Meditatie: Losprijs voor velen
„Die in de gestaltenis Gods zijnde, geen roof geacht heeft Gode evengelijk te zijn, maar heeft Zichzelf vernietigd, de gestaltenis eens dienstknechts aangenomen hebbende.”
Filippenzen 2:6, 7
De Heere Jezus zit als Heere en Hoofd aan de dis. Opeens staat Hij op, legt Zijn opperkleed af en bewijst aan Zijn discipelen de geringste dienst, die anders aan een gewone slavenjongen of aan de dienstmaagden werd overgelaten. Met de ganse macht der waarheid wordt hier aanschouwelijk wat de apostel Paulus geschreven heeft: „Die in de gestaltenis Gods zijnde, geen roof geacht heeft Gode evengelijk te zijn; maar heeft Zichzelf vernietigd, de gestaltenis van een dienstknecht aangenomen hebbende” (Filippenzen 2:6,7). Zo heeft onze Heere dat ook Zelf gezegd: „De Zoon des mensen is niet gekomen om gediend te worden, maar om te dienen, en Zijn ziel te geven tot een rantsoen voor velen” (Markus 10:45). De oosterlingen nemen hun middagmaal tegen de avondstond, daarom heet het avondmaal. Wij zouden het middagmaal noemen. Deze maaltijd nu gebruikte de Heere met Zijn discipelen, en dit had plaats op woensdag, tegen het ondergaan van de zon. Terwijl zij dan aan tafel aanlagen, verrichtte de Heere deze handeling, die echter een zinnebeeldige was. Met welk een hart deed de Heere dit? Opdat wij dit goed zouden verstaan, geeft de evangelist ons de tijd aan: „Vóór het feest van het Pascha”, waarop de Joden het paaslam aten, ter gedachtenis dat de Heere de huizen der kinderen Israëls voorbijging in Egypte, toen Hij de Egyptenaren sloeg, en hun huizen bevrijdde (Exodus 12:27).
H.F. Kohlbrugge,
predikant te Elberfeld
(”Lijdensstoffen”, 1849)