Binnenland

Waterschap naar Hoge Raad om ‘onveilige’ kantoorvloer Doetinchem

Het Waterschap Rijn en IJssel stapt naar de Hoge Raad in een geschil met een aannemer over de veiligheid van de vloeren op het hoofdkantoor in Doetinchem. De zaak loopt al jaren en draait om de vraag of de aannemer aansprakelijk kan worden gesteld.

15 April 2025 12:46Gewijzigd op 15 April 2025 13:16Leestijd 2 minuten

Het in 2008 geopende kantoor van Rijn en IJssel bevat bollenplaatvloeren. Het waterschap liet de constructieve veiligheid daarvan onderzoeken nadat in 2017 bij een in aanbouw zijnde parkeergarage bij Eindhoven Airport dit soort vloeren waren ingestort. De vloer in Doetinchem zou volgens experts door de manier van aanleg ook gebreken vertonen, waarna Rijn en IJssel uit voorzorg besloot om 46 werkplekken op de tweede en derde etage te sluiten. Ook werd in een deel van het kantoor een houten loopbrug geplaatst, om de vloer te ontlasten.

Het oostelijke waterschap heeft de aannemer in 2018 aansprakelijk gesteld, waarna de zaak werd voorgelegd aan de rechter. „De kosten van de onveilig gebouwde vloer moeten liggen bij de aannemer. En niet bij de belastingbetaler”, aldus Rijn en IJssel, dat begin dit jaar echter geen gelijk kreeg van het gerechtshof in Leeuwarden. Van instortingsgevaar is volgens de rechter geen sprake en het kantoor is met enkele beperkingen gewoon te gebruiken. Het waterschap heeft nu besloten in cassatie te gaan.

„We hebben maatregelen genomen om te zorgen dat het kantoor, zoals het nu is ingericht, veilig is”, aldus een woordvoerster. „We leven met de beperkingen.” Over de kosten van eventuele renovatie van de vloeren kan het waterschap niets zeggen. Eerst moet de hoogste rechter beslissen of de aannemer wel of niet aansprakelijk is.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl
Vond je dit artikel nuttig?

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer