vertaling. Wie het boek leest, zal merken dat Aristoteles drogredenen niet als verkeerd, leugenachtig of misleidend bestempelt. Hij acht ze zelfs nuttig voor wie zich in een discussie deskundiger wil voordoen dan hij eigenlijk is. De drogreden is dan een tactisch hulpmiddel.

Aristoteles’ boek werd vertaald door filosofiehistoricus prof. dr. Pieter Sjoerd Hasper en prof. dr. Erik Krabbe. Laatstgenoemde is emeritus hoogleraar wijsgerige argumentatietheorie en was van 1988 tot 2008 hoofddocent logica aan de faculteit wijsbegeerte van de Rijksuniversiteit Groningen.

Ook Krabbe stelt dat drogredenen niet altijd schadelijk zijn. „In 1991 volgde ik eens een televisiedebat tussen Wim Kok, toenmalig minister van Financiën, en Johan Stekelenburg, destijds voorzitter van de FNV. Ik schreef alle drogredenen op die ik langs hoorde komen. Dat waren er heel wat; om de twee minuten klonk er een. En toch was het een goed debat.”

Onredelijkheid

Worden er tegenwoordig meer drogredenen gebruikt dan toen Krabbe aan zijn docentschap begon? „Dat denk ik niet. Er wordt in Amerika weleens gezegd dat we sinds kort in een „post-truth era” zijn beland – een tijdperk waarin waarheid er niet meer toe doet. Ik vraag me af of dat waar is. Wel is het zo dat leugen en bedrog veel makkelijker over de wereld verspreid worden, vanwege de toegenomen communicatiemogelijkheden.”

De beschuldigingen tegen christenen dat ze kinderen zouden slachten en eten, het geloof in hekserij, de vaste overtuiging dat spoken bestaan. Vroeger werd er ook volop in onwaarheden geloofd. Niet zelden ontstonden die uit drogredenen. Toch werden ze massaal door mensen geloofd. „Maar het duurde toen langer voor ze breed gedragen en wijdverspreid waren”, stelt Krabbe. „En veel onredelijke uitspraken die in huiskamers werden gedaan, bleven daar ook.”

Drogredenen hebben in de geschiedenis soms veel impact. Na de terroristische aanslagen op 11 september 2001 begon de Amerikaanse president George W. Bush de „war on terror”, een oorlog tegen moslimextremistische organisaties. Daarbij deed hij de uitspraak: „Wie niet voor ons is, is tegen ons.” Bush deed alsof landen die niet met Amerika meevochten, automatisch tot de tegenstanders van Amerika gerekend konden worden. Dat was tactiek; hij wilde zo veel mogelijk medestanders. Maar het was ook een drogreden; neutraal blijven behoorde gewoon tot de mogelijkheden.

Soms hebben drogredenen ernstige gevolgen. Krabbe noemt als voorbeeld de onterechte veroordeling van Lucia de Berk. Begin september 2001 overleed er een baby in het Juliana Kinderziekenhuis in Den Haag. Er werd aangifte gedaan van een onnatuurlijke dood. Bij de aangifte werd als verdacht aangemerkt dat verpleegkundige De Berk in de buurt was. Zij zou opvallend vaak in de buurt van onverwachte sterfgevallen zijn geweest. Het ziekenhuis deed onderzoek en vond negen sterfgevallen die medisch onverklaarbaar waren en waar de bewuste medewerkster in de buurt was. Ook in andere ziekenhuizen waar ze gewerkt had, werd naar dergelijke situaties gezocht. Uiteindelijk lag er een lijst van dertig verdachte gevallen.

In de rechtszaak die volgde, werd ze tot levenslang veroordeeld vanwege vier moorden en drie pogingen tot moord. Van slechts twee sterfgevallen werd bewezen geacht dat De Berk de patiënt had vergiftigd. Voor de andere vijf gevallen was geen bewijs, maar volgens de rechtbank kon het niet anders dan dat Lucia de B. achter die moorden en pogingen tot moord zat. Uiteindelijk zou blijken dat er sprake was van een justitiële dwaling – de bewijzen klopten niet. In 2010 werd De Berk alsnog vrijgesproken.

Krabbe: „Hier was om te beginnen sprake van de drogreden cum hoc ergo propter hoc (zie ”Tig lijstjes”). Lucia de Berk was vaak in de buurt van onverwachte sterfgevallen, dus Lucia de Berk is de oorzaak van die onverwachte sterfgevallen.” In de zaak was ook sprake van overhaaste generalisatie: als de verpleegster deze twee moorden op haar geweten heeft, dan zal ze ook wel schuldig zijn aan de andere vijf gevallen.

Drogredenen zijn gevaarlijk als het gebruik ervan niet herkend wordt. Tweede Kamerleden zullen wel doorhebben wanneer een collega er een gebruikt, maar wie de hele dag actief is op sociale media, kan zomaar een drogreden voor een deugdelijk argument aanzien. Volgens Krabbe is het daarom belangrijk dat mensen alert zijn. „Er is niet een handig trucje waarmee je alle drogredenen doorziet, maar met kritisch luisteren en lezen kom je een heel eind.”

Een beetje van Aristoteles’ wijsheid kan dus helpen om in al het gediscussieer van tegenwoordig de zin van de onzin te scheiden. En dat kan nooit kwaad.

Wil je drogredenen kunnen opsporen, dan moet je ook weten welke soorten er zijn. Hoevéél soorten er zijn, is moeilijk exact te zeggen. In boeken en op internet staan tig lijstjes met soorten drogredenen. Al die overzichten kennen grote overeenkomsten, maar zijn bijna nooit exact gelijk. Hierbij een selectie van veelvoorkomende drogredenen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer