Waterschappen bieden Schoof hulp aan bij stikstofaanpak
De waterschappen hebben premier Dick Schoof hulp aangeboden bij het oplossen van het stikstofprobleem. In een brief, gericht aan de onlangs opgezette ministeriële commissie onder leiding van Schoof die zich hiermee bezighoudt, doet de Unie van Waterschappen een voorstel om „een bijdrage te kunnen leveren aan de oplossing”. De 21 waterschappen willen zich vooral richten op de omgeving van de Natura 2000-gebieden in Nederland.
Hiervoor zijn wel „verschillende randvoorwaarden” nodig, onder meer op financieel gebied. „We kunnen mogelijke maatregelen niet alleen bepalen, dat gebeurt altijd in samenspraak met de omgeving”, aldus een woordvoerster van de unie. Als voorbeelden geeft ze het plaatsen van extra stuwen of het instellen van flexibel waterpeilbeheer om water vast te houden in bepaalde gebieden. „Verdroging is namelijk ook een groot probleem, want droge natuur is gevoeliger voor stikstof.”
De waterschappen bieden het Rijk hulp aan naar aanleiding van twee recente rechterlijke uitspraken van de Raad van State over intern salderen en van de rechtbank Den Haag in de Greenpeace-zaak. Daardoor is het vrijwel niet meer mogelijk om een natuurvergunning te krijgen voor onder meer bouwprojecten en in de landbouw. Ook beoogde dijkversterkingen en projecten om in 2027 te kunnen voldoen aan de Europese richtlijnen voor waterkwaliteit (de KRW) worden volgens de unie hierdoor geraakt.
„Waar projecten voorheen met intern salderen van stikstof nog konden worden uitgevoerd, hebben veel van deze projecten met onmiddellijke ingang een natuurvergunning nodig”, zegt Jeroen Haan, sinds kort voorzitter van de Unie van Waterschappen. De Raad van State heeft bepaald dat een natuurvergunning alleen kan worden verleend als de benodigde stikstofruimte niet essentieel is voor natuurherstel. „Dit baart ons grote zorgen”, aldus Haan. Hij hoopt dat de ministeriële commissie een „geborgde aanpak” bedenkt, wat betekent dat er juridisch houdbare maatregelen komen. „De waterschappen bieden met hun kennis van het water- en bodemsysteem en met hun uitvoeringskracht aan om bij te dragen aan een geborgde route naar natuurherstel, om zo de vergunningverlening zo snel mogelijk weer te kunnen opstarten.”